Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3986, 18/00445

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3986, 18/00445

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 mei 2019
Datum publicatie
17 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:3986
Formele relaties
Zaaknummer
18/00445

Inhoudsindicatie

OB. Omvang aftrek van voorbelasting in verband met belaste verhuur werkkamer. Geeft de plaatsing van zonnepanelen recht op aftrek van voorbelasting die drukt op de aanschaf van een perceel bouwgrond en de bouw van een woning?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00445

uitspraakdatum: 7 mei 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 april 2018, nummer AWB 17/2528, ECLI:NL:RBGEL:2018:1612, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft in de aangifte omzetbelasting over het tijdvak 1 juli 2016 tot en met 30 september 2016 (hierna: 3e kwartaal) om een teruggaaf verzocht van € 1.262.

1.2.

De Inspecteur heeft bij beschikking van 4 november 2016 een teruggaaf van € 1.262 verleend.

1.3.

Bij bezwaarschrift heeft belanghebbende om een teruggaaf van € 159.067 verzocht.

1.4.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de teruggaaf vastgesteld op € 15.488.

1.5.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, bepaald dat de Inspecteur teruggeeft 12,5% van de omzetbelasting die drukt op de bouwkosten van de woning en 1,36% van de omzetbelasting die drukt op (de koopprijs van) het perceel bouwgrond, rekening houdend met het percentage van de omzetbelasting dat al is teruggegeven, belanghebbende een proceskostenvergoeding toegekend van € 1.002 en de Inspecteur gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 april 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is een samenwerkingsverband tussen de heer [A] ( [A] ) en zijn partner [B] ( [B] ). Belanghebbende heeft in 2015 een perceel bouwgrond van 1.100 m2 gekocht voor een bedrag van € 639.000 (inclusief een bedrag van € 110.900,83 aan omzetbelasting). Belanghebbende heeft hierop een woning met garage laten bouwen (hierna: de woning). Het bruto vloeroppervlakte (hierna: BVO) van de nuttige ruimten in de woning is 211,231 m2. De woning bedekt 158,84 m2 van het perceel (14,44%). Op de bouw van de woning drukt omzetbelasting ten bedrage van € 108.436,17. Op het dak van de woning heeft belanghebbende zonnepanelen (48 m2) laten installeren. Aan belanghebbende is voor de aanschaf en de installatie van de zonnepanelen een bedrag van € 21.821,15 inclusief € 3.787 aan omzetbelasting in rekening gebracht. De zonnepanelen hebben niet de functie van dakbedekking.

2.2.

Op 1 september 2016 is de woning in gebruik genomen en sindsdien wonen [A] en [B] daar met hun kinderen.

2.3.

[A] is directeur-grootaandeelhouder van [C] BV (hierna: de Holding).

2.4.

Vanaf 1 september 2016 verhuurt belanghebbende een werkkamer van 19,82 m2 (9,4% van het totale BVO van de nuttige ruimten in de woning) aan de Holding ten behoeve van het werk van [A] voor de Holding. Hierbij is gekozen voor belaste verhuur in de zin van artikel 11, lid 1, onderdeel b, onder 5°, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). In de huurovereenkomst is opgenomen dat de huurder ook gebruik mag maken van de centrale hal, de woonkamer, de keuken/koffiecorner, de parkeerplaatsen, de garage, de aanwezige sanitaire voorzieningen en de watervoorzieningen van de woning (hierna: de overige ruimten).

2.5.

Belanghebbende heeft aangifte omzetbelasting gedaan over het 3e kwartaal 2016 van € 1.262 negatief. Bij beschikking heeft de Inspecteur een teruggaaf verleend van € 1.262. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en een totale teruggaaf verzocht van € 159.067 (2/3 van de omzetbelasting drukkend op de aanschaf van het perceel + 2/3 van de omzetbelasting drukkend op de bouw van de woning + 100% van de omzetbelasting drukkend op de aanschaf en installatie van de zonnepanelen).

2.6.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur aftrek van voorbelasting toegestaan in verband met de werkkamer en voor de aanschaf en installatie van de zonnepanelen en de teruggaaf vastgesteld op € 15.488. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

omzetbelasting bouw woning (9,4% x € 108.436,17) € 10.193

omzetbelasting aanschaf perceel (9,4% x 14,44% x € 110.900,83) € 1.508

omzetbelasting aanschaf en installatie van de zonnepanelen € 3.787

totaal € 15.488

3 Geschil

In geschil is in hoeverre belanghebbende de voorbelasting over de aan haar verrichte prestaties, zijnde de aanschaf van het perceel en de bouw van de woning, kan aftrekken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing