Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10184, 19/01538 en 19/01539

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10184, 19/01538 en 19/01539

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 december 2020
Datum publicatie
18 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:10184
Formele relaties
Zaaknummer
19/01538 en 19/01539

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Werkzaamheden als ziekenverzorgende. Winst uit onderneming? Vertrouwen te ontlenen aan afgegeven VAR-WUO?

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummers 19/01538 en 19/01539

uitspraakdatum: 8 december 2020

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 31 oktober 2019, zaaknummers LEE 18/3529 en 18/3711, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] (hierna: belanghebbende).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.914. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 574.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar, het bezwaar gegrond verklaard.

1.3

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.302. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 23.

1.4

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar, het bezwaar ongegrond verklaard.

1.5

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 31 oktober 2019 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag in de IB/PVV voor 2012 verminderd tot een aanslag berekend uitsluitend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.324, de aanslag in de IB/PVV voor 2013 verminderd tot een aanslag berekend uitsluitend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.091, de bestreden beschikkingen belastingrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht aan belanghebbende te vergoeden, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en het verzoek om schadevergoeding van belanghebbende afgewezen.

1.6

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.7

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.8

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze plaatsgevonden op 13 oktober 2020 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord (per telefoonverbinding) belanghebbende en [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede (per beeldverbinding) [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door [C] .

1.9

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende was in de jaren 2012 en 2013 werkzaam als ziekenverzorgende. Zij verleende AWBZ-gefinancierde 24-uurszorg in natura aan (met name) terminale patiënten (de zorgwerkzaamheden). Zij heeft geen BIG-registratie.

2.2

In het jaar 2012 verrichtte zij de hiervoor genoemde zorgwerkzaamheden uitsluitend door tussenkomst van de volgende (Wtzi-erkende) instellingen: [D] , [E] BV/ [F] , [G] , [H] en het [I] .

2.3

In het jaar 2013 verrichtte belanghebbende de hiervoor genoemde zorgwerkzaamheden uitsluitend door tussenkomst van de volgende (Wtzi-erkende) instellingen: [F] en [J] .

2.4

In haar aangifte in de inkomstenbelasting over 2012 heeft belanghebbende onder "resultaat uit overige werkzaamheden", onder aftrek van aangegeven kosten voor een bedrag van € 21.197, een totaalbedrag aan inkomsten uit het verlenen van zorg aangegeven van € 1.430.

2.5

In haar aangifte in de inkomstenbelasting over 2013 heeft belanghebbende onder "resultaat uit overige werkzaamheden" een totaalbedrag aan inkomsten uit het verlenen van zorg aangegeven van € 30.261. Van deze inkomsten ziet een bedrag van € 1.487 op inkomsten [J] ; de overige inkomsten zijn afkomstig van [F] .

2.6

Naast de inkomsten uit de hiervoor bedoelde werkzaamheden heeft belanghebbende in de onderhavige jaren inkomsten genoten uit een dienstbetrekking bij [K] . Haar looninkomsten hieruit bedroegen in 2012 €12.818 en in 2013 €13.574.

2.7

Belanghebbende heeft op 22 november 2011 een aanvraag VAR voor 2012 ingediend.

2.8

Belanghebbende heeft, blijkens de door de Inspecteur in eerste aanleg overgelegde computeruitdraaien, op 25 juni 2012 een aanvraag VAR voor 2013 ingediend.

2.9

In de hiervoor – onder 2.7 en 2.8 - bedoelde aanvragen heeft belanghebbende de daarin gestelde vragen beantwoord.

2.10

Op vraag 2a (2012 en 2013) “'Omschrijf de soort werkzaamheden waarvoor u de VAR aanvraagt (VAR-werkzaamheden)” antwoordde belanghebbende: “zorgwerkzaamheden”.

2.11

In de toelichting bij vraag 2a van het aanvraagformulier is het volgende vermeld:

Bij vraag 2a Geef een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden. 'Advieswerkzaamheden' is bijvoorbeeld niet duidelijk genoeg, maar 'belastingadvieswerkzaamheden' of 'loopbaanadvieswerkzaamheden' wel. U kunt een VAR aanvragen voor alle werkzaamheden van dezelfde soort die u voor een of meer opdrachtgevers uitvoert en die u onder dezelfde voorwaarden uitvoert.

Voorbeeld

U doet timmer-, metsel- en schilderwerk. Deze werkzaamheden kunt u samenvatten als 'kluswerkzaamheden’. U kunt voor al deze werkzaamheden een VAR aanvragen. U vult in: 'Kluswerkzaamheden, zoals timmer-, metsel- en schilderwerk'.

Kunt u de werkzaamheden niet samenvatten? Of zijn de voorwaarden waaronder u ze uitvoert, niet hetzelfde? Vraag dan per soort werkzaamheden een aparte VAR aan.

Voorbeeld

U doet timmerwerk en u ontwikkelt software. Als u voor beide werkzaamheden een VAR wilt, moet u twee aanvragen doen.”.

2.12

Op vraag 2b (2012 en 2013) “Heeft de Belastingdienst de inkomsten uit de VARwerkzaamheden in de afgelopen vijf jaar eerder beoordeeld?” antwoordde belanghebbende: “'als winst”.

2.13

In de toelichting bij vraag 2b van het aanvraagformulier is het volgende vermeld:

“Heeft de Belastingdienst de inkomsten uit de VARwerkzaamheden in de afgelopen vijf jaar eerder beoordeeld ? Bijvoorbeeld: u hebt hierover een aanslag inkomstenbelasting ontvangen of de Belastingdienst heeft hierover een standpunt ingenomen bij een boekenonderzoek. Let op! Een VAR van een vorig jaar geldt niet als een eerdere beoordeling.”.

2.14

Op vraag 2c (2012 en 2013) “Hoe beoordeelt u zelf de arbeidsrelatie?” antwoordde belanghebbende “ik ben ondernemer”.

2.15

Op vraag 2e (2012 en 2013) Hoeveel opdrachtgevers verwacht u te hebben voor de VARwerkzaamheden in het jaar waarvoor u de verklaring aanvraagt?”, en de daarop volgende vraag, vraag 2f (2012 en 2013), die ziet op de situatie in het voorafgaande jaar, antwoordde belanghebbende “3-7”.

2.16

In de toelichting bij vraag 2e van het aanvraagformulier is het volgende vermeld:

Een opdrachtgever is iemand met wie u overeenkomt dat u werkzaamheden voor hem gaat uitvoeren.

Bemiddeling, uitzending of detachering

Werkt u via een uitzend- of detacheringsbureau, dan is het uitzend- of detacheringsbureau de opdrachtgever. Werkt u via een bemiddelingsbureau, dan is de klant voor wie u werkt de opdrachtgever en niet het bemiddelingsbureau. Zie ook de toelichting bij vraag 21.

Concern en werkmaatschappijen

Werkt u bij een concern voor meerdere werkmaatschappijen? Dan is er sprake van één opdrachtgever als u uw opdrachten op basis van een contract uitvoert.”.

2.17

Op vraag 2g (2012 en 2013) “Kunnen de werkzaamheden ook door anderen uitgevoerd worden?” antwoordde belanghebbende “ja”.

2.18

Op vraag 2i (uitsluitend 2013) “Loopt u ondernemersrisico’s?”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.19

In de toelichting bij vraag 2i van het aanvraagformulier (2013) is het volgende vermeld:

Kies 'Ja' als u ondernemersrisico's loopt. Dat is bijvoorbeeld het risico dat een opdrachtgever u niet of minder betaalt als hij niet tevreden is over uw werk. Kies ook 'Ja' als de opdrachtgever u in dat geval zonder aanvullende vergoeding uw werk (deels) opnieuw kan laten uitvoeren.”.

2.20

Op vraag 2k (uitsluitend 2013) “Verwacht u de VARwerkzaamheden meestal uit te voeren voor opdrachtgevers waar dezelfde werkzaamheden ook in loondienst worden uitgevoerd?”, antwoordde belanghebbende “nee”.

2.21

In de toelichting bij vraag 2k van het aanvraagformulier (uitsluitend 2013) is het volgende vermeld:

Verwacht u de VARwerkzaamheden meestal uit te voeren voor opdrachtgevers waar dezelfde werkzaamheden ook in loondienst worden uitgevoerd? Als u niet weet of de VAR-werkzaamheden ook in loondienst worden uitgevoerd, moet u hier een inschatting van maken.

Voorbeeld

U werkt als timmerman. Als u dat doet voor timmer en bouwbedrijven, mag u aannemen dat daar ook werknemers in loondienst hetzelfde werk doen. Als u uw timmerwerkzaamheden uitvoert voor andere bedrijven of voor particulieren, mag u aannemen dat daar geen werknemers in loondienst hetzelfde werk doen.”.

2.22

Op vraag 2l (uitsluitend 2013) “Verwacht u de VAR-werkzaamheden uit te voeren via detachering, uitzending of bemiddeling? ”, antwoordde belanghebbende “ja, minder dan 50%”.

2.23

In de toelichting bij vraag 2l van het aanvraagformulier (uitsluitend 2013) is het volgende vermeld:

“Verwacht u de VAR-werkzaamheden uit te voeren via detachering, uitzending of bemiddeling? In de volgende tabel staan een aantal belangrijke verschillen tussen bemiddelen en uitzenden of detacheren.

Bemiddelen

Het bureau ontvangt een vergoeding voor het in contact brengen van u met de klant. U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van uw werk. De klant spreekt u er op aan als hij niet tevreden is. U loopt het risico dat u geen geld krijgt voor uw werkzaamheden. De klant betaalt u uit aan de hand van het aantal gewerkte uren. U hoeft geen urenbriefjes in te leveren bij het bemiddelingsbureau. Er wordt een overeenkomst gesloten tussen u en de klant, waarbij u zich verplicht de werkzaamheden voor de klant te verrichten. Het bureau is hierin geen partij.

Uitzending of detachering

Het bureau vraagt geen vergoeding voor het in contact brengen van u met de klant. Het bureau is verantwoordelijk voor de kwaliteit van uw werk. De klant spreekt het bureau er op aan als hij niet tevreden is. Het bureau betaalt u uit aan de hand van het aantal gewerkte uren bij de klant. Er worden afspraken gemaakt over wie het aantal gewerkte uren vaststelt. Er wordt een overeenkomst gesloten tussen het bureau en de klant, waarbij het bureau aangeeft dat het u voor de werkzaamheden inzet.

Het maakt niet uit hoe het bureau zichzelf noemt. Het gaat om de feitelijke relatie tussen u, het bureau en de klant. Kijk voor meer informatie hierover op deze internetsite bij Werken via een uitzend-, detacherings- of bemiddelingsbureau.”.

2.24

Op vraag 4a (2012 en 2013) “Verstuurt u facturen voor de VAR-werkzaamheden waarvoor u deze verklaring aanvraagt?”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.25

Op vraag 4b (2012 en 2013) ”Maakt u reclame voor de VAR-werkzaamheden?”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.26

In de toelichting bij vraag 4b van het aanvraagformulier (2012 en 2013) is het volgende vermeld:

Bij reclame kunt u denken aan:

-advertenties

-internetsites

-sponsoring

-relatiegeschenken.”.

2.27

Op vraag 4e (2012 en 2013) “Heeft u een BTW-nummer?”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.28

Op vraag 4f (2012 en 2013) “Investeert u jaarlijks meer dan € 2.500? ”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.29

In de toelichting bij vraag 4f van het aanvraagformulier (2012 en 2013) is het volgende vermeld:

Investeert u jaarlijks meer dan € 2.500 ? met investeringen worden bedoeld : alle kosten die u voor uw onderneming maakte die niet direct op een opdracht zijn terug te voeren. Denk bijvoorbeeld aan premies voor een aansprakelijkheidsverzekering of kosten voor:

-computerapparatuur

-briefpapier

-internetsites

-softwarelicenties

-(groot) gereedschap

-kantoorinrichting

-drukwerk

-vervoer en transportkosten

Directe kosten tellen niet mee als investering. Directe kosten zijn bijvoorbeeld:

-benzinekosten

-kosten van spijkers.”.

2.30

Op vraag 4h (2012 en 2013) “Beschikt u over de noodzakelijke vergunningen en certificaten voor de VARwerkzaamheden?”, antwoordde belanghebbende “ja”.

2.31

In de toelichting bij vraag 4h van het aanvraagformulier (2012 en 2013) is het volgende vermeld:

Het gaat hier om vergunningen of certificaten die op uw naam of de naam van uw onderneming zijn uitgereikt en die noodzakelijk zijn om de VAR-werkzaamheden als zelfstandige uit te voeren. Bijvoorbeeld een eigen vervoersvergunning in de transportsector of een horecavergunning voor een caféhouder.”.

2.32

Op 24 november 2011 is een VAR-WUO afgegeven voor het jaar 2012.

2.33

Op 3 september 2012 is een VAR-WUO afgegeven voor het jaar 2013. De Inspecteur heeft deze beschikking automatisch afgegeven zonder voorafgaand daaraan het aanvraagformulier voor 2013 te raadplegen. In de beschikking is onder andere het volgende aan belanghebbende medegedeeld:

Wij sturen iedereen die aan de volgende voorwaarden voldoet, automatisch een Verklaring arbeidsrelatie (VAR):

- U hebt de afgelopen drie jaar een VAR aangevraagd.

- U hebt telkens een VAR voor hetzelfde soort werk aangevraagd.

- U hebt het werk onder vergelijkbare omstandigheden uitgevoerd.

- U hebt telkens eenzelfde VAR van ons gekregen.

- Wij hebben de VAR’s in de tussentijd niet herzien.

Beslissing

U voldoet aan de voorwaarden voor een automatisch verstrekte VAR. Daarom krijgt u deze VAR.

VAR Winst uit onderneming

Net als de afgelopen drie jaar krijgt u van ons een VAR winst uit onderneming voor de volgende werkzaamheden (de zogenaamde VAR-werkzaamheden): zorgwerkzaamheden

Deze VAR is geldig van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. (…).”.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de voordelen die belanghebbende geniet uit de werkzaamheden zoals hiervoor - onder 2.1 – vermeld, eventueel met een beroep op het vertrouwensbeginsel dan wel het gelijkheidsbeginsel, winst uit onderneming vormen.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 - vermelde vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende heeft ter zitting verklaard dat als het Hof tot het oordeel mocht komen dat geen sprake is van winst uit onderneming (en voor 2013: geen sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden), de onderhavige aanslagen in de IB/PVV juist zijn vastgesteld. De Inspecteur heeft ter zitting verklaard dat, indien geoordeeld wordt dat sprake is van winst uit onderneming, ervan kan worden uitgegaan dat is voldaan aan het urencriterium. Hij bestrijdt evenwel voor het jaar 2013 de toepasselijkheid van de startersaftrek.

4 Beoordeling van het geschil

5 Verzoek om schadevergoeding

6 Proceskosten

7 Beslissing