Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8942, 20/00016 t/m 20/00018

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8942, 20/00016 t/m 20/00018

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 oktober 2020
Datum publicatie
6 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:8942
Formele relaties
Zaaknummer
20/00016 t/m 20/00018

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Berekening kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Verwijzing naar ECLI:NL:HR:2020:825.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 20/00016 tot en met 20/00018

uitspraakdatum: 27 oktober 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 3 december 2019, nummers AWB 19/1015, 19/1017 en 19/1019, in de gedingen tussen de Inspecteur en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende 1),

[Y] te [Z] (hierna: belanghebbende 2),

samen: belanghebbenden,

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende 1 is over het jaar 2016 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd.

1.2.

Aan belanghebbende 2 zijn over het jaar 2016 een aanslag IB/PVV en een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet opgelegd.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.

1.4.

Belanghebbenden zijn tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft in twee aparte uitspraken de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de aanslagen verminderd. Voorts heeft de Rechtbank aan belanghebbenden een proceskostenvergoeding toegekend en de Inspecteur gelast de griffierechten te vergoeden.

1.5.

De Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld.

1.6.

Partijen hebben afgezien van het recht te worden gehoord. Het Hof heeft vervolgens bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbenden drijven samen een maatschap (hierna: de maatschap). Dit betreft een melkveebedrijf. Daarnaast zijn zij samen directeur-grootaandeelhouder in [A] BV. In het jaar 2016 hadden belanghebbenden ieder een aandeel in het resultaat van de maatschap van 50%.

2.2.

De maatschap heeft in 2016 in vier bedrijfsmiddelen bij elkaar € 63.322 geïnvesteerd. Belanghebbenden hebben geen buitenvennootschappelijke investeringen verricht.

2.3.

Belanghebbenden hebben in de aangiften voor de IB/PVV over 2016 ieder een investeringsaftrek ter hoogte van € 7.846 vermeld. Deze bestaat volledig uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (hierna: de KIA).

2.4.

De aanslagen zijn conform de aangiften aan belanghebbenden opgelegd.

3 Geschil

In bezwaar en beroep is in geschil het antwoord op de vraag op welk bedrag de KIA dient te worden vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing