Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11541, 20/00696 t/m 20/00702

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11541, 20/00696 t/m 20/00702

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 december 2021
Datum publicatie
24 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:11541
Formele relaties
Zaaknummer
20/00696 t/m 20/00702

Inhoudsindicatie

Tussenuitspraak. LH. Vereiste aangifte. Redelijke schatting.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 20/00696 tot en met 20/00702

uitspraakdatum: 14 december 2021

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 april 2020, nummer AWB 17/6340 tot en met 17/6346, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de tijdvakken 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009, 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 en 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015 naheffingsaanslagen in de loonheffingen opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente/belastingrente berekend en zijn boeten opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen, de heffingsrente/belastingrente en de boeten verminderd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de Inspecteur gelast de naheffingsaanslagen en de heffingsrente/belastingrente te verminderen en de boeten verminderd.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft haar zienswijze omtrent het incidentele hoger beroep ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2021 te Arnhem. Namens belanghebbende zijn verschenen [de directeur] , mr. F.A. Piek en mr. A.A. Kan. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [naam2] , mr. [naam3] en [naam4] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een schoonmaakbedrijf. [de directeur] is haar enig aandeelhouder en bestuurder. Zijn broer [de bedrijfsleider] is bedrijfsleider.

2.2.

Belanghebbende behaalt ongeveer 32% van haar omzet als onderaannemer van [naam5] BV (hierna ook: [naam5] ) en 28% als onderaannemer van [naam6] BV (hierna ook: [naam6] ). De rest (ongeveer 40%) van haar omzet behaalt zij met op eigen naam aangenomen schoonmaakwerkzaamheden bij verschillende opdrachtgevers.

2.3.

Op 23 februari 2004 is aan belanghebbende een waarschuwing uitgereikt, waarin staat:

“Betreft

Waarschuwing wegens het niet voldoen aan de bewaarplicht

Geachte heer [de directeur] ,

Onlangs is bij uw bedrijf een boekenonderzoek ingesteld voor de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting en de loonbelasting/premies volksverzekeringen. Daarbij is gebleken dat u met betrekking tot de administratie niet aan de bewaarplicht heeft voldaan. Volgens artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bent u hiertoe wel verplicht. Ik heb geconstateerd dat bij u in ieder geval de volgende delen van de administratie geheel of gedeeltelijk ontbreken:

§ Jaarstukken (balansen en verlies- en winstrekeningen);

§ Kolommenbalansen;

§ Memoriaal en voorafgaande journaalposten;

§ Grootboek en invoerverslagen;

§ Offertes;

§ Verkoopfacturen;

§ Inkoop- en kostenfacturen;

§ Kasboek, c.q. kasadministratie (en boekingsstukken);

§ Bankdagafschriften;

§ Personeelsdossiers;

U hebt daarmee artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen overtreden. Door deze overtreding bent u strafbaar op basis van artikel 68, lid 2 letter e juncto artikel 69, lid 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Ik waarschuw u dat u vanaf heden de hele administratie moet bewaren.

Tot slot wil ik u nog op het volgende wijzen:

1. Ik zal regelmatig laten controleren of u vanaf heden de hele administratie wél bewaart;

2. Als u opnieuw artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen overtreedt, kan tot strafrechtelijke vervolging worden overgegaan;

3. Wanneer u niet voldoet aan de bewaarplicht, kan dit tot gevolg hebben dat bij fiscale procedures de bewijslast bij u komt te liggen.

De betreffende wetsartikelen zijn op een apart vel bijgevoegd.

Deze waarschuwing is op 23 februari 2004 uitgereikt aan [de directeur] , directeur van [belanghebbende] B.V.”

2.4.

In de aangiften loonheffingen – met inbegrip van latere correctieberichten – zijn de volgende totaalbedragen aan te betalen loonheffingen vermeld:

2009

2020

2011

2012

2013

2014

2015

€ 237.591

€ 199.517

€ 220.024

€ 183.978

€ 276.820

€ 292.756

€ 271.494

2.5.

Op 1 oktober 2013 kondigt de Inspecteur belanghebbende aan bij haar een boekenonderzoek te zullen instellen.

2.6.

In oktober 2013 heeft belanghebbende correctieberichten ingediend met betrekking tot haar aangiften loonheffingen over verstreken tijdvakken. Deze correcties beliepen voor de tijdvakken in de jaren 2008 tot en met 2012 in totaal € 168.771 aan loonheffingen, dus exclusief rente en voor de tijdvakken januari tot en met augustus 2013 in totaal € 29.555 aan loonheffingen.

2.7.

Op 29 november 2016 stuurt de Inspecteur een concept van het rapport van het boekenonderzoek aan belanghebbende.

2.8.

In het definitieve controlerapport worden inzake de loonheffingen voor de jaren 2009 tot en met 2015 vijf correcties aangekondigd: anoniementarief (§ 3.4.1 van het controlerapport), inlening onderaannemer (§ 4.1), reiskostenvergoeding (§ 4.2.1), vaste kostenvergoedingen (§ 4.2.2) en personeelsleningen (§ 4.3).

2.9.

In het controlerapport staat onder meer het volgende.

3.1 Kasboek

Tijdens het inleidende gesprek met de heren [de directeur] en [de accountant] (…) is door hen verklaard dat er tot medio 2013 géén (klad)kasboek is bijgehouden. Vanaf medio 2013 zouden er geen contante mutaties meer hebben plaatsgevonden.

In de gecontroleerde periode (i.c. 2009-2013) zijn echter substantiële bedragen per kas uitbetaald, met name loonbedragen. Zo is op 31 december 2010 in de financiële administratie een journaalpost opgenomen met als omschrijving “kasbet. volgens overzicht cliënt” voor een bedrag ad € 69.378. Het “overzicht cliënt” is niet aanwezig c.q. niet bewaard. In totaal is er in dat jaar € 86.508 contant als loon uitbetaald.

In 2011 is er in totaal € 139.973 contant als loon uitbetaald.

(…)

3.2.1

Excel-urenstaten van [de directeur]

Door [de directeur] zijn maandelijks excel-urenstaten opgemaakt waarop alle werknemers worden vermeld die door [de directeur] in die maand zijn verloond. Uit een steekproefsgewijze controle bleek dat de excel-urenstaten aansluiten met de ingediende aangiften loonheffingen (voor zover het betreft de naam van de werknemer en het aantal verloonde uren).

Op de excel-urenstaten wordt de naam van de werknemer, het schoonmaakobject of opdrachtgever (of vermelding ‘Eigen werk’) én het aantal gewerkte uren vermeld.

Ofschoon deze excel-urenstaten een opmaak hebben waarbij voor iedere dag van de maand (iedere dag is één kolom) de gewerkte uren kunnen worden vastgelegd, is gebleken dat dit in een groot aantal gevallen niet is bijgehouden dan wel vastgelegd. De tijdstippen waarop gewerkt is, worden op deze excel-urenstaten sowieso niet bijgehouden.

(…)

Conclusie:

(…)

• Een groot gedeelte van de excel-urenstaten van [de directeur] zijn niet gespecificeerd per dag (dit betreffen 50 van de 65 staten, dit is 77%). Voor de onderaanneming ( [naam5] en [naam6] ) kan worden teruggevallen op die betreffende urenstaten (zie hierna);

• Voor het “Eigen werk” kan uitsluitend worden teruggevallen op de urenstaten van [de opdrachtgever] (tot en met le kwartaal 2012) en van enkele werknemers. Gebleken is dat hiermee slechts een zeer gering aantal uren kan worden onderbouwd (2014: 7%);

(…)

3.2.2

Papieren urenstaten [naam5]

(…)

Tijdens dit onderzoek heeft de directeur/eigenaar de heer [naam7] het volgende verklaard:

1. [naam5] heeft [de directeur] ingehuurd om tankstations schoon te maken. De werkzaamheden bestaan met name uit het schoonmaken van de vloeren en pompunits, vuilnis verzamelen/wegzetten en verzorgen betaalautomaat (met name de bonnen);

2. De tankstations worden door één persoon schoongemaakt;

3. [naam5] hanteert daarbij 8 vaste weekroutes, dit zijn routes waarbij per dag (totaal 4 of 5 dagen) een aantal specifiek genoemde tankstations schoongemaakt moeten worden. Op enkele routes moet ook op zaterdag schoongemaakt worden;

(…)

6. Dezelfde personen rijden altijd dezelfde routes, tenzij er iemand ziek is of met vakantie is;

7. De werkzaamheden worden niet door vrouwen uitgevoerd;

8. (…)

9. Na afloop van de maand leveren de werknemers van [de directeur] hun urenstaten bij de heer [naam7] in. [naam7] ontvangt maandelijks 9 urenstaten (het betreffen 8 routes, route 6 wordt volgens de heer [naam7] door 2 personen verzorgd: (…);

10. Als [naam7] alle manurenstaten ontvangen en nagekeken heeft, faxt hij deze - met pen ingevulde - urenstaten naar [de directeur] . [de directeur] maakt aan de hand van de totaal uren de factuur op (…);

11. [naam7] heeft de urenstaten die hij naar [de directeur] heeft gefaxt, niet bewaard. (…)

Overigens heeft de heer [naam7] na ons bezoek de urenstaten over de maand september 2015 wél bewaard. Daaruit blijkt o.a.

12. Dat het urenstaten betreft van 9 [de directeur] -werknemers (conform het aantal weekroutes, waarbij route 6 door 2 personen wordt schoongemaakt);

13. Dat op die urenstaten óók op zaterdag wordt gewerkt (…).

Administratie bij [de directeur]

Bij [de directeur] bevinden zich - met betrekking tot de werkzaamheden bij [naam5] BV - méér urenstaten in de administratie (gemiddeld 14-16 stuks) dan de heer [naam7] zegt te hebben ontvangen van deze werknemers en heeft doorgefaxt naar [de directeur] (9 urenstaten). De namen die op de 14-16 urenstaten staan vermeld, betreffen de 9 namen die de heer [naam7] kent, maar daarnaast nog (gemiddeld per maand) 5-7 andere namen die de heer [naam7] niet kent. De 5-7 namen zijn niet iedere maand dezelfde personen: in de periode januari 2015 tot en met augustus 2015 is vastgesteld dat er in totaal 15 andere namen voorkomen (naast de 9 reeds bekende namen). Het totaal aantal uren op deze urenstaten stemt overeen met de gefactureerde uren. De conclusie moet dus zijn dat de uren van de 9 personen van wie [naam7] een urenstaat heeft ontvangen, door [de directeur] zijn verminderd en de hiermee vrijgekomen uren maandelijks zijn verdeeld over de 5-7 andere personen.

(…)

Voorts is met betrekking tot de gemiddeld 5-7 namen per maand nog het volgende vastgesteld:

- Het betreffen onder andere een aantal vrouwen. De heer [naam7] heeft echter gezegd dat de werkzaamheden niet door vrouwen worden uitgeoefend;

(…)

-

[naam7] heeft verklaard (en blijkens de route-specificaties aangetoond) dat op enkele routes óók op zaterdag schoongemaakt moet worden. (…) Op de 14-16 urenstaten van [de directeur] zijn echter nooit uren op een zaterdag verantwoord;

-

In de periode januari-augustus 2015 heeft [de bedrijfsleider] (broer van [de directeur] en bedrijfsleider) volgens de urenstaten van [de directeur] (…) voor [naam5] gewerkt, (…). De heer [naam7] heeft echter verklaard dat [de bedrijfsleider] nooit voor [naam5] heeft gewerkt.

(…)

Conclusie:

(…)

• De urenstaten van [naam5] , die in de administratie van [de directeur] zijn opgenomen, zijn vals. Er worden meer namen opgenomen dan er feitelijk gewerkt hebben. Daardoor zijn ook de vermelde (gewerkte) uren en namen van werknemers onjuist. Zo kan ook niet worden vastgesteld wie er feitelijk hoeveel uur heeft gewerkt.

(…)

3.2.3

Papieren urenstaten [naam6]

Maandelijks wordt door [de directeur] een factuur opgemaakt dat uit ongeveer 10 bladzijden bestaat, waarop alle schoonmaakobjecten zijn vermeld met daarbij in kolommen - per schoonmaakobject - de dagen dat hier is gewerkt, de gewerkte tijd, het totaal aantal gewerkte uren per dag, de locatie en het totaal te factureren bedrag (totaal factuurbedrag per maand bedraagt € 25.000 - € 30.000). Door [de directeur] worden op een (interne) kopie van deze factuur achter de opdrachten de namen van werknemers vermeld die de schoonmaakwerkzaamheden hebben uitgevoerd. Dit wordt in de ordner van de urenstaten bewaard.

In 55% van de gevallen (24 van de 44 beschikbare urenstaten) worden uitsluitend de namen vermeld achter de schoonmaakobjecten (dus zonder vermelding van het aantal gewerkte uren), (…) In de overige 45% van de gevallen (20 van de 44 urenstaten) wordt bij de naam ook het aantal gewerkte uren vermeld, (…)

3.2.3.1 Urenstaten [naam6] / namen zonder uren

(…) Op grond van deze urenstaten kan dus niet vastgesteld worden hoeveel uur er door wie is gewerkt en op welke dag.

3.2.3.2 Urenstaten [naam6] / namen met uren

(…) Bij een deelcontrole is gebleken dat [werknemer1] volgens de urenstaten van [de directeur] met betrekking tot [naam6] , in de hieronder vermelde tijdsbestekken het daarbij genoemde aantal uren heeft gewerkt. In de laatste kolom is aangegeven dat er méér uren zijn verantwoord dan er in dat tijdsbestek gewerkt kunnen worden: (…) Hieruit blijkt dat de urenstaten niet op de juiste wijze worden bijgehouden. (…)

Van werknemer [werknemer2] zijn een aantal urenstaten in de administratie aangetroffen die zij kennelijk zélf heeft opgemaakt. (…) Uit het bovenstaande blijkt dus dat [werknemer2] zélf verklaart slechts 13 uur in [plaats1] gewerkt te hebben, terwijl [de directeur] op beide urenstaten aangeeft dat zij er 21 uur gewerkt zou hebben. Wie de ontbrekende 8 uur in [plaats1] heeft gewerkt, is onbekend.

Daarnaast moeten de uren in [vestigingsplaats] en [plaats2] (…) door [de directeur] op een andere naam zijn verantwoord, terwijl deze andere persoon de werkzaamheden feitelijk niet heeft uitgevoerd. (…) Uit het bovenstaande blijkt dat de door [de directeur] opgemaakte urenstaten (dit zijn zowel de excel-urenstaten als de urenstaat van [naam6] ) onjuist zijn.

Project Trappenhal

Dit betreft een schoonmaakproject waarbij meerdere trappenhallen op verschillende locaties/plaatsen schoongemaakt worden. (…) Daarbij bleek dat er in de maand juli 2013 volgens de factuur 380 uur zijn gefactureerd, terwijl er voor 8 personen in totaal slechts 265 uur verantwoord wordt. Over de maand augustus 2013 worden er volgens de factuur 367 uur gefactureerd, terwijl er voor één persoon in totaal slechts 40 uur verantwoord wordt.

(…)

Volgens deze urenstaat heeft [werknemer3] op 19 juli in een tijdsbestek van 8 uur (van 08.00-16.00) 16 uur gewerkt en op 20 juli in eenzelfde tijdsbestek 34 uur.

(…)

Conclusie:

(…)

• Inhoudelijk zijn er fouten geconstateerd in deze urenstaten. Er zijn uren aan personen toegerekend waarvan vast staat dat zij bij de betreffende schoonmaakobjecten niet hebben gewerkt dan wel de vermelde uren niet (allemaal) hebben gewerkt. Wie deze werkzaamheden/uren wél hebben uitgevoerd, is niet bekend;

(…)

3.2.4

Excel-urenstaten van de opdrachtgever [de opdrachtgever]

(…) Uit deze vergelijking blijkt dat:

- er op de [de opdrachtgever] -staten 20 personen worden vermeld, terwijl er op de [de directeur] -staten (met omschrijving " [de opdrachtgever] ") 23 worden vermeld;

- er op de [de opdrachtgever] -staten (oktober 2011) in totaal 685 uur wordt vermeld, op de [de directeur] -staat 811 uur;

- er 9 personen zowel op de [de opdrachtgever] -staten als op de [de directeur] -staten voorkomen:

○ daarvan komen van 3 personen de uren overeen;

○ 5 personen op de [de opdrachtgever] -staten hebben gezamenlijk 47 uur meer gewerkt dan wat er voor deze personen op de [de directeur] -staten is vermeld;

○ 1 persoon op de [de directeur] -staat heeft 90 uur meer gewerkt dan op de [de opdrachtgever] -staat.

- er op de [de opdrachtgever] -staten 11 personen staan vermeld die niet op de [de directeur] -staat voorkomen (totaal 477 uur);

○ daarvan worden 5 personen in heel 2011 niet verloond door [de directeur] (3 personen hebben al jarenlang een volledige uitkering, 2 personen werken fulltime bij een ander schoonmaakbedrijf. Deze zijn niet ingeleend);

○ 2 personen zijn blijkens de loonadministratie van [de directeur] pas vanaf 4 respectievelijk 6 november 2011 in dienst en zijn niet verloond in oktober;

○ 4 personen zijn wél door [de directeur] verloond, maar blijkens de excel-urenstaten (en ook de papieren urenstaten) hebben zij voor andere opdrachtgevers gewerkt, en niet voor [de opdrachtgever] ;

‑ er op de [de directeur] -staten 15 personen staan vermeld die niet op de [de opdrachtgever] -staat voorkomen (totaal 561 uur). Aan hen zijn dus uren toegewezen die blijkens de [de opdrachtgever] -staten (en de daarbij behorende IDcheckers) niet voor [de opdrachtgever] gewerkt hebben.

(…)

Conclusies:

(…)

• De door [de directeur] opgemaakte excel-urenstaten zijn feitelijk onjuist: er staan namen op van personen die de vermelde werkzaamheden ( [de opdrachtgever] ) niet hebben uitgevoerd. Voorts ontbreken er een aantal namen van personen die deze werkzaamheden juist wél hebben uitgevoerd;

(…)

3.2.5.2 Urenstaten van zwangere/bevallen werknemers

Bij 8 vrouwen - die als werknemer zijn verantwoord in de loonadministratie van [de directeur] – is vastgesteld dat zij op de dag van bevalling en/of de dagen direct ervoor/erna volgens de urenstaten werkzaamheden hebben uitgevoerd. Ook zijn zij voor die uren in de aangiften loonheffingen opgenomen. (…)

3.3

Loonbetalingen op naam van andere personen

Er wordt – blijkens de loonstroken, de financiële administratie en bankafschriften – regelmatig nettoloon van verloonde werknemers (inclusief de op de loonstrook vermelde bedragen aan reiskostenvergoeding en persoonlijke lening) aan andere personen overgemaakt. (…)

De bedragen van (…) 120 loonstroken zijn aan 22 verschillende andere personen uitbetaald. Van deze 22 personen zijn 4 personen niet bekend in de loonadministratie van [de directeur] , (…)

Conclusie:

• deze methode van uitbetalen (…) onderbouwt de stelling dat een aantal personen die in de loonadministratie en aangiften LH verantwoord zijn, niet de feitelijke werkzaamheden hebben verricht c.q. hiervoor geen loon hebben ontvangen.

(…)

3.4

Correctie

(…)

Uit alle bevindingen uit dit rapport blijkt dat de urenstaten - ongeacht voor welke opdrachtgever is gewerkt - voor een deel onjuist dan wel vals zijn.

Met betrekking tot de urenstaten van [naam5] kan - in tegenstelling tot de meeste andere urenstaten die niet of niet volledig zijn bijgehouden - vastgesteld worden welk deel van de vertoonde uren onjuist is. (…)

Gemiddeld over 2010-2015: 44%

Omdat uit het onderzoek ook is gebleken dat bepaalde bevindingen (zwangere c.q. bevallen werknemers, betalingen nettoloon op andere naam) zowel op [naam5] betrekking hebben als op [naam6] en op Eigen werk, is aannemelijk dat ook bij deze urenstaten dit foutpercentage van toepassing.

Om die reden zal 39,6% van het totaal uitbetaalde nettoloon worden gecorrigeerd, waarbij het hierboven berekende gemiddelde percentage van 44% is verminderd met 10%, om daarmee discussies over de berekeningen, afrondingen, etc. te voorkomen.

(…)

3.4.1

Berekening correcties nettoloon

De verschuldigde loonheffingen over dit nettoloon worden berekend met toepassing van het (gebruteerde) tabeltarief (waarbij het gehanteerde tarief dus het anoniementarief is) en worden als eindheffing bij inhoudingsplichtige nageheven. (…)

Het anoniementarief wordt toegepast omdat er, bij gebrek aan een deugdelijke loonadministratie, niet afgeleid kan worden wie er gedurende welke tijd hebben gewerkt, aan wie loon is betaald en om welke bedragen het daarbij ging. Dat [de directeur] van een (groot) aantal werknemers kopieën van identiteitsbewijzen heeft, maakt dat niet anders.

Tevens moet worden vastgesteld dat naast de fiscale gevolgen (die hierna worden berekend), deze handelswijze ook gevolgen heeft voor de juistheid en volledigheid van de polisadministratie (dat gevuld wordt met de gegevens uit de aangiften loonheffingen). De polisadministratie vormt de basis voor o.a. toekenningen van toeslagen, uitkeringen, pensioenen, etc.

(…)

4.1

Inlening onderaannemer

Vanaf september 2012 tot en met december 2013 worden er door VOF [naam8] bedragen gefactureerd aan [de directeur] voor verrichte schoonmaakwerkzaamheden. (…) De VOF bestaat uit (…) [naam9] en (…) [naam10] . Zij hebben beiden de Bulgaarse nationaliteit. Tot en met 31 december 2013 mochten Bulgaren zonder een tewerkstellingsvergunning in Nederland niet in loondienst werken. Vanaf 1 januari 2014 is een tewerkstellingsvergunning niet langer vereist. Vanaf 2 januari 2014 zijn [naam9] en [naam10] direct bij [de directeur] in loondienst getreden. (…) Gelet op het bovenvermelde ontstaat de indruk dat hier sprake is van een gefingeerde VOF-constructie, zodat op die manier [naam9] en [naam10] zonder tewerkstellingsvergunning in Nederland konden werken.

Niettemin zijn aan beide personen VAR-wuo verklaringen afgegeven. Vooralsnog zal hier – uit praktische overwegingen - vanuit worden gegaan dat [de directeur] , als opdrachtgever, hieraan vertrouwen mocht ontlenen.

De var-verklaringen zijn echter niet geldig c.q. niet voor het hele in het geding zijnde tijdvak

geldig:

- [naam10] heeft op 16 april 2013 alleen een VAR-wuo verklaring ontvangen voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van een klussenbedrijf. De aanvraag voor een VAR-wuo voor schoonmaak- en kluswerkzaamheden (van 22 april 2013) is op 5 juni 2013 buiten behandeling gesteld omdat [naam10] niet heeft gereageerd op een vragenbrief naar aanleiding van deze aanvraag. De bij [de directeur] verrichte schoonmaakwerkzaamheden vallen niet onder de reikwijdte van de VAR-verklaring klussenbedrijf. De door [naam10] gewerkte uren worden. daarom als loon uit dienstbetrekking aangemerkt;

- [naam9] heeft een VAR-wuo ontvangen voor het uitvoeren van schoonmaak- en kluswerkzaamheden. Deze VAR-wuo heeft een ingangsdatum van 25 april 2013. Voor de werkzaamheden die vòòr deze datum zijn verricht, wordt de betreffende vergoeding als loon uit dienstbetrekking aangemerkt. (…)

Omdat beide personen in 2012/2013 niet gerechtigd waren in Nederland werkzaamheden in dienstbetrekking uit te voeren, zijn zij niet premieplichtig voor de sociale verzekeringswetten (Koppelingswet). Omdat zij tevens niet beschikten over een geldig identiteitsbewijs (een Bulgaars paspoort voldoet niet), wordt over de totale vergoeding het gebruteerde anoniementarief toegepast. (…)

4.2.1

Reiskostenvergoeding

Gedurende de jaren 2009-2015 zijn (…) onbelaste reiskostenvergoedingen verstrekt (…) Omdat er sprake is van een onbelaste vergoeding, dient de inhoudingsplichtige ( [de directeur] ) te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden om deze vergoeding ook daadwerkelijk onbelast te kunnen uitbetalen. Er is echter vastgesteld dat er geen enkele administratieve vastlegging heeft plaatsgevonden (en er dus ook niets bewaard kon worden) zodat de juistheid van de vergoeding niet gecontroleerd kan worden. Er kan dus ook niet aangetoond worden dat deze vergoedingen terecht onbelast zijn uitgekeerd. (…)

Omdat er met betrekking tot de onbelast verstrekte reiskosten niets is bijgehouden en er bovendien is vastgesteld dat er vergoedingen zijn verstrekt aan personen die deze kosten niet hebben gemaakt, wordt een deel van deze vergoeding gecorrigeerd en in het jaar van uitbetaling als nettoloon aangemerkt. Brutering vindt plaats met het anoniementarief.

Omdat aannemelijk wordt geacht dat een deel van de werknemers wél reiskosten heeft gemaakt en vergoed heeft gekregen, zal voor ditmaal niet de volledige vergoeding worden gecorrigeerd (wegens het ontbreken van enige administratie). Uit praktische overwegingen zal de vergoeding gecorrigeerd worden met het correctiepercentage dat in onderdeel 3.4 is vastgesteld, t.w. 39,6%.

(…)”

2.10.

Ten name van [naam9] heeft de Inspecteur een verklaring arbeidsrelatie (artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001) afgegeven. Deze luidt voor zover van belang als volgt:

“Datum

25 april 2013

(…)

Op 22 april 2013 heeft de Belastingdienst uw aanvraagformulier voor een Verklaring arbeidsrelatie ontvangen. Hiermee verzoekt u zekerheid over de vraag hoe de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit een arbeidsrelatie voor de heffing van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen worden aangemerkt. Uw verzoek betreft werkzaamheden die door u worden omschreven als:

schoonmaak- en kluswerkzaamheden.

Hieronder treft u de door u gevraagde verklaring aan.

Verklaring

Op basis van de feiten en omstandigheden die u op het aanvraagformulier heeft ingevuld, worden op grond van artikel 3:156 Wet inkomstenbelasting 2001 de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit genoemde werkzaamheden aangemerkt als winst uit onderneming.

Let op!

De verklaring wordt eenmalig verstrekt. Bewaar deze daarom zorgvuldig.

Geldigheidsduur verklaring

Deze verklaring is geldig vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.

Indien u na deze periode ook nog behoefte heeft aan een verklaring arbeidsrelatie kunt u vanaf 1 september 2013 een verklaring aanvragen voor het volgende kalenderjaar. Deze verklaring wordt niet automatisch verlengd.

Gevolgen van deze verklaring

Als u de hierboven omschreven werkzaamheden voor een opdrachtgever gaat verrichten, dan kunt u uw opdrachtgever deze verklaring tonen. Uw opdrachtgever hoeft dan geen loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) en premies werknemersverzekeringen in te houden op de beloning die hij u betaalt voor uw werkzaamheden. Voorwaarde is wel dat uw opdrachtgever een kopie van deze verklaring en een kopie van een geldig identiteitsbewijs (geen rijbewijs) in zijn administratie opneemt. Gedurende de geldigheid van deze verklaring is uw opdrachtgever gevrijwaard van het risico dat de Belastingdienst achteraf loonheffingen naheft voor deze arbeidsrelatie.”

2.11.

Ten name van [naam10] heeft de Inspecteur een verklaring arbeidsrelatie afgegeven. Deze luidt voor zover van belang als volgt:

“Datum

16 april 2013

(…)

Op 19 februari 2013 heeft de Belastingdienst uw aanvraagformulier voor een Verklaring arbeidsrelatie ontvangen. Hiermee verzoekt u zekerheid over de vraag hoe de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit een arbeidsrelatie voor de heffing van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen worden aangemerkt. Uw verzoek betreft werkzaamheden die door u worden omschreven als:

klussenbedrijf.

Hieronder treft u de door u gevraagde verklaring aan.

Verklaring

Op basis van de feiten en omstandigheden die u op het aanvraagformulier heeft ingevuld, worden op grond van artikel 3:156 Wet inkomstenbelasting 2001 de voordelen die u geniet of zult gaan genieten uit genoemde werkzaamheden aangemerkt als winst uit onderneming.

Let op!

De verklaring wordt eenmalig verstrekt. Bewaar deze daarom zorgvuldig.

Geldigheidsduur verklaring

Deze verklaring is geldig vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.

Indien u na deze periode ook nog behoefte heeft aan een verklaring arbeidsrelatie kunt u vanaf 1 september 2013 een verklaring aanvragen voor het volgende kalenderjaar. Deze verklaring wordt niet automatisch verlengd.

Gevolgen van deze verklaring

Als u de hierboven omschreven werkzaamheden voor een opdrachtgever gaat verrichten, dan kunt u uw opdrachtgever deze verklaring tonen. Uw opdrachtgever hoeft dan geen loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) en premies werknemersverzekeringen in te houden op de beloning die hij u betaalt voor uw werkzaamheden. Voorwaarde is wel dat uw opdrachtgever een kopie van deze verklaring en een kopie van een geldig identiteitsbewijs (geen rijbewijs) in zijn administratie opneemt. Gedurende de geldigheid van deze verklaring is uw opdrachtgever gevrijwaard van het risico dat de Belastingdienst achteraf loonheffingen naheft voor deze arbeidsrelatie.”

2.12.

Gedurende het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2009 en 2010 ter behoud van rechten naheffingsaanslagen opgelegd van € 90.000 respectievelijk € 100.000 aan loonheffingen en is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Naar aanleiding van de resultaten van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur de overige in geding zijnde naheffingsaanslagen en beschikkingen vastgesteld. De specificatie van de uit het boekenonderzoek voortvloeiende correcties, voor zover gehandhaafd bij uitspraak op bezwaar, luidt als volgt:

2009

2010

2011

2012-2015

anoniementarief

€ 310.431

€ 254.649

€ 296.385

€ 1.056.990

inlening onderaannemer

€ 43.850

reiskostenvergoeding

€ 60.703

€ 65.269

€ 63.355

€ 140.667

vaste kostenvergoedingen

€ 5.404

€ 3.224

€ 3.608

€ 7.178

personeelsleningen

€ 17.799

totaal

€ 376.538

€ 323.142

€ 363.348

€ 1.266.484

Over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 heeft belanghebbende correctieberichten ingediend tot een bedrag van € 45.638. Deze loonheffing is begrepen in de desbetreffende naheffingsaanslag. De naheffingsaanslag voor dit tijdvak is bij de uitspraak op bezwaar verminderd tot € 85.299. Daarin is dus (€ 85.299 -/- € 45.638 =) € 39.661 begrepen ter zake van de hiervoor vermelde correcties.

De naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 is bij de uitspraak op bezwaar verminderd tot € 97.073. De naheffingsaanslagen over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 en over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2015 zijn bij de uitspraak op bezwaar verminderd tot het totaalbedrag van de hiervoor vermelde correcties.

2.13.

Aan belanghebbende zijn bij de naheffingsaanslagen over 2011 en over 2012 tot en met 2015 boeten opgelegd wegens opzet (correctie anoniementarief) en grove schuld (overige correcties). Bij de uitspraak op bezwaar zijn deze boeten gematigd tot € 35.000 per jaar, in totaal dus tot € 175.000.

3 Het geschil

3.1.

In geschil is of sprake is van omkering van de bewijslast, of de hiervoor vermelde correcties anoniementarief, inlening onderaannemer en reiskostenvergoedingen terecht zijn aangebracht en of de boeten terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Beslissing