Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:413, 17/00708 t/m 17/00719

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:413, 17/00708 t/m 17/00719

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 januari 2019
Datum publicatie
1 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:413
Zaaknummer
17/00708 t/m 17/00719

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woningen.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 17/00708 tot en met 17/00719

uitspraakdatum: 22 januari 2019

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 juni 2017, nummers UTR 16/4452, 16/4529, 16/4530, 17/1001, 17/1003 tot en met 17/1010, in de gedingen tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht BghU (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarden van de volgende onroerende zaken per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op:

[a-straat] 87 € 80.000

[a-straat] 87 BS € 87.000

[b-straat] 41 € 98.000

[c-straat] 7 € 244.000

[d-straat] 12 € 208.000

[e-straat] 66 € 263.000

[f-straat] 70 € 118.000

[f-straat] 72 € 102.000

[f-straat] 74 € 102.000

[g-straat] 13 € 239.000

[h-straat] 13 € 206.000

[d-straat] 10 € 16.000

Tegelijk met deze beschikkingen zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting 2016 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.

1.2.

Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikkingen en de aanslagen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden‑Nederland (hierna: de Rechtbank). Ter zitting bij de Rechtbank heeft de gemachtigde van belanghebbende verklaard dat het geschil enkel nog ziet op de volgende panden:

[a-straat] 87

[a-straat] 87 BS

[b-straat] 41

[c-straat] 7

[d-straat] 12

[e-straat] 66.

De Rechtbank heeft ten aanzien van deze zes onroerende zaken uitspraak gedaan, het beroep gegrond verklaard voor wat betreft de [a-straat] 87 BS, de waarde van de [a-straat] 87 BS verminderd naar € 67.000, de aanslag OZB 2016 van de [a-straat] 87 BS overeenkomstig verminderd en het beroep ten aanzien van de overige onroerende zaken ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 december 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting bij het Hof heeft de gemachtigde van belanghebbende verklaard dat enkel nog de waarden van de [a-straat] 87, de [a-straat] 87 BS, de [d-straat] 12 en de [e-straat] 66 in geschil zijn.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onder 1.5 genoemde onroerende zaken. De [a-straat] 87 betreft een in 1904 gebouwde benedenwoning met een gebruiksoppervlakte van 50 m2. De [a-straat] 87 BS is de daarboven gelegen bovenwoning met een gebruiksoppervlakte van 60 m2. De [d-straat] 12 en de [e-straat] 66 zijn in respectievelijk 1930 en 1904 gebouwde tussenwoningen. De [e-straat] 66 heeft een gebruiksoppervlakte van 129 m2.

3 Geschil

3.1.

In geschil zijn de waarden van de [a-straat] 87, de [a-straat] 87 BS, de [d-straat] 12 en de [e-straat] 66 op waardepeildatum 1 januari 2015.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing