Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11829, 20/00891 en 20/00892

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11829, 20/00891 en 20/00892

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 december 2021
Datum publicatie
7 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:11829
Formele relaties
Zaaknummer
20/00891 en 20/00892

Inhoudsindicatie

OB. Aftrek voorbelasting op investering in zonnepanelen. Zonnepanelen bestemd voor belaste prestaties?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 20/00891 en 20/00892

uitspraakdatum: 21 december 2021

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 augustus 2020, nummers AWB 19/1135 en AWB 19/1136, ECLI:NL:RBGEL:2020:4034, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking omzetbelasting over het tijdvak oktober 2017 en tegen de voldoening op aangifte van omzetbelasting over het tijdvak november 2017.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren gedeeltelijk gegrond verklaard en een teruggaaf verleend over oktober en november 2017.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende de gemachtigde van belanghebbende drs. S. van Kreijl, bijgestaan door I.I. Sijtsma en M. Franse, alsmede mr. [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [naam2] en mr. [naam3] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is een waterschap en heeft als wettelijke taak het zuiveren van rioolwater. Voor de uitvoering van deze taak maakt belanghebbende gebruik van rioolwaterzuiveringsinstallaties waaronder de rioolwaterzuiveringsinstallatie in [naam4] (hierna: [naam4] ). Voor het zuiveren van rioolwater is belanghebbende niet belastingplichtig voor de omzetbelasting.

2.2.

Belanghebbende heeft in oktober en november 2017 een zonnepark met 2.772 zonnepanelen laten aanleggen op het terrein van de [naam4] . Dit zonnepark is in maart 2018 in gebruik genomen.

2.3.

De zonnepanelen zijn gegroepeerd aangesloten op tien omvormers, die de opgewekte gelijkstroom omzetten naar wisselstroom. Vanuit de tien omvormers lopen aansluitingen naar een eigen verdeelkast op het terrein. De verdeelkast is voorzien van een stroommeter (de zogenoemde bruto-productiemeter) die alle door de zonnepanelen opgewekte stroom meet. Er zijn geen andere aansluitingen vanuit de zonnepanelen of omvormers. Vanuit de verdeelkast loopt een verbinding naar een zogenoemde Tsplitsing op het eigen terrein. Vanuit de Tsplitsing loopt een verbinding naar de zuiveringsinstallatie van belanghebbende en een verbinding naar het aansluitpunt met het openbare net. Voorbij de T-splitsing zijn bij de aansluiting op het openbare net twee stroommeters geplaatst die respectievelijk de ingaande (de van de energiemaatschappij afgenomen stroom) en uitgaande stroom (de aan de energiemaatschappij geleverde stroom) meten. Deze twee meters worden tezamen aangeduid als de hoofdmeter. Belanghebbende maakt geen gebruik van opslagmethodes, zoals accu's, voor de opgewekte stroom.

2.4.

Het zonnepark wekt overdag meer stroom op dan nodig is voor de [naam4] . Belanghebbende levert dan tegen vergoeding stroom aan een energiemaatschappij. In zoverre handelt belanghebbende als ondernemer voor de omzetbelasting. In de nacht, als de [naam4] ook in gebruik is en stroom verbruikt, wekt het zonnepark geen stroom op en wordt stroom van de energiemaatschappij afgenomen. Het rapport van [naam5] genaamd `Technisch Ontwerp en Financiële Analyse' van maart 2017 vermeldt dat naar verwachting het directe eigen verbruik voor de [naam4] 42% van de totaal opgewekte stroom zal bedragen en dat de overige 58% naar verwachting wordt geleverd aan de energiemaatschappij.

2.5.

Belanghebbende heeft een contract met een energiemaatschappij voor de levering van stroom aan belanghebbende. Dit contract (raamovereenkomst) voorziet in het terug leveren van zelf opgewekte stroom. De vergoeding van de energiemaatschappij aan belanghebbende wordt berekend aan de hand van de meterstand van de hoofdmeter van de stroom die aan het openbare net is geleverd. De vergoeding van door belanghebbende van de energiemaatschappij afgenomen stroom wordt apart berekend. Blijkens de gegevens van de bruto-productiemeter hebben de zonnepanelen in mei 2018 in totaal 113.439 kWh opgewekt. Uit de meetgegevens van de hoofdmeter blijkt dat in die periode 76.757 kWh is geregistreerd als de aan de energiemaatschappij geleverde stroom. De heer [de projectleider] , projectleider van het zonnepark, heeft verklaard dat er sprake is van direct eigen gebruik van stroom door de [naam4] , welke stroom niet aan het openbare elektriciteitsnet wordt geleverd.

2.6.

In nadere informatie van de zijde van belanghebbende staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:

"Elektriciteit is de beweging van elektronen door een geleider tussen twee polen met een spanningsverschil. De geleider — de stroomkabel — bestaat uit een materiaal die gemakkelijk elektronen doorlaat. Hierdoor geven de moleculen waaruit de stroomkabel is opgebouwd makkelijk een elektron door aan een volgende molecuul in de geleidende kabel. Dit is voor te stellen als dat een elektron aan de ene kant van de kabel geduwd wordt, waardoor door een kettingreactie aan de andere kant van de kabel een (andere) elektron uit de kabel `valt'. Hoe korter de keten aan door te elektronen is, des te minder kracht kost dat. Dat maakt dat stroom de kortste weg zoekt naar een uitgang, namelijk een stroom verbruikende installatie.

Dit maakt dat niet identificeerbare eenheden kunnen worden gevolgd en toegerekend aan specifiek gebruik. Er kunnen slechts hoeveelheden spanning (op een meetpunt langsreizende elektronen) worden geteld. Hiermee is toch sprake van een meetbare hoeveelheid gebruikte energie. Echter nu sprake is van één netwerk — vanaf de zonnepanelen tot aan de energiecentrales — staat al het vermogen ter beschikking van dat netwerk, ongeacht wie dat opwekt.

Een belangrijk kenmerk van stroom is dat deze de laagste weerstand zoekt. Het opgewekte spanningsverschil door [naam6] zal in principe nooit de energiecentrale bereiken wanneer deze spanning een weg met minder weerstand beschikbaar heeft. Dat maakt dat kortweg de spanningslading het dichtstbijzijnde punt zal kiezen om tot werking te komen. In het geval van [naam6] zal dat in eerste instantie de [naam4] zijn.

(...) Het bovenstaande is de technische tekening van de fotovoltaïsche installatie van [naam6] te [plaats] ten opzichte van het middenspanningsnet en de [naam4] . (... )

Die installatie bestaat uit tien groepen. Elk van deze groepen heeft een omvormer om van gelijkstroom naar wisselstroom te komen. Deze tien groepen worden samengebracht naar een verdeelkast waarin een eerste stroommeter is opgenomen. Deze stroommeter is nodig om de totaal opgewekte stroom vast te stellen, ten behoeve van de SDE-subsidiëring. Vanaf de verdeelkast wordt de stroom via een kabel van circa 200 meter naar de hoofdaansluiting op het terrein van de [naam4] gevoerd. De opgewekte stroom vindt daarmee zijn weg van de OVI_PV installatie (rechtsboven) die maximaal 500 kW per dag produceert als wisselstroom, naar de T-splitsing in het midden. Via de schakeling in het midden kan de spanning ook zijn weg vinden naar de [naam4] , die maximaal 100 kW gebruikt. In theorie zal de opgewekte stroom in eerste instantie van de PV-installatie naar de [naam4] gaan nu dat de weg van de minste weerstand zal zijn. Voor een hoeveelheid stroom die meer bedraagt dan overdag zal de [naam6] stroom leveren aan het publieke net, waar juist 's avonds en 's nachts stroom word afgenomen. De [naam4] is namelijk een constant werkende machine."

3 Geschil

In geschil is of belanghebbende recht heeft op volledige aftrek van de voorbelasting op de investering in de zonnepanelen. Het geschil spitst zich daarbij allereerst toe op het antwoord op de vraag of belanghebbende de zonnepanelen uitsluitend gebruikt voor belaste handelingen als belanghebbende de door de zonnepanelen opgewekte stroom in zijn totaliteit (standpunt belanghebbende) onder bezwarende titel levert aan de energiemaatschappij. Als belanghebbende slechts een gedeelte van de opgewekte stroom onder bezwarende titel levert aan de energiemaatschappij is in geschil of belanghebbende de zonnepanelen voor het overige gedeelte gebruikt voor fictieve leveringen als bedoeld in artikel 3, derde lid, letter a, van de Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Daarnaast is in geschil of partiële aftrek belanghebbende in een nadelige positie brengt ten opzichte van particuliere aanbieders en of partiële aftrek in strijd is met het neutraliteitsbeginsel.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing