Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9105, 19/01305

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9105, 19/01305

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 november 2020
Datum publicatie
13 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9105
Zaaknummer
19/01305

Inhoudsindicatie

MRB. Gebruik auto met buitenlands kenteken. Tegenbewijs.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/01305

uitspraakdatum: 3 november 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 augustus 2019, nummer AWB 19/2007, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 18 december 2017 tot en met 10 september 2018 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting (Mrb) opgelegd van € 798. Bij beschikking is gelijktijdig een verzuimboete opgelegd van € 798.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd en de boete gematigd tot 10% van de verschuldigde belasting vanwege de persoonlijke (financiële) omstandigheden van belanghebbende.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2020 via videobellen (een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid). Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende staat sinds 28 april 2015 in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP) ingeschreven op het adres [a-straat] 44 te [Z] .

2.2.

Op 11 september 2018 is bij een controle op de Brabantsestraat te Amersfoort geconstateerd dat belanghebbende als bestuurder van een personenauto, een Ford Fiesta, voorzien van het buitenlands kenteken [0YYY000] (hierna: de auto) gebruik heeft gemaakt van de openbare weg in Nederland.

2.3.

Naar aanleiding van deze constatering heeft de Inspecteur aan belanghebbende de onderhavige naheffingsaanslag in de Mrb en de boetebeschikking opgelegd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de naheffingsaanslag en de boetebeschikking terecht zijn opgelegd. Primair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat de (na)heffing van motorrijtuigenbelasting van een inwoner van Nederland ter zake van een niet in Nederland geregistreerde personenauto waarmee in Nederland gebruik wordt gemaakt van de weg, als een met het Unierecht strijdige disproportionele heffing dient te worden beschouwd. Subsidiair stelt belanghebbende dat hij de auto enkel op 11 september 2018, althans (aanzienlijk) korter dan de periode waarover is nageheven, feitelijk ter beschikking heeft gehad. Meer subsidiair heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat een auto met een buitenlands kenteken niet gelijk kan worden gesteld met een auto waarvoor geen kenteken is afgegeven, zodat niet kon worden nageheven op grond van artikel 34 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet Mrb), doch slechts op basis van artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR).

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en vernietiging van de naheffingsaanslag en boetebeschikking. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing