Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-04-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4152, 19/00395 t/m 19/00397

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-04-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4152, 19/00395 t/m 19/00397

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 april 2021
Datum publicatie
7 mei 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:4152
Formele relaties
Zaaknummer
19/00395 t/m 19/00397

Inhoudsindicatie

BPM. Zijn kentekengegevens op de zaak betrekking hebbende stukken? Afschrijving. Rente, griffierecht, proceskosten.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00395, 19/00396 en 19/00397

uitspraakdatum: 28 april 2021

Uitspraak van de eenentwintigste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 februari 2019, nummer AWB 18/121, AWB 18/124 en AWB 18/132, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op aangifte een bedrag aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) afgedragen.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 9 april 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbendes gemachtigde [A] , bijgestaan door [B] , alsmede namens de Inspecteur, [C] , bijgestaan door mr. [D] . Met instemming van partijen zijn daar gezamenlijk behandeld de zaken met nummers 19/00395 tot en met 19/00399. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 28 maart 2017 aangifte voor de bpm gedaan voor een gebruikte personenauto, een Volvo XC60 D5 AWD Summum (hierna: de Volvo) met een kilometerstand van 107.698. De datum van de eerste toelating is 6 oktober 2013. Bij de berekening van de aangegeven bpm is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 72.085, een historische bruto bpm-bedrag van € 16.556 en een handelsinkoopwaarde – volgens koerslijst X-ray – van € 25.476. De aldus berekende bpm van € 5.844 is op aangifte voldaan.

2.2.

Belanghebbende heeft op 30 maart 2017 aangifte voor de bpm gedaan voor een gebruikte personenauto, een BMW X6 M50d (hierna: de BMW) met een kilometerstand van 9.173. De datum van de eerste toelating is 14 oktober 2016. Bij de berekening van de aangegeven bpm is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 131.950, een historische bruto bpm-bedrag van € 22.377 en een handelsinkoopwaarde – volgens koerslijst X-ray – van € 75.217. De aldus berekende bpm van € 12.755 is op aangifte voldaan.

2.3.

Belanghebbende heeft op 7 juli 2017 aangifte voor de bpm gedaan voor een gebruikte personenauto, een Mercedes-Benz C-220 d Ambition met een kilometerstand van 19.783 (hierna: de Mercedes). De datum van de eerste toelating is 12 september 2016. Bij de berekening van de aangegeven bpm is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 59.511, een historische bruto bpm-bedrag van € 8.198 en een handelsinkoopwaarde – volgens koerslijst X-ray – van € 31.143. De aldus berekende bpm van € 4.288 is op aangifte voldaan.

2.4.

De Volvo, BMW en Mercedes worden hierna ook aangeduid als: ‘de auto’s’. In de aangifte voor de bpm heeft belanghebbende zichzelf aangemeld als aanvrager en (toekomstig) houder van het kenteken van de betreffende auto’s bij de RDW.

2.5.

In de uitspraken op bezwaar van 5 december 2017 is onder andere het volgende opgenomen:

“(…)

De bezwaarschriften hebben betrekking op de volgende motorrijtuigen

Merk : VOLVO

Type : XC60 D5 AWD SUMMUM

VIN : [00000]

(…)

Leeftijdskorting

U geeft aan in aanmerking te komen voor extra leeftijdskorting. Belanghebbende heeft op 29 maart 2017 aangifte gedaan voor onderhavig voertuig. Het voertuig is op 4 april 2017 te naam gesteld. De berekening van de belasting bpm is in dit geval niet anders op moment van registratie dan op moment van aangifte. Uw grief treft hier geen grond.

(…)

De bezwaarschriften hebben betrekking op de volgende motorrijtuigen

Merk : BMW

Type : X6 M50D

VIN : [00001]

(…)

Leeftijdskorting

U geeft aan in aanmerking te komen voor extra leeftijdskorting. Belanghebbende heeft op 31 maart 2017 aangifte gedaan voor onderhavig voertuig. Het voertuig is op 11 april 2017 tenaamgesteld. De berekening van de belasting bpm is in dit geval niet anders op moment van registratie dan op moment van aangifte. Uw grief treft hier geen grond.

(…)

Het bezwaarschrift heeft betrekking op

Merk : Mercedes Benz

Type : C220D

VIN : [00002]

(…)

Leeftijdskorting

U geeft aan in aanmerking te komen voor extra leeftijdskorting. Belanghebbende heeft op 6 juli 2017 aangifte gedaan voor onderhavig voertuig. Het voertuig is op 14 juli 2017 tenaamgesteld. De berekening van de belasting bpm is in dit geval niet anders op moment van registratie dan op moment van aangifte. Uw grief treft hier geen grond. (…)”

2.6.

In de uitnodigingsbrief voor de zitting bij de Rechtbank is onder andere het volgende opgenomen:

“(…)

Nieuwe stukken

U kunt nog nieuwe stukken naar de rechtbank sturen. U moet er dan wel voor zorgen dat de rechtbank deze stukken uiterlijk de elfde dag vóór de zitting heeft ontvangen. Als u op een later tijdstip nog stukken naar de rechtbank stuurt, kan de rechtbank beslissen om bij de beoordeling van het beroep geen rekening te houden met die stukken. (…)”

2.7.

Door gemachtigde van belanghebbende (hierna: gemachtigde) is twee werkdagen voor de zitting bij de Rechtbank een nader stuk, door hem ‘pleitnota’ genoemd, bestaande uit 21 pagina’s (hierna: nader stuk) aan de Rechtbank toegezonden. De Rechtbank heeft dit nader stuk buiten beschouwing gelaten. In hoger beroep heeft belanghebbende het stuk niet (opnieuw) ingebracht.

2.8.

De Inspecteur heeft in de zaak met nummer 19/00399 (zie 1.5.) een ‘printscreen’ overgelegd uit de ‘Databank Auto’ van de RDW (hierna: ‘Databank Auto’) met daarin het kenteken ( [kenteken] ) van de Jaguar F-Pace en registratiedatum 21 juli 2017.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of:

( i) door het Hof en de Rechtbank te veel griffierecht is geheven door geen rekening te houden met de omvang van het financiële belang dat belanghebbende heeft bij de onderhavige geschillen;

(ii) het aanvullende stuk door gemachtigde ‘pleitnota’ genoemd van 21 pagina’s dat twee werkdagen voor de zitting door gemachtigde aan de Rechtbank is toegezonden door de Rechtbank tardief had mogen worden verklaard;

(iii) de Inspecteur artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft geschonden door geen kentekengegevens te overleggen;

(iv) voor de bepaling van de afschrijving uitgegaan dient te worden van een ‘ex-rental’ ook als de betreffende auto geen ‘ex-rental’ is;

( v) de heffings- en betalingsmodaliteiten voor importvoertuigen ongunstiger zijn dan voor binnenlandse voertuigen, zodat de belasting verminderd moet worden met 10 percent en de hieruit voortvloeiende renteschade wegens vroegere betaling moet worden vergoed;

(vi) sprake is van een extra leeftijdskorting vanwege het tijdsverloop tussen het doen van de onderhavige aangifte en de tenaamstelling (registratie) van de auto’s;

(vii) sprake moet zijn van een passende rentevergoeding buiten artikel 28c van de Invorderingswet (hierna: IW) om over de periode van betaling tot de feitelijke terugbetaling;

(viii) recht bestaat op een vergoeding van rente over de periode vanaf het moment waarop het griffierecht is betaald tot het moment waarop de Inspecteur dat griffierecht vergoedt, en

(ix) sprake moet zijn van vergoeding van werkelijke proceskosten.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing