Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4519, 21-003298-20
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4519, 21-003298-20
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 mei 2021
- Datum publicatie
- 11 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:4519
- Zaaknummer
- 21-003298-20
Inhoudsindicatie
Verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van gekwalificeerde doodslag, diefstal in vereniging met geweld met de dood als gevolg en diefstal in vereniging door middel van een valse sleutel. Hij krijgt 18 jaren gevangenisstraf en TBS met verpleging van overheidswege opgelegd.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003298-20
Uitspraak d.d.: 11 mei 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 9 september 2020 met parketnummer
16-105179-19 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
thans ingeschreven en verblijvende in P.I. [instantie]
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 april 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het onder 1A primair, 1B en 2 tenlastegelegde en oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren met aftrek van voorarrest en een ongemaximeerde terbeschikkingstelling (hierna ook: TBS) met verpleging van overheidswege. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd om de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde partij 1] , [naam benadeelde partij 2] en [naam benadeelde partij 3] deels toe te wijzen en voor het overige de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen. De advocaat-generaal heeft ten aanzien van de toegewezen delen van de schadevergoedingen telkens gevorderd om deze te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [naam benadeelde partij 4] en [naam benadeelde partij 5] heeft de advocaat-generaal gevorderd om deze vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. J.J. Lieftink, naar voren is gebracht.