Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10903, 20/00760 t/m 20/00762

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10903, 20/00760 t/m 20/00762

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 november 2021
Datum publicatie
3 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10903
Formele relaties
Zaaknummer
20/00760 t/m 20/00762

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Aftrek onderhoudskosten rijksmonument.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummers 20/00760, 20/00761 en 20/00762

uitspraakdatum: 23 november 2021

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 juli 2020, nummers LEE 19/2515, LEE 20/833 en LEE 20/862, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2013, 2014 en 2015 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is voor het jaar 2015 de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek vastgesteld.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2013 en 2014 niet-ontvankelijk verklaard en de verzoeken om ambtshalve vermindering van deze aanslagen afgewezen.

1.3.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV voor het jaar 2015 en de daarbij vastgestelde beschikking ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen de uitspraken op het bezwaar tegen de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2013, 2014 en 2015 alsmede de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV voor de jaren 2013 en 2014 in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 augustus 2021. Belanghebbende is verschenen en namens de Inspecteur is verschenen [naam1] , bijgestaan door mr. [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is samen met zijn echtgenote op 1 oktober 2004 eigenaar geworden van Rijksmonument [nummer] , een boerderij aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak). De onroerende zaak vormt voor hen een eigen woning.

2.2.

De onroerende zaak betreft een Oldambtster boerderij met twee aangebouwde dwarsschuren en een gesmeed hek. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak van 3 april 2013 beslist dat het gehele pand (boerderij én beide schuren) een rijksmonument vormt.

2.3.

Belanghebbende heeft in de jaren 2013, 2014 en 2015 op hem drukkende onderhoudskosten gemaakt met betrekking tot dit monumentpand.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2013 terecht heeft afgewezen. Verder is in geschil of de Inspecteur bij de aanslagen in de IB/PVV voor de jaren 2014 en 2015 voor het bij beschikking vastgesteld bedrag aan niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek terecht met enkel 80% van de drukkende onderhoudskosten rekening heeft gehouden.

3.2.

Belanghebbende is van mening dat hij voor alle jaren aftrek heeft voor het volledige bedrag van de onderhoudskosten. De Inspecteur is van mening dat belanghebbendes verzoek voor het jaar 2013 moet worden afgewezen en dat voor de jaren 2014 en 2015 niet meer dan 80% van de drukkende onderhoudskosten in aftrek kan worden gebracht.

3.3.

Tussen partijen is niet in geschil dat de Inspecteur de bezwaren tegen de aanslagen in de IB/PVV voor de jaren 2013 en 2014 terecht niet ontvankelijk heeft verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn en dat het hoger beroep daarom enkel ziet op de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering over die jaren door de Inspecteur.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing