Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5407, 17/00938, 17/00940, 17/00941, 17/00943, 17/00944 en 17/00946

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5407, 17/00938, 17/00940, 17/00941, 17/00943, 17/00944 en 17/00946

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 juli 2019
Datum publicatie
22 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:5407
Zaaknummer
17/00938, 17/00940, 17/00941, 17/00943, 17/00944 en 17/00946

Inhoudsindicatie

Loonheffingen. Privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen thuiszorginstelling en freelancers?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 17/00938, 17/00940, 17/00941, 17/00943, 17/00944 en 17/00946

uitspraakdatum: 2 juli 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 8 september 2017, nummers AWB 16/1925 tot en met 16/1933, ECLI:NL:RBGEL:2017:4583, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de tijdvakken 1 januari 2012 t/m 31 december 2012, 1 januari 2013 t/m 31 december 2013 en 1 januari 2014 t/m 31 december 2014 met dagtekening 16 juli 2015 naheffingsaanslagen in de loonheffingen opgelegd. Bij beschikkingen is gelijktijdig belastingrente berekend. Voorts zijn met dagtekening 31 augustus 2015 bij beschikkingen voor voornoemde tijdvakken vergrijpboeten opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren gegrond verklaard, de naheffingsaanslagen verminderd en de belastingrente en vergrijpboeten dienovereenkomstig verminderd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur voor wat betreft de boetebeschikkingen vernietigd, de vergrijpboeten verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 990 en de Inspecteur gelast het griffierecht van € 46 aan belanghebbende te vergoeden.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd. Belanghebbende heeft bij brief van 9 mei 2019 nadere stukken ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 mei 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

1.6.

Na zitting is gebleken dat de zaken met de nummers 17/00939, 17/00942 en 17/00945 ten onrechte door het Hof zijn ingeschreven. Deze nummers zijn daarom komen te vervallen.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteerde vanaf 2009 een thuiszorginstelling in de vorm van een eenmanszaak. Deze onderneming stond bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder de naam ‘ [A] ’. Blijkens de stukken van het geding handelde belanghebbende ter zake van deze activiteiten ook en afwisselend onder de naam ‘ [A1] ’, ‘ [A2] ’ en ‘ [A3] ’. Met ingang van 29 maart 2016 is de onderneming voortgezet door ‘ [A2] BV’. Aan mensen met een zorgbehoefte werd hulp geboden bij het aanvragen van zorg en het verkrijgen van een persoonsgebonden budget. Aan de hand van de in het indicatiebesluit van CIZ geïndiceerde zorg, stelde belanghebbende een zorgplan op en de volgens het zorgplan benodigde zorg werd vervolgens door een van de door belanghebbende aangewezen medewerkers geleverd.

2.2.

Belanghebbende maakte in de onderhavige jaren naast medewerkers die op de loonlijst stonden (werknemers) ook gebruik van diensten van medewerkers die niet op de loonlijst stonden (freelancers).

2.3.

Belanghebbende heeft met alle freelancers een zogenoemde ‘Arbeidsovereenkomst freelancer’ gesloten. Tot de stukken van het geding behoort een tweetal voorbeelden van dergelijke overeenkomsten, waarin onder meer het volgende is bepaald:

“Arbeidsovereenkomst freelancer

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. De werknemer treedt met ingang van (…) in dienst in de functie van zorghulp.

Arbeidsduur en werktijden

Artikel 2

1. De overeengekomen arbeidsduur per week is flexibel.

2. De werkdagen en werkuren zullen in overleg met werkgever worden vastgesteld.

Salaris

Artikel 3

1. De freelancer ontvangt een bruto vergoeding van € (…) per uur, welke vergoeding bij achterafbetaling wordt uitbetaald.

2. Freelancer dient zelf de eventuele verschuldigde inkomstenbelasting en/of sociale premies af te dragen en vrijwaart werkgever voor eventuele aanspraken ter zake van de fiscus en/of enige uitvoeringsinstelling sociale verzekering.

3. De freelancer gaat ermee akkoord dat zijn bruto vergoeding pas uitbetaald wordt nadat de werkgever de vergoeding van de gedeclareerde uren van cliënt heeft ontvangen.

Nevenwerkzaamheden en concurrentiebeding

Artikel 4

1. Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever zal de werknemer naast zijn dienstbetrekking met de werkgever geen beroep of bedrijf uitoefenen (…).

2. Voorts zal de werknemer naast zijn dienstbetrekking geen gehonoreerde nevenwerkzaamheden verrichten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever en zich onthouden van alle niet gehonoreerde nevenwerkzaamheden die een goede vervulling van het dienstverband met de werkgever kunnen belemmeren.

3. Een en ander heeft enkel betrekking op die nevenwerkzaamheden die in beginsel concurrerend geacht kunnen worden ten opzichte van de activiteiten van werkgever.

Geheimhouding en diverse bepalingen

Artikel 5

1. De werknemer verplicht zich zowel tijdens als na afloop van het dienstverband strikte geheimhouding te betrachten, omtrent alle aangelegenheden aangaand het bedrijf en de onderneming van de werkgever, waarvan het vertrouwelijke karakter geacht worden hem bekend te zijn.

(…)”

Tot het dossier behoort tevens een derde voorbeeld van een ‘Arbeidsovereenkomst freelancer’ waarin de term ‘werknemer’ is vervangen door ‘freelancer’. Voornoemde bepalingen zijn ook in deze overeenkomst opgenomen.

2.4.

Belanghebbende heeft met alle zorgvragers/budgethouders een zogenoemde ‘Zorgovereenkomst AWBZ/PGB’ gesloten. Tot de stukken van het geding behoort een voorbeeld van een dergelijke overeenkomst, waarin onder meer het volgende is bepaald:

“Wat houden de werkzaamheden precies in:

ͦ Persoonlijke verzorging

(…)

Hoelang is de zorgovereenkomst geldig

(…)

Welke afspraken heeft u gemaakt met [A3]

ͦ [A3] biedt u zorg voor een variabel aantal uren

ͦ [A3] biedt u zorg voor een vast aantal uren

Namelijk: … uren per week

Hoe wordt [A3] betaald?

U ontvangt op de 20e van ieder maand de factuur over de betreffende maand (…). De factuur dient binnen 14 dagen te worden voldaan. Wanneer de factuur niet tijdig wordt betaald is [A3] gerechtigd incasso maatregelen te nemen.

(…)

Geldt er een opzegtermijn?

De budgethouder mag de overeenkomst tussentijds opzeggen. Er geldt een opzegtermijn van een maand (…) [A3] mag de overeenkomst alleen tussentijds opzeggen als daar gewichtige redenen voor zijn (…)

Wanneer eindigt de overeenkomst direct?

De overeenkomst van de opdracht eindigt:

ͦ Als de budgethouder overlijdt

ͦ Als het Zorgkantoor beslist dat de budgethouder geen recht heeft op een persoongebonden buget

Wie is verantwoordelijk voor de veiligheid?

De budgethouder en [A3] zorgen er samen voor dat de zorgverlener veilig kan werken. [A3] aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade tenzij er sprake is van een grove nalatigheid bij het uitvoeren van de geleverde en/of verleende diensten. In dat geval is de aansprakelijkheid beperkt tot het beloop van het in verband met die geleverde en verleende diensten gefactureerde bedrag terwijl de aansprakelijkheid in ieder geval is beperkt tot het bedrag dat in het kader van een aansprakelijkheidsverzekering in het desbetreffende geval wordt uitbetaald.

Afspraken

Met de ondertekening garandeert [A3] dat er zorgverleners voor u beschikbaar zijn voor de duur van overkomst. (…)

[A3] garandeert de kwaliteit van de hulp en de zorgverlener verwacht mag worden. (…)

De zorgverlener en [A3] houden alles geheim wat zij weten over de budgethouder en diens gezin, partner of huisgenoten

[A3] zorgt er bij overdacht van de werkzaamheden dat de benodigde gegevens beschikbaar zijn. Dit gebeurt in overleg met de budgethouder.”

2.5.

Tot de stukken van het geding behoort een voorbeeld van een door belanghebbende opgesteld zorgplan. In dit zorgplan wordt per zorgvraag de doelstelling vermeld en aangegeven welke acties dienen te worden ondernomen.

2.6.

De Inspecteur is bij belanghebbende op 13 februari 2015 een boekenonderzoek gestart, naar de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen over onder meer de tijdvakken in de jaren 2012, 2013 en 2014. Het rapport van de uitkomsten van het boekenonderzoek is gedateerd op 16 juli 2015. In dit rapport is onder meer vermeld dat de freelancers hun gewerkte uren declareren bij belanghebbende en dat belanghebbende in de onderhavige jaren altijd aan de budgethouder factureerde. Verder is vermeld dat indien de klant klachten heeft over de zorgverlener, belanghebbende zorg draagt voor de klachtenafhandeling. Volgens het rapport heeft belanghebbende met betrekking tot de freelancers te weinig loonheffingen afgedragen tot de volgende bedragen: € 93.154 (2012), € 212.731 (2013) en € 334.924 (2014), en is over 2012 in verband met vrijwilligersvergoedingen € 4.892 te weinig aan loonheffingen afgedragen.

2.7.

Overeenkomstig de bevindingen in het controlerapport zijn aan belanghebbende met dagtekening 16 juli 2015 de onderhavige naheffingsaanslagen in de loonheffingen opgelegd en gelijktijdig de beschikkingen belastingrente. Daarnaast zijn met dagtekening 31 augustus 2015 bij beschikkingen vergrijpboeten opgelegd naar de volgende bedragen: € 49.023 (1 januari 2012 t/m 31 december 2012), € 106.365 (1 januari 2013 t/m 31 december 2013) en € 167.462 (1 januari 2014 t/m 31 december 2014).

2.8.

Belanghebbende heeft tegen deze naheffingsaanslagen en beschikkingen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar met dagtekening 25 februari 2016 de bezwaren gegrond verklaard, de naheffingsaanslagen verminderd en de boeten dienovereenkomstig verminderd, en de belastingrente – bij afzonderlijke ambtshalve vermindering – verminderd tot de volgende bedragen:

Tijdvak

Loonheffingen

Belastingrente

Boete

1 januari 2012 t/m 31 december 2012

€ 52.404

€ 4.678

€ 26.202

1 januari 2013 t/m 31 december 2013

€ 135.920

€ 8.056

€ 67.960

1 januari 2014 t/m 31 december 2014

€ 206.415

€ 4.494

€ 103.207

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de naheffingsaanslagen terecht en tot de juiste hoogte zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de freelancers in de onderhavige tijdvakken in een dienstbetrekking stonden tot belanghebbende. Over de cijfermatige uitkomst van elkaars standpunten bestaat geen geschil.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken van de Inspecteur, de naheffingsaanslagen over de tijdvakken 1 januari 2013 t/m 31 december 2013 en 1 januari 2014 t/m 31 december 2014, en de boetebeschikkingen, en tot vermindering van de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2012 t/m 31 december 2012 tot een bedrag van € 4.892 (correctie in verband met vrijwilligersvergoeding). Tevens verzoekt belanghebbende om een vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn indien het Hof niet vóór 25 juli 2019 uitspraak doet.

3.3.

De Inspecteur beantwoordt deze vraag bevestigend. De Inspecteur neemt in hoger beroep het nadere standpunt in dat de vergrijpboeten dienen te worden vernietigd. Hij concludeert aldus tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar en de boetebeschikkingen, en tot vermindering van de naheffingsaanslagen tot respectievelijk € 39.963 (tijdvak 1 januari 2012 t/m 31 december 2012), € 55.694 (tijdvak 1 januari 2013 t/m 31 december 2013) en € 77.585 (tijdvak 1 januari 2014 t/m 31 december 2014).

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing