Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:795, 19/00022

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:795, 19/00022

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 januari 2020
Datum publicatie
7 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:795
Zaaknummer
19/00022

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/00022

uitspraakdatum: 28 januari 2020

Uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 23 november 2018, nummer UTR 17/2669, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 47 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2017 vastgesteld op € 498.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2017 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 524,89.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 januari 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak is een vrijstaande woning uit 2006 met garage gelegen op een perceel van 403 m2 met een totaal woonoppervlak van 171 m2.

3 Geschil

In geschil is de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum. In hoger beroep is het geschil beperkt tot de volgende punten:

  1. De gang van zaken tijdens de verzetzitting bij de Rechtbank op 27 juni 2018;

  2. Het ontbreken van een proces-verbaal van de zitting van 30 oktober 2018 bij de Rechtbank;

  3. De vergelijkbaarheid van de vergelijkingsobjecten;

  4. De (inpandige) staat van de onroerende zaak;

  5. De waardestijging van 20% ten opzichte van de vorige waardepeildatum.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing