Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:11206, 200.231.680/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:11206, 200.231.680/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 24 december 2019
- Datum publicatie
- 30 december 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:11206
- Zaaknummer
- 200.231.680/01
Inhoudsindicatie
Een 13-jarige jongen heeft een eveneens 13-jarige jongen in zijn rug gestoken met een vlindermes. Aansprakelijkheidsverzekeraar stelt met een beroep op de wapenclausule dat er geen dekking is voor de schade van de neergestoken 13-jarige jongen. Uitleg verzekeringsovereenkomst. Hof oordeelt dat de schade als gevolg van het steekincident wel is gedekt onder de aansprakelijkheidsverzekering.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.231.680/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/114097)
arrest van 24 december 2019
in de zaak van
N.V. Univé Schade,
gevestigd te Assen,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: Univé,
advocaat: mr. P.M. Leerink, kantoorhoudend te Deventer,
tegen
1 [geïntimeerde1] ,
wonende te Duitsland,
hierna: [geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2] ,
wonende te [A] ,
hierna: [geïntimeerde2],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden] c.s.,
advocaat: mr. A. Kolder, kantoorhoudend te Groningen,
en
3 [B] ,
4. [C] ,
beiden wonende te [D] ,
als derde partij in het geding opgeroepen naar aanleiding van het tussenvonnis van 25 januari 2017 van de rechtbank Noord-Nederland,
hierna gezamenlijk te noemen: [de derde partij] c.s.,
advocaat: mr. M.J. de Vries, kantoorhoudend te Groningen.
1 Het verdere verloop van het geding
Bij tussenarrest van 7 mei 2019 is een comparitie van partijen gelast, die is gehouden op 11 oktober 2019. Op die zitting hebben Univé en [geïntimeerden] c.s. door hen vooraf toegezonden producties (respectievelijk een brief van 20 september 2019 en productie 12) in het geding gebracht. Van de comparitie van partijen is een proces-verbaal opgemaakt. De zaak is verwezen voor arrest.
Bij brieven van respectievelijk 1 en 4 november 2019 hebben [geïntimeerden] c.s. en [de derde partij] c.s. opmerkingen gemaakt in reactie op het proces-verbaal. Voor zover relevant voor de beoordeling van de zaak zal het hof, met inachtneming van zijn brief van 13 november 2019, hier in het arrest op terugkomen.