Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9919, 19/00682 en 19/00683

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9919, 19/00682 en 19/00683

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
24 november 2020
Datum publicatie
4 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9919
Zaaknummer
19/00682 en 19/00683

Inhoudsindicatie

Zuiveringsheffing. Bedrijfsruimte. Heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende het gebruik van de bedrijfsruimte heeft.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00682 en 19/00683

uitspraakdatum: 24 november 2020

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 8 mei 2019, nummers UTR 17/3863 en UTR 17/3864, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2014 en 2015 aanslagen in de zuiveringsheffing opgelegd.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juli 2020 via videobellen (een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid). Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van het pand [a-straat] 259 te [A] (hierna: de bedrijfsruimte). De in geding zijnde aanslagen hebben betrekking op het afvoeren van afvalwater uit die bedrijfsruimte.

2.2.

Artikel 3, tweede lid, van de Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (hierna: de Verordening) luidt:

‘2. Aan de heffing worden onderworpen:

a. ter zake het afvoeren vanuit een woonruimte of een bedrijfsruimte: degene die het gebruik heeft van die ruimte; (…).’

3 Het geschil

In geschil is of de aanslagen terecht aan belanghebbende zijn opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende het gebruik heeft van de bedrijfsruimte.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing