Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:8057, 18/00448

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:8057, 18/00448

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 oktober 2019
Datum publicatie
11 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:8057
Zaaknummer
18/00448

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Wijze van betaling. PIAF-apparaat.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00448

uitspraakdatum: 1 oktober 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 9 april 2018, nummer UTR 17/3512, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 19 mei 2019 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 63,53.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 27 juli 2017 de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 19 mei 2017 zijn auto geparkeerd op een in Utrecht gelegen plek waar op dat tijdstip alleen tegen betaling van parkeerbelasting mocht worden geparkeerd. Hij heeft gebruik gemaakt van een PIAF-apparaat om de verschuldigde belasting te voldoen.

2.2.

Een PIAF-apparaat is een door belanghebbende van de gemeente speciaal voor dit doel gekocht apparaat waarmee betalingen voor parkeerbelasting kunnen worden gedaan. Gebruikers dienen daarnaast bij de gemeente chipkaarten met parkeertegoed te kopen. Bij het parkeren van de auto moet de chipkaart in het apparaat worden gestoken, dient het apparaat in werking worden gesteld en dient het zichtbaar in de auto worden achtergelaten.

2.3.

Belanghebbende was bij de heffingsambtenaar geregistreerd als gebruiker van een PIAF-apparaat. De gemeente heeft besloten over te gaan naar een ander betalingssysteem en de mogelijkheid van betaling met behulp van een PIAF-apparaat af te schaffen. Bij brief van 20 december 2011 heeft de gemeente de geregistreerde gebruikers geïnformeerd dat geen PIAF-apparaten meer worden verkocht, dat chipkaarten nog tot en met het tweede kwartaal van 2012 worden verkocht en dat met ingang van 1 januari 2013 geen gebruik meer kan worden gemaakt van het PIAF-apparaat om de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen.

2.4.

Bij brief van 1 maart 2012 zijn de geregistreerde gebruikers geïnformeerd over het inleveren van het PIAF-apparaat en de wijze van restitueren van het tegoed op de chipkaarten.

2.5.

De introductie van de nieuwe betaalmethode (“Parkeer en Bel”) heeft vertraging opgelopen. De verkoop van chipkaarten is met ingang van 1 januari 2013 gestopt. Op 1 oktober 2015 is door een wijziging van het Aanwijzingsbesluit parkeerapparatuurplaatsen (hierna: het Aanwijzingsbesluit) de nieuwe betaalmethode in werking getreden en was betaling met behulp van een PIAF-apparaat niet meer toegestaan. Vanaf januari 2015 hebben controleurs van de gemeente bij het constateren van het gebruik van een PIAF-apparaat op de betreffende auto’s flyers aangebracht waarop was vermeld dat vanaf 1 januari 2015 niet meer met een PIAF-apparaat mocht worden betaald.

2.6.

In het Gemeenteblad van 18 oktober 2016 is bekendgemaakt dat vanaf 1 december 2016 geen restitutie van de tegoeden op de PIAF-chipkaarten meer zou plaatsvinden.

2.7.

In een e-mailbericht van 26 april 2013 heeft [A] aan de gemeente Utrecht de vraag voorgelegd tot wanneer met een PIAF-apparaat kan worden geparkeerd. Hierop is door [B] , medewerker afdeling vergunningen van de gemeente Utrecht, op dezelfde dag het volgende geantwoord:

“Het tegoed op de kaart(en) blijft onbeperkt geldig. Dit is vooruitbetaalde parkeerbelasting waarvan u gebruik kan blijven maken, zolang u nog een Piaf apparaat in bezit heeft.”

Op 9 december 2014 en 7 april 2016 heeft [A] bij het parkeren in Utrecht gebruik gemaakt van het PIAF-apparaat, waarna aan hem naheffingsaanslagen zijn opgelegd. In bezwaar heeft hij verwezen naar voornoemd e-mailbericht. De heffingsambtenaar heeft vervolgens de aan [A] opgelegde naheffingsaanslagen vernietigd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de aanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd.

3.2.

Belanghebbende stelt dat de aanslag op grond van het vertrouwensbeginsel of het gelijkheidsbeginsel moet worden vernietigd. Daarnaast stelt belanghebbende dat het tegoed op de chipkaarten moet worden aangemerkt als een betaling vooraf van de verschuldigde belasting. Ten slotte stelt belanghebbende dat de aanslag moet worden vernietigd omdat de gemeente hem niet op correcte wijze heeft geïnformeerd over de afschaffing van de PIAF-betaalwijze.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing