Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4508, 19/00448 t/m 19/00451

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4508, 19/00448 t/m 19/00451

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 mei 2021
Datum publicatie
21 mei 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:4508
Formele relaties
Zaaknummer
19/00448 t/m 19/00451

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer schadeauto’s. Afschrijving.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 19/00448 tot en met 19/00451

uitspraakdatum: 11 mei 2021

Uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 7 maart 2019, nummers AWB 18/3055 tot en met AWB 18/3057 en AWB 18/3059 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft voor vier auto’s belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangiften voldaan. De tegen die voldoeningen op aangifte door belanghebbende gemaakte bezwaren zijn door de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.

1.2

Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.4

Het onderzoek ter (digitale) zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 16 april 2021. Namens belanghebbende is [A] als haar gemachtigde verschenen, bijgestaan door [B] . Namens de Inspecteur is verschenen [C] .

1.5

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft in België vier gebruikte schadeauto’s gekocht. Het gaat om een Fiat 500 X 1.6 PopStar (hierna: auto 1), een Fiat 500 X 1.4 Turbo MultiAir Lounge (hierna: auto 2), een Ford Ka (hierna: auto 3) en een Volkswagen Polo (hierna: auto 4).

2.2

Belanghebbende heeft deze schadeauto’s doen overbrengen naar Nederland en laten registreren in het Nederlandse kentekenregister. In verband hiermee heeft belanghebbende de hierna in 2.4 genoemde bedragen aan BPM op aangiften voldaan.

2.3

Belanghebbende heeft de waardevermindering als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet BPM) met betrekking tot de schadeauto’s bepaald op basis van taxatierapporten. Daarin zijn de handelsinkoopwaarden van de auto’s (mede) bepaald aan de hand van vraagprijzen van soortgelijke gebruikte personenauto’s zonder schade. Daarop is vervolgens op basis van een begroting van de herstelkosten een vermindering toegepast die volgens de taxateur aan de beschadigingen is toe te rekenen. In de taxatierapporten is ervan uitgegaan dat de waardevermindering als gevolg van de schade telkens 100% bedraagt.

2.4

Belanghebbende heeft de volgende bedragen voor de schadeauto’s op aangiften voldaan:

auto

schade

kilometerstand

datum aangifte

berekende BPM in aangifte

1

€ 23.081

6.086

5 december 2017

€ 616

2

€ 15.245

14.075

5 december 2017

€ 728

3

€ 10.505

216

27 december 2017

€ 251

4

€ 6.129

62.692

17 januari 2018

€ 373

2.5

De datum van eerste toelating van deze auto’s is:

-

Auto 1: 10 januari 2017

-

Auto 2: 23 januari 2017

-

Auto 3: 20 februari 2017

-

Auto 4: 11 februari 2015

De historische nieuwprijzen van deze auto’s zijn:

-

Auto 1: € 28.352

-

Auto 2: € 32.402

-

Auto 3: € 12.595

-

Auto 4: € 21.054

De historische bruto BPM van deze auto’s zijn:

-

Auto 1: € 8.746

-

Auto 2: € 7.586

-

Auto 3: € 3.961

-

Auto 4: € 2.629

De door belanghebbende gehanteerde handelsinkoopwaarden belopen:

-

Auto 1: € 2.000

-

Auto 2: € 3.111

-

Auto 3: € 800

-

Auto 4: 2.990

2.6

Belanghebbende heeft in januari en februari 2018 (tijdig) bezwaarschriften ingediend tegen de voldoeningen op aangifte. Belanghebbende is door de Inspecteur meermalen uitgenodigd voor een hoorzitting. Belanghebbende is niet op een hoorzitting verschenen. Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar zijn de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard door de Inspecteur. Hiertegen heeft belanghebbende in één geschrift beroep ingesteld. De griffier van de Rechtbank heeft vier keer een bedrag van € 384 aan griffierecht geheven. Bij uitspraak van 7 maart 2019 heeft de Rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft op 8 april 2019 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank.

3 Het geschil

In hoger beroep is in geschil, kort gezegd, of de bedragen die belanghebbende ter zake van de vier auto’s op aangiften heeft voldaan te hoog zijn. Voorts zijn verschillende punten van formeelrechtelijke aard in geschil die hierna nader zullen worden geduid.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing