Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1529, 1900211 t/m 1900213

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1529, 1900211 t/m 1900213

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 februari 2021
Datum publicatie
26 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:1529
Formele relaties
Zaaknummer
1900211 t/m 1900213

Inhoudsindicatie

BPM. Handelsinkoopwaarde. Leeftijdskorting. Rente, proceskosten, griffierecht. Immateriële schadevergoeding.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00211, 19/00212 en 19/00213

uitspraakdatum: 16 februari 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 januari 2019, nummers AWB 17/6521, AWB 17/6526 en 17/6529, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op 27 februari 2017 en op 10 en 15 maart 2017 aangiften belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) ingediend. De volgens deze aangiften verschuldigde bpm is op respectievelijk 8, 14 en 20 maart 2017 voldaan.

1.2.

Met dagtekening 6 april 2017 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de voldoeningen op aangifte van bpm.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 19 oktober 2017 de bezwaren gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 20 januari 2021. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 27 februari 2017 de aangifte bpm ingediend ter zake van de registratie van een Mercedes Benz A180. De verschuldigde bpm is met behulp van de koerslijst van AutotelexPro berekend op € 2.716. De bpm is voldaan op 8 maart 2017 en de tenaamstelling heeft plaatsgevonden op 10 maart 2017.

2.2.

Belanghebbende heeft op 10 maart 2017 de aangifte bpm ingediend ter zake van de registratie van een Porsche Panamera. De verschuldigde bpm is met behulp van de koerslijst van XRay ‘btw’ berekend op € 19.156. De bpm is voldaan op 14 maart 2017 en de tenaamstelling heeft plaatsgevonden op 27 maart 2017.

2.3.

Belanghebbende heeft op 15 maart 2017 de aangifte bpm ingediend ter zake van de registratie van een Audi Q7. De verschuldigde bpm is met behulp van de koerslijst van AutotelexPro berekend op € 28.696. De bpm is voldaan op 20 maart 2017 en de tenaamstelling heeft plaatsgevonden op 24 maart 2017.

2.4.

Met dagtekening 19 oktober 2017 zijn de bezwaren gegrond verklaard en is voor de hiervoor genoemde auto’s de bpm met 5% verlaagd, omdat koerslijsten met zogenaamde btw-auto’s zijn gebruikt. De vermindering van 5% is gebaseerd op in de rechtspraak toegepaste correcties op een btw-waardering en tevens gebaseerd op eerder bereikte compromissen. Er is door de Inspecteur geen kostenvergoeding toegekend.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of:

-

de hoogte van het geheven griffierecht in strijd is met het Unierecht,

-

de Inspecteur het verdedigingsbeginsel heeft geschonden,

-

de gegrondverklaring van de bezwaren had moeten leiden tot een vergoeding van kosten gemaakt in verband met de behandeling van de bezwaren,

-

de handelsinkoopwaarde van de Mercedes Benz A180 moet worden verlaagd wegens de toestand van het interieur en exterieur van de auto en subsidiair of de leeftijdskorting voor deze auto correct is toegepast,

-

de handelsinkoopwaarde van de Porsche Panamera verminderd moet worden met een korting “ex-rental”,

-

de leeftijdskorting voor de Porsche Panamera correct is toegepast,

-

belanghebbende aanspraak kan maken op een rentevergoeding wegens de vooruitbetalingsverplichting van de bpm,

-

de Inspecteur van rechtswege en zonder een daartoe ingediend verzoek verplicht is aan belanghebbende rente te vergoeden bij vermindering van de verschuldigde bpm,

-

belanghebbende bij een gegrond hoger beroep aanspraak kan maken op een rentevergoeding over het betaalde griffierecht,

-

belanghebbende recht heeft op integrale vergoeding van de kosten gemaakt in verband met de behandeling van de bezwaren, de beroepen en het hoger beroep.

3.2.

In hoger beroep heeft belanghebbende de handelsinkoopwaarde voor de Audi Q7 met een nieuwe koerslijst herberekend als marge-auto waardoor de verschuldigde bpm verder moet worden verminderd met € 1.042. De Inspecteur heeft verklaard akkoord te gaan met deze vermindering.

3.3.

Belanghebbende stelt voorts dat zij in aanmerking komt voor een vergoeding voor immateriële schade in verband met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing