Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10188, 21/00052 en 21/01525 en 21/01526

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10188, 21/00052 en 21/01525 en 21/01526

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
26 oktober 2021
Datum publicatie
5 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10188
Zaaknummer
21/00052 en 21/01525 en 21/01526

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Compromis ter zitting.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 21/00052, 21/01525 en 21/01526

uitspraakdatum: 26 oktober 2021

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 21 december 2020, nummer AWB 20/49, in het geding tussen belanghebbende en

Procesverloop

1. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [naam1] , gemachtigde, alsmede [naam2] namens de heffingsambtenaar.

2. Partijen zijn ter zitting ter beslechting van het geschil, bij wijze van compromis overeengekomen dat:

-

de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres] 7 te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019, naar de waardepeildatum 1 januari 2018, wordt vastgesteld op € 360.000;

-

de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres] 7B te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019, naar de waardepeildatum 1 januari 2018, wordt vastgesteld op € 125.000;

-

de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres] 7 STAL te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019, naar de waardepeildatum 1 januari 2018, wordt vastgesteld op € 9.000;

-

de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht voor het beroep en het hoger beroep zal vergoeden;

-

de heffingsambtenaar aan belanghebbende proceskosten ter zake van het beroep en het hoger beroep zal vergoeden conform het Besluit proceskosten bestuursrecht, vast te stellen op twee punten voor proceshandelingen in beroep en twee punten voor proceshandelingen in hoger beroep.

3. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.

Beslissing

Het Hof:

– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank,

– verklaart de tegen de uitspraken op bezwaar ingestelde beroepen gegrond,

– vernietigt de uitspraken van de heffingsambtenaar,

– vermindert de vastgestelde WOZ-waarde van [adres] 7 te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019 tot € 360.000;

– vermindert de vastgestelde WOZ-waarde van [adres] 7B te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019 tot € 125.000;

– vermindert de vastgestelde WOZ-waarde van [adres] 7 STAL te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2019 tot € 9.000;

– vermindert de aanslagen onroerendezaakbelasting 2019 dienovereenkomstig;

– gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 48 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 134 in verband met het hoger beroep bij het Hof;

– veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende van in totaal € 2.136.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.I. van Amsterdam, voorzitter, mr. R. den Ouden en mr. M.G.J.M. van Kempen, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier.

De beslissing is op 26 oktober 2021 in het openbaar uitgesproken.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De voorzitter,

(A.I. van Amsterdam)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.

Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).

Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;

2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;

3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.