Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2187, 19/01152 t/m 19/01154

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2187, 19/01152 t/m 19/01154

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 maart 2021
Datum publicatie
19 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:2187
Formele relaties
Zaaknummer
19/01152 t/m 19/01154

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning. Nsw-landgoed. Instandhoudingsfactor.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 19/01152 tot en met 19/01154

uitspraakdatum: 9 maart 2021

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank) van 31 juli 2019, nummers Awb 18/2223, 18/2224 en 18/2225, in het geding tussen belanghebbende en

heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn te Zwolle (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

2017

1.1.

De heffingsambtenaar heeft ten aanzien van belanghebbende op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 3 te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2016 voor het jaar 2017 vastgesteld op € 1.081.000. Tegelijk met deze beschikking is door de heffingsambtenaar aan belanghebbende (onder meer) een aanslag in de onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) 2017 opgelegd. Nadien heeft de heffingsambtenaar voorts een aanslag watersysteemheffing gebouwd (hierna: WSH) 2017 aan belanghebbende opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de woz-beschikking niet-ontvankelijk verklaard, de vastgestelde woz- waarde ambtshalve verminderd tot € 837.000 en genoemde aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

1.3.

Naar aanleiding van het beroep van belanghebbende tegen die uitspraken heeft de Rechtbank de vastgestelde woz-waarde verminderd tot € 699.000 en de genoemde aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

2018

1.4.

De heffingsambtenaar heeft ten aanzien van belanghebbende op grond van de Wet WOZ de waarde van genoemde onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2017 voor het jaar 2018 vastgesteld op € 1.114.000. Tegelijk met deze beschikking is door de heffingsambtenaar aan belanghebbende (onder meer) een aanslag in de OZB 2018 opgelegd en een aanslag WSH 2018.

1.5.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de vastgestelde waarde verminderd tot € 869.000 en de aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

1.6.

Naar aanleiding van het beroep van belanghebbende tegen die uitspraken heeft de Rechtbank de vastgestelde woz-waarde verminderd tot € 720.000 en de genoemde aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

1.7.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.8.

Het eerste onderzoek ter (digitale) zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2020. Daarbij zijn verschenen en gehoord: belanghebbende alsmede – namens de heffingsambtenaar – ing. [A] (taxateur). Wegens problemen met de digitale verbinding heeft het Hof het onderzoek ter zitting geschorst en de zaak verwezen naar een ‘fysieke’ zitting. Deze heeft plaatsgevonden op 10 februari 2021 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord voornoemde personen alsmede, via een Skype-verbinding, mr. [B] namens de heffingsambtenaar.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onderhavige onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 3 te [Z] . Bij beschikking van 6 juli 2016 van de Staatssecretaris van Economische Zaken (mede namens de Staatssecretaris van Financiën) is de onroerende zaak per 27 oktober 2014 aangemerkt als een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet 1928.

2.2.

Bij besluit van 30 mei 2017 van de raad van de gemeente Nijkerk is het bestemmingsplan met betrekking tot het gebied waarin de onroerende zaak van belanghebbende is gelegen gewijzigd. Volgens het sindsdien geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Nijkerk 2017’ heeft de onroerende zaak de bestemming ‘wonen’ met de aanduiding ‘nevenactiviteiten agrarisch’. Het oude bestemmingsplan ‘Buitengebied Nijkerk 1975’ uit 1975 voorzag terplaatse van de onroerende zaak van belanghebbende in de bestemming ‘Agrarisch gebied met grote landschappelijke waarde met bouwperceel’. De bouw- en gebruiksmogelijkheden op grond van het bestemmingsplan uit 1975 waren uitgebreider dan de mogelijkheden op grond van het bestemmingsplan uit 2017.

2.3.

Tegen het genoemde besluit van 30 mei 2017 heeft (onder anderen) belanghebbende beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ingesteld. Dit beroep is bij uitspraak van 23 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:188 ongegrond verklaard.

2.4.

Belanghebbende heeft voorts in 2019 een verzoek om planschade ingediend bij de gemeente.

2.5.

De heffingsambtenaar heeft de woz-waarde van de onderhavige onroerende zaak voor het jaar 2017, per waardepeildatum 1 januari 2016, bij beschikking van 28 februari 2017 vastgesteld op € 1.081.000. Tegelijk met deze beschikking is aan belanghebbende een aanslag OZB 2017 opgelegd. Met dagtekening 30 april 2018 heeft de heffingsambtenaar een aanslag WSH 2017 aan belanghebbende opgelegd. De heffingsmaatstaf van deze aanslag is, voor zover het gaat om het onderdeel ‘Watersysteemheffing gebouwd’, gebaseerd op de vastgestelde woz- waarde 2017 ten bedrage van € 1.081.000. Het bedrag van de aanslag dat ziet op het onderdeel ‘Watersysteemheffing gebouwd’ beloopt € 234,58.

2.6.

Bij brief van 8 mei 2018, ingekomen bij de heffingsambtenaar op 9 mei 2018, heeft belanghebbende bezwaar aangetekend tegen de woz-beschikking 2017 en genoemde aanslagen.

2.7.

Bij beschikking van 28 februari 2018 heeft de heffingsambtenaar de onderhavige woz- beschikking 2018 vastgesteld. Daarin is de woz-waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2017 vastgesteld op € 1.114.000. Van het totale landgoed van ruim 14 ha is 602 m2 (ondergrond bebouwd) in de waardering betrokken. De woning met bouwjaar 2009 heeft een inhoud van 1.110 m3. Daarnaast is tot het object een onderpandige garage uit 2009 (441 m3), een woning/schuur uit 1925 (625 m3), een schuur uit 1925 en een dierenverblijf gerekend. Tegelijk met deze woz-beschikking zijn voorts de aanslagen OZB 2018 en WSH 2018 aan belanghebbende opgelegd. Hiertegen heeft belanghebbende op 26 februari 2018 bezwaar aangetekend.

2.8.

Bij uitspraken op bezwaar van 19 november 2018 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar tegen de woz-beschikking 2017 en (kennelijk) de aanslag OZB 2017 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn, de vastgestelde woz- waarde ambtshalve verminderd tot € 837.000 en de aanslag OZB 2017 dienovereenkomstig verminderd. Het bezwaar tegen de aanslag WSH 2017, dat tijdig is ingediend, is gegrond verklaard en voor wat betreft het onderdeel ‘Watersysteemheffing gebouwd’ verminderd tot € 181,63.

2.9.

Bij uitspraken op bezwaar van 19 november 2018 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar tegen de woz-beschikking 2018 en de aanslagen OZB 2018 en WSH 2018 gegrond verklaard, de vastgestelde woz-waarde verminderd tot € 869.000 en de aanslagen OZB 2018 en WSH 2018 dienovereenkomstig verminderd.

2.10.

In de procedure bij de Rechtbank heeft de heffingsambtenaar zowel voor het jaar 2017 als voor het jaar 2018 een taxatiematrix overgelegd, opgemaakt door taxateur ing. [A] (hierna: de taxateur) op 26 april 2019, waarin een waarde aan de onroerende zaak is toegekend per waardepeildatum 1 januari 2016 van € 699.000 en per waardepeildatum 1 januari 2017 van € 720.000. De taxatiematrix met betrekking tot het jaar 2018 behelst onder meer het volgende:

2.11.

Voor de zogenoemde instandhoudingslast is de taxateur uitgegaan van een factor 0,805. Daarbij is de taxateur onder meer ervan uitgegaan dat het landgoed niet is opengesteld voor publiek. Bij de waardebepaling in het kader van de woz-beschikking 2018 heeft de taxateur rekening gehouden met de omstreeks de waardepeildatum (leveringsdatum 3 april 2017) gerealiseerde verkoopprijs van de woning aan de [b-straat] 18a te [C] van € 754.000. Deze vrijstaande woning is gebouwd in 2006, heeft een inhoud van 825 m³, een perceelsgrootte van 2.500 m², en beschikt over een garage en een overkapping.

2.12.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat het bezwaar tegen de woz-beschikking en kennelijk de aanslag OZB 2017 terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Vervolgens heeft de Rechtbank geoordeeld dat de heffingsambtenaar met de overgelegde taxatiematrices aannemelijk heeft gemaakt dat de daarin genoemde waarden van € 699.000 (2017) en € 720.000 (2018) niet te hoog zijn. De Rechtbank heeft het beroep inzake de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar ongegrond verklaard en voor het overige gegrond. De Rechtbank heeft de woz-waarde voor 2017 verminderd tot € 699.000 en voor 2018 tot € 720.000 en de aanslagen OZB en WSH dienovereenkomstig verminderd.

3 Geschil

In geschil zijn de woz-waarden van de onroerende zaak op de peildata. Voorts is in geschil of de onderhavige aanslagen tot te hoge bedragen zijn vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing