Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2109, 19/00242

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2109, 19/00242

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 maart 2020
Datum publicatie
27 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:2109
Formele relaties
Zaaknummer
19/00242

Inhoudsindicatie

Wbm. Vrijstelling energiebelasting ter zake van de levering of het verbruik van elektriciteit die wordt gebruikt voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procedés. Is sprake van een oppervlaktebehandeling bestaande uit warmtebehandeling van metalen?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/00242

uitspraakdatum: 10 maart 2020

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de inspecteur),

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) van 21 februari 2019, nummer AWB 17/5767, ECLI:NL:RBGEL:2019:673, in het geding tussen de inspecteur en

[X] B.V., gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende),

betreffende na te noemen naheffingsaanslag en beschikking belastingrente.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft over de periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 aan belanghebbende een naheffingsaanslag energiebelasting (aanslagnummer [00000] .4.01.650.000) van € 26.288 opgelegd, (hierna: de naheffingsaanslag). Gelijktijdig met de naheffingsaanslag is aan belanghebbende bij beschikking € 628 belastingrente in rekening gebracht (hierna: de rentebeschikking).

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en de rentebeschikking. In de uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur de naheffingsaanslag en de rentebeschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen deze uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank. De griffier van de rechtbank heeft een griffierecht geheven van € 333.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslag en de rentebeschikking vernietigd, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 1.532 en gelast dat de inspecteur aan belanghebbende het griffierecht vergoedt.

1.5.

De inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 12 februari 2020 te Arnhem. Op deze zitting zijn verschenen [A] en [B] , namens belanghebbende en [C] als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de inspecteur [D] , [E] , [F] , [G] en [H] .

1.8.

De inspecteur heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit het bewerken van aluminium. Aluminium staven met een dikte van 7 inch en een lengte van circa 720 mm (billet) worden in een gasgestookte oven verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 500 graden Celsius. Vervolgens wordt het verwarmde aluminium onder hoge druk door matrijzen geperst, waardoor aluminium strengen ontstaan. Om corrosievorming tegen te gaan worden deze strengen door middel van een Zinc Arch Spray-procedé (hierna: ZAS-procedé) bewerkt. Dit gaat als volgt. De aluminium strengen worden nadat zij onder hoge druk door de matrijzen zijn geperst, verder bewerkt. Op dat moment hebben de strengen een temperatuur die ligt tussen de 450 en 550 graden Celsius. Alvorens het zink wordt aangebracht wordt het zink verhit in het spuitpistool, zodat het vloeibaar is. Dit gebeurt door het samenbrengen van een positief geladen en een negatief geladen zinkdraad. Door de verwarming ontstaat een plasma. De vloeibare zink wordt vervolgens met behulp van de zink-spray installatie op het aluminium gespoten. Dit moet onder bepaalde druk plaatsvinden. Daarvoor wordt perslucht gebruikt die in een compressor is gecomprimeerd en via een leiding naar de zink-spray installatie wordt geleid. De hechting van het zink aan het aluminium berust op diffusie, waarbij aluminiumatomen en zinkatomen met elkaar vermengen.

2.2.

Belanghebbende heeft op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm) teruggaafverzoeken energiebelasting gedaan en verkregen. De verzoeken hebben betrekking op het procedé dat ziet op het bewerken van het aluminium tot aluminium strengen, als ook op het zogenoemde ZAS-procedé.

2.3.

Naar aanleiding van een onderzoek naar de aanvaardbaarheid van de ingediende teruggaafverzoeken voor de Wbm (categorie energiebelasting en Opslag Duurzame Energie (ODE) elektriciteit) over de periode 1 januari 2015 tot en met 30 september 2016 heeft de inspecteur een naheffingsaanslag van € 26.288 opgelegd. Deze aanslag ziet op de teruggaven die zijn verleend voor de door de zink-spray installatie en de compressor verbruikte elektriciteit in het kader van het ZAS-procedé.

2.4.

De naheffingsaanslag is als volgt opgebouwd:

Periode

Metco zink-spray (11)

Compressor zink (12)

Totaal (11+ 12)

Tarief EB

Tarief ODE

Na te heffen EB en ODE

3e kw, 2015

10.205 kWh

326.803 kWh

337.008 kWh

€ 0,01250

€ 0,0012

€ 4.617

4e kw. 2015

12.549 kWh

407.745 kWh

420.294 kWh

€ 0,01250

€ 0,0012

€ 5.758

1e kw. 2016

12.077 kWh

517.488 kWh

529.565 kWh

€ 0,01331

€ 0,0019

€ 8.054

2e kw. 2016

11.642 kWh

505.072 kWh

516.714 kWh

€ 0,01331

€ 0,0019

€ 7.859

3 Geschil

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Heeft belanghebbende recht op vrijstelling van energiebelasting op grond van artikel 64, lid 3, Wbm?

II. Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: is er sprake van strijd met het Unierecht, dan wel het verbod op discriminatie, zoals neergelegd in internationale verdragen?

Belanghebbende beantwoordt beide vragen bevestigend. De inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

De inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en ongegrondverklaring van het bij de rechtbank ingediende beroep. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing