Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7451, 19/00868 tm 19/00873

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7451, 19/00868 tm 19/00873

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 september 2020
Datum publicatie
25 september 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:7451
Zaaknummer
19/00868 tm 19/00873

Inhoudsindicatie

OB. Ontvankelijkheid bezwaar. Bezwaartermijn van zes weken voldoet aan het doeltreffendheidsbeginsel en is niet in strijd met het gelijkwaardigheidsbeginsel. Splitsing belast en vrijgesteld deel vergoeding bij maatschap van podotherapeuten.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00868 tot en met 19/00873

uitspraakdatum: 15 september 2020

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 16 mei 2019, nummers AWB 18/1597, 18/1598, 18/2433, 18/2435, 18/2436 en 18/2437, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft voor de jaren 2012 (voor 2012 loopt het tijdvak van 1 juni tot en met 31 december) tot en met 2016 teruggaven van omzetbelasting verzocht.

1.2.

De Inspecteur heeft de verzoeken aangemerkt als bezwaren tegen de voldoeningen op aangifte en bij uitspraken op bezwaar de bezwaren voor de jaren 2012 tot en met 2015 en voor de tijdvakken gelegen tussen 1 januari 2016 en 1 oktober 2016 niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De Inspecteur heeft het bezwaar voor het tijdvak 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2016 ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het Hof heeft als gevolg van de uitbraak van COVID-19 een extra schriftelijke ronde ingelast. Partijen hebben de vragen van het Hof beantwoord.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze (via beeldbellen) plaatsgevonden op 26 augustus 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

[A] en [B] oefenen met ingang van 1 juni 2012 in maatschapsverband onder de handelsnaam [Y] (belanghebbende) het beroep van podotherapeut uit. Belanghebbende verricht diverse podotherapeutische werkzaamheden, zoals het geven van consulten, het uitvoeren van onderzoek, het opstellen van behandelplannen en het leveren van podotherapeutische zolen en andere hulpmiddelen. Een deel van de handelingen is vrijgesteld van omzetbelasting.

2.2.

Belanghebbende brengt voor het leveren van podotherapeutische zolen een vergoeding in rekening. Belanghebbende heeft in de onderhavige tijdvakken over de volledige vergoeding omzetbelasting in rekening gebracht.

2.3.

Op 1 juni 2017 is belanghebbende gestart met de splitsing van de vergoeding voor in een van btw-vrijgesteld deel (dat ziet op de therapie) en een btw-belast deel (dat ziet op de prestaties met betrekking tot de productie en de levering van de podotherapeutische zool). Vanaf dat moment worden deze vergoedingen apart gefactureerd. Tot de gedingstukken behoort de prijslijst die belanghebbende sinds 1 januari 2020 hanteert en waarin deze splitsing is aangebracht.

2.4.

Belanghebbende heeft voor de onderhavige tijdvakken om teruggaaf van omzetbelasting verzocht omdat in de vergoeding voor de therapeutische zolen deels een vergoeding zou zijn begrepen voor van omzetbelasting vrijgestelde podotherapeutische handelingen.

2.5.

De Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten (hierna: NVvP), waarvan ook de maten van belanghebbende lid zijn, heeft met de Belastingdienst overleg gevoerd over de omzetbelastinggevolgen van podotherapeutische handelingen. De Belastingdienst heeft zijn visie neergelegd in de brief van 21 december 2017. De inhoud van de brief luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Bij de werkzaamheden van een podotherapeut zijn - in grote lijnen - navolgende fasen te onderscheiden, waarbij zoals opgemerkt door sommige podotherapeuten fasen worden 'samengevoegd’.

1. Onderzoek;

2. Therapeutisch handelen;

3. Podotherapeutische zolen;

4. Afleverconsult;

5. Adviesconsult (is veelal begrepen in afleverconsult);

6. Zoolcontroleconsult (is veelal begrepen in klachtcontroleconsult);

7. Klachtcontroleconsult.

Onder fase 1 (onderzoek) kunnen de volgende handelingen worden gerangschikt:

-

Vragen naar relevante persoonlijke gegevens;

-

Afnemen van een klachtgerichte anamnese;

-

Uitvoeren van een inspectie, waarbij wordt gelet op standsafwijkingen van voeten, benen en rug bij de staande en zittende patiënt en op eventuele afwijkingen aan de huid en/of nagels;

-

Palperen van de relevante anatomische structuren;

-

Uitvoeren van een functieonderzoek (passief en actief) van de voeten en enkels en - op indicatie - van de knie, de heup en de rug. Hierbij worden de beweeglijkheid en stabiliteit van de gewrichten nagegaan, en kunnen spiertesten en pijnprovocaties worden uitgevoerd;

-

Analyseren van het looppatroon: hierbij wordt gekeken naar het totaalbeeld van het lopen, zoals naar de afwikkeling van de voet, de bewegingsuitslag in de knie, heup en romp. De beoordeling vindt meestal plaats op grond van de ‘klinische blik’ van de podotherapeut;

-

Het uitvoeren van drukmeetanalyses, verzamelen gegevens door middel van een drukmeetplaat over de gefaseerde afwikkeling van de voet;

-

Indien nodig wordt er een musculoskeletaal ultrasound (echo) onderzoek gedaan.

Onder therapeutisch handelen (fase 2) kunnen de volgende handelingen worden begrepen:

-

Formuleren van de podotherapeutische diagnose, inclusief de (vermoedelijke) oorzaak van de klachten;

-

Het analyseren van de gegevens verkregen uit het onderzoek en het opstellen en rapporteren van een therapieplan;

-

De uitvoering van podotherapeutische interventies;

-

Het communiceren en overleggen met de verwijzer en met andere zorgverleners (na goedkeuring van de patiënt) over aard, verloop en resultaten van de behandeling;

-

Kwaliteitscontrole metingen.

Fase 3 'podotherapeutische zolen’ omvat navolgende handelingen:

-

Het tekenen/ontwerpen van de zolen;

-

De vervaardiging van de zolen.

Het afleverconsult (fase 4) bestaat uit navolgende handelingen:

-

Het overhandigen van de zolen;

-

Zolen passend maken in de schoenen;

-

Algemene opbouw en gebruikersadviezen aangaande de podotherapeutische zolen.

Het adviesconsult (fase 5) bestaat uit de volgende handelingen:

-

Er wordt een kort onderzoek (statisch en dynamisch) gedaan waarbij gekeken wordt naar de invloed van de interventie met betrekking tot de stand van het lichaam en het looppatroon;

-

Het bekijken en opmeten van de schoenen, waarna vervolgens aanpassingen worden gedaan aan de schoen of persoonlijk schoenadvies wordt verstrekt;

-

Belasting- en belastbaarheidsadviezen.

Fase 6, het zoolcontroleconsult, omvat de volgende handelingen:

-

Controle zolen met betrekking tot het gebruik, onderhoud en kwaliteit;

-

Controleren slijtage afdeklaag en onderlaag;

-

Aanpassing van zolen met betrekking tot de productkwaliteit.

Fase 7, het klachtcontroleconsult, omvat de volgende werkzaamheden:

-

Opnieuw afnemen van een klachtgerichte anamnese;

-

Opnieuw uitvoeren van een inspectie, waarbij wordt gelet op standsafwijkingen van voeten, benen en rug bij de staande en zittende patiënt en op eventuele afwijkingen aan de huid en/of nagels;

-

Opnieuw palperen van de relevante anatomische structuren;

-

Opnieuw uitvoeren van een functie-onderzoek(passief en actief) van de voeten en enkels en - op indicatie-, van de knie, de heup en de rug. Hierbij worden de beweeglijkheid en stabiliteit van de gewrichten nagegaan, en kunnen spiertesten en pijnprovocaties worden uitgevoerd;

-

Opnieuw analyseren van het looppatroon: hierbij wordt gekeken naar het totaalbeeld van het lopen, zoals naar de afwikkeling van de voet, de bewegingsuitslag in de knie, heup en romp. De beoordeling vindt meestal plaats op grond van de 'klinische blik’ van de podotherapeut;

-

Opnieuw het uitvoeren van drukmeetanalyses, verzamelen gegevens door middel van een drukmeetplaat over de gefaseerde afwikkeling van de voet. (met en zonder interventie);

-

Opnieuw rapportage en verslaglegging naar huisarts of andere zorgverleners over voortgang;

-

Bekijken slijtage schoeisel.

De in fasen 1, 2, 5 en 7 genoemde activiteiten zijn vrijgesteld voor heffing van omzetbelasting. Ook de NVvP kan zich in deze vaststelling vinden. De fasen 3 en 4 bestaan uit activiteiten die belast zijn met omzetbelasting, nu deze de levering van steunzolen betreffen, dan wel daarmee in rechtstreeks verband staan. Dit geldt ook voor de handelingen die plaatsvinden in fase 6.

Dit heeft tot gevolg dat (het gedeelte van) de vergoeding die (dat) toerekenbaar is aan de fasen 3, 4 en 6, belast is met omzetbelasting.”

2.6.

De Rechtbank heeft het beroep voor de jaren 2012 tot en met 2015 en voor de tijdvakken gelegen tussen 1 januari en 1 oktober 2016 ongegrond verklaard omdat de Inspecteur de bezwaren van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep voor het tijdvak gelegen tussen 1 oktober en 31 december 2016 heeft de Rechtbank ongegrond verklaard omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de teruggaven heeft berekend volgens de uitgangspunten in de onder 2.5. opgenomen brief.

3 Geschil

In geschil is of de bezwaren (met uitzondering van dat voor het tijdvak gelegen tussen 1 oktober 2016 en 1 januari 2017) ontvankelijk hadden moeten worden verklaard op grond van het Unierecht. In geschil is voorts of belanghebbende recht heeft op de verzochte teruggaven. In dit verband is de door belanghebbende voorgestane, van de uitgereikte facturen afwijkende, splitsing van de vergoeding in een belast en een vrijgesteld deel in geschil. Ter zitting van het Hof heeft de gemachtigde het beroep op het gelijkheidsbeginsel ingetrokken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing