Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:132, 200.271.808

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:132, 200.271.808

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 januari 2020
Datum publicatie
8 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:132
Zaaknummer
200.271.808

Inhoudsindicatie

Huur woonruimte. Ontbinding op grond van artikel 7:231 lid 2 BW na een besluit tot sluiting van de woning door de burgemeester wegens overtreding van artikel 13b Opiumwet.

Onduidelijk is wat de kantonrechter in een bodemprocedure zal vinden van de proportionaliteit van de ontbinding: er is maar een kleine hoeveelheid drugs gevonden en twee telefoons die in een drugsnetwerk werden gebruikt. De advocaat in de zaak voor de bestuursrechter mag het dossier pas sinds kort inzien, omdat stukken eerder geheim werden gehouden. Gelet op de bij de ontruiming betrokken belangen van partijen de huurders zijn analfabeet, zijn op leeftijd, woonden al meer dan 30 jaar in de woning toen deze door de burgemeester werd gesloten en zijn nu dakloos ziet het hof onvoldoende grond om in kort geding de ontruimingsvordering toe te wijzen en ziet het voldoende aanleiding om Mitros te veroordelen om de huurwoning voorlopig weer aan het echtpaar [appellanten] in gebruik te geven.

Uitspraak

locatie Arnhem


afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.271.808

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 8143129)

arrest in kort geding van 7 januari 2020

in de zaak van

1 [appellant 1]2. [appellant 2] ,

beiden wonende te Utrecht,

appellanten,

in eerste aanleg: gedaagden,

hierna: [het echtpaar] ,

advocaat: mr. K. Kroon,

tegen:

de stichting

Stichting Mitros,

gevestigd te Utrecht,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: Mitros,

advocaat: mr. V.C. Hartkamp.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 20 december 2019 dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland (sector kanton, locatie Utrecht) heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 3 januari 2020 met grieven,

- de memorie van antwoord,

- de mondelinge behandeling op 7 januari 2020, waarbij de advocaten gebruik hebben gemaakt van spreeknotities.

2.2

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof arrest bepaald op één dossier.

2.3

[het echtpaar] vordert in het hoger beroep - kort samengevat - het vonnis van 20 december 2019 te vernietigen, primair de vordering in conventie alsnog af te wijzen, subsidiair aan de ontruiming de voorwaarde te verbinden dat Mitros onherroepelijk passende woonruimte heeft aangeboden op Kanaleneiland en meer subsidiair de ontruimingstermijn te bepalen op 12 maanden, met de veroordeling van Mitros in de kosten van de procedure. Voorwaardelijk vordert [het echtpaar] , voor het geval het hof op 8 januari 2020 nog geen uitspraak heeft gedaan, de tenuitvoerlegging te schorsen of de uitvoerbaar bij voorraadverklaring op te heffen zolang het hof geen uitspraak heeft gedaan.

3 De beoordeling van het hoger beroep

4 Slotsom

5 De beslissing