Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10510, 19/01331

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10510, 19/01331

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 december 2020
Datum publicatie
25 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:10510
Zaaknummer
19/01331

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/01331

uitspraakdatum: 15 december 2020

Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 30 augustus 2019, nummer AWB 18/6795, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 13 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2017 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2018 vastgesteld op € 587.000. Tegelijk met deze beschikking heeft de heffingsambtenaar een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2018 opgelegd van € 476,64.

1.2.

Belanghebbende heeft op 31 maart 2018 bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 10 november 2018 de bezwaren ongegrond verklaard door de beschikking en de aanslag OZB te handhaven.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft (digitaal) plaatsgevonden op 11 november 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak is een omstreeks 1895 gebouwde tussenwoning. De woning heeft een inhoud van 890 m³ en staat op een perceel van 288 m2.

2.2.

Belanghebbende heeft de woning aangekocht op 9 juli 2015 voor een bedrag van € 510.000. De transportdatum was 15 oktober 2015. In 2016 is de onroerende zaak voorzien van een aanbouw.

3 Geschil

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de waarde te hoog is vastgesteld en bepleit een waarde van € 563.000. De heffingsambtenaar bepleit handhaving van de vastgestelde waarde. Verder stelt belanghebbende dat de periode tussen het horen en het doen uitspraak op bezwaar te lang is geweest.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing