Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5833, 18/00537

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5833, 18/00537

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 juli 2019
Datum publicatie
9 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:5833
Zaaknummer
18/00537

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Eigenwoningregeling. Wijziging partnerbegrip per 1 januari 2011. Bij belastingplichtige en duurzaam gescheiden levende echtgenoot wordt niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking genomen. Aanmerkelijk belangregeling. Aanpassing overdrachtsprijs.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer: 18/00537

uitspraakdatum: 16 juli 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 mei 2018, nummer AWB 17/3021, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.950 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van -/- € 143.951. Voorts is bij beschikking het verlies uit aanmerkelijk belang vastgesteld op € 143.951.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslag en de verliesvaststellingsbeschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 juni 2019 te Arnhem. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met [A] (hierna: [A] ). Samen hebben zij vier kinderen.

2.2.

Op 8 mei 2009 heeft belanghebbende samen met [A] de woning aan de [a-straat] 1 te [Z] (hierna: [Z] ) gekocht.

2.3.

Tot 24 augustus 2009 heeft belanghebbende samen met [A] en de vier kinderen gewoond in de aan hem en [A] in eigendom toebehorende woning aan de [b-straat] 31 te [B] (hierna: [B] ).

2.4.

Sinds 24 augustus 2009 woont belanghebbende samen met [C] (hierna: [C] ) in [Z] . [A] en de kinderen zijn in [B] blijven wonen. Door belanghebbende en/of [A] is tot op heden mede op grond van financiële redenen geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed ingediend.

2.5.

Op [B] rust een hypothecaire schuld van € 744.009. De daarover in 2013 verschuldigde rente bedraagt € 28.772. Op [Z] rust een hypothecaire schuld van € 1.065.200. De daarover in 2013 verschuldigde rente bedraagt € 15.306.

2.6.

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV 2013 aangegeven dat hij niet gehuwd is, maar het gehele jaar heeft samengewoond. Hij heeft in deze aangifte bij het onderdeel eigen woning het volledige eigenwoningforfait van [Z] (€ 5.256) aangegeven en de volledige rente op de hypothecaire schuld die op [Z] rust afgetrokken. Per saldo is dat een aftrek wegens negatieve inkomsten uit eigen woning van € 10.050. Inzake [B] heeft hij bij het onderdeel eigen woning niets vermeld.

2.7.

Belanghebbende heeft in 2008 zijn belang van 33,3% in [D] B.V. verkocht aan [E] B.V. (hierna: [E] ), waarvan hij 100% van de aandelen bezit (hierna: de eerste transactie). [E] heeft deze aandelen dezelfde dag doorverkocht aan [F] B.V. (hierna: [F] ), een dochtervennootschap van [E] (hierna: de tweede transactie). In zijn aangifte IB/PVV 2008 heeft belanghebbende ter zake van de eerste transactie een winst uit aanmerkelijk belang aangegeven van € 143.951. De Inspecteur heeft deze winst ook op dit bedrag vastgesteld. Bij de tweede transactie zijn belanghebbende en [E] overeengekomen dat als [E] door [F] zal worden aangesproken op terugbetaling van (een deel van) de koopsom, belanghebbende zal bijdragen in het terug te betalen bedrag tot een maximum van € 143.950. Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV 2013 bij het onderdeel inkomen uit aanmerkelijk belang een verlies aangegeven van € 143.951.

2.8.

De aanslag IB/PVV 2013 is door de Inspecteur vastgesteld conform de ingediende aangifte.

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is in geschil of, zoals belanghebbende het in zijn bezwaarschrift heeft verwoord, de fiscale aftrek van de rente eigen woning nog dient te worden gecorrigeerd, omdat hij in de aangifte ten onrechte de laagste aftrek rente heeft verwerkt. In een telefoongesprek van 20 augustus 2015 met de Inspecteur heeft belanghebbende toegelicht, dat hij renteaftrek van [B] wil, omdat daar de hoogste hypotheekschuld op zit.

3.2.

Verder is in geschil of de betaling van € 143.951 in 2013 als negatief resultaat uit overige werkzaamheden kwalificeert.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing