Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2789, 18/01021 tm 18/01023

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2789, 18/01021 tm 18/01023

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
31 maart 2020
Datum publicatie
10 april 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:2789
Zaaknummer
18/01021 tm 18/01023

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Navordering. Nieuw feit? Bijtelling privégebruik auto. Vertrouwensbeginsel. Informatie RDW.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 18/01021 tot en met 18/01023

uitspraakdatum: 31 maart 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 september 2018, nummers AWB 17/6476, AWB 17/6478 en AWB 17/6481, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.970. Tevens is bij beschikking € 853 aan belastingrente in rekening gebracht. Ten slotte is een vergrijpboete opgelegd van € 1.392.

1.2.

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.087. Tevens is bij beschikking € 636 aan belastingrente in rekening gebracht. Ten slotte is een vergrijpboete opgelegd van € 1.310.

1.3.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.443. Tevens is bij beschikking € 442 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.4.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de navorderingsaanslag IB/PVV 2012 verminderd naar een aanslag berekend over een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.096, de beschikking belastingrente verminderd naar een bedrag van € 609 en de vergrijpboete gehandhaafd. Verder heeft hij de navorderingsaanslag 2013 IB/PVV verminderd naar een aanslag berekend over een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.167, de beschikking belastingrente verminderd naar een bedrag van € 441 en de vergrijpboete gehandhaafd. Ten slotte heeft hij de aanslag 2014 IB/PVV verminderd naar een aanslag berekend over een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 26.619 en de beschikking belastingrente verminderd naar een bedrag van € 378.

1.5.

Na de uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de beschikkingen inzake de vergrijpboetes ambtshalve vernietigd.

1.6.

Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard voor wat betreft de in bezwaar toegekende proceskostenvergoeding, doch de uitspraken voor het overige in stand gelaten.

1.7.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2019 te Arnhem. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende drijft in de onderhavige jaren een eenmanszaak. Op de balans staat een auto, een Volkswagen Transporter bestel D 132 Kw DC met het kenteken [0-YYY-00] (hierna: de auto). De auto rijdt op diesel. Niet in geschil is dat met de auto op jaarbasis meer dan 500 kilometer privé is gereden. Bij de vaststelling van de winst is door belanghebbende geen bijtelling voor privégebruik van de auto opgenomen.

2.2.

In de aangiften IB/PVV 2012 en 2013 van belanghebbende is vermeld dat een auto met kenteken [0-YYY-00] ter beschikking is gesteld aan belanghebbende en dat deze auto in de categorie “nulemissie” valt. Belanghebbende heeft dit ontleend aan informatie van de Rijksdienst voor het wegverkeer (hierna: RDW), waar ten tijde van het doen van de aangiften 2012 en 2013 stond vermeld dat de emissie van dit voertuig “0 g/km” bedroeg. De Inspecteur heeft met betrekking tot de jaren 2012 en 2013 primitieve aanslagen opgelegd conform de aangiften van belanghebbende.

2.3.

De RDW vermeldde om ict-technische redenen vóór medio 2017 ook een emissie van “0 g/km” met betrekking tot voertuigen waarvan de emissie onbekend was. Na medio 2017 is deze vermelding door de RDW gewijzigd in “niet geregistreerd”.

2.4.

De auto heeft niet een emissie van nihil en valt niet in de categorie “nulemissie”. De auto heeft een CO₂-uitstoot van meer dan 50 gram per kilometer.

2.5.

Bij belanghebbende is in maart 2017 een boekenonderzoek uitgevoerd naar de aanvaardbaarheid van het achterwege blijven van een bijtelling voor privégebruik van de auto in de aangiften IB/PVV 2010 en later 2010 tot en met 2014. Naar aanleiding van dit boekenonderzoek zijn de onderhavige navorderingsaanslagen (2012 en 2013) opgelegd, en is de aanslag na correctie opgelegd (2014).

3 Geschil

In hoger beroep is in geschil of de navorderingsaanslagen in stand kunnen blijven. Belanghebbende stelt dat van kwade trouw geen sprake is, dat de Inspecteur niet beschikt over een nieuw feit in de zin van artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), dan wel dat het vertrouwensbeginsel aan navordering in de weg staat.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing