Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5443, 20/00603

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5443, 20/00603

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 juni 2021
Datum publicatie
11 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:5443
Zaaknummer
20/00603

Inhoudsindicatie

Afvalstoffenheffing. Opbrengstlimiet.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00603

uitspraakdatum: 1 juni 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 12 maart 2020, nummer AWB 19/129, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Regionale Belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het perceel [a-straat] 102 te [Z] een aanslag in de afvalstoffenheffing voor het jaar 2018 opgelegd van € 95,28.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 november 2018 de aanslag gehandhaafd.

1.3.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 12 maart 2020 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft op 20 april 2020 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft op 8 juli 2020 een verweerschrift ingediend.

1.6.

Belanghebbende heeft op 10 augustus 2020 een conclusie van repliek ingediend.

1.7.

De heffingsambtenaar heeft op 2 september 2020 een conclusie van dupliek ingediend.

1.8.

Het Hof heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft nu geen van beide partijen binnen de gestelde termijn heeft verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord. Daarop is het onderzoek gesloten.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2018 een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd welke gebaseerd is op de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018 van de gemeente Raalte (hierna: de Verordening).

2.2.

De heffingsambtenaar heeft een overzicht van de geraamde kosten en baten ter zake van de afvalstoffenheffing in het jaar 2018 overgelegd. Volgens dit overzicht bedragen de geraamde kosten € 2.796.709 en de geraamde baten € 2.243.071. Het verschil is onttrokken aan de voorziening.

2.3.

De gemeente Raalte houdt tezamen met andere gemeenten de aandelen in [A] NV (hierna: [A] ). Deze vennootschap houdt zich onder meer bezig met de inzameling van huishoudelijk afval in de diverse gemeenten, waaronder de gemeente Raalte (hierna: de gemeente).

2.4.

De gemeente ontvangt jaarlijks dividend van [A] . In de jaren 2015 tot en met 2017 is gemiddeld € 214.453 per jaar aan dividend ontvangen. In de begroting wordt jaarlijks een dividend van € 187.000 geraamd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Verordening algeheel dan wel partieel onverbindend is, in het bijzonder omdat de geraamde baten van de afvalstoffenheffing de geraamde lasten ter zake overtreffen.

3.2.

Belanghebbende betoogt dat het jaarlijkse dividend van [A] niet tot de algemene middelen van de gemeente moet worden gerekend, maar als bate in aanmerking moet worden genomen in de raming van de afvalstoffenheffing en de lasten ter zake. Dit zou meebrengen dat de opbrengstlimiet is overschreden, aldus belanghebbende. Aan dit betoog ligt de opvatting ten grondslag dat als de gemeente de afvalverwerking in eigen beheer zou hebben gehouden, een eventueel exploitatie-overschot ook tot overschrijding van de opbrengstlimiet zou hebben geleid. De heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de heffingsambtenaar en tot gehele dan wel gedeeltelijke vermindering van de aanslag in de afvalstoffenheffing.

3.4.

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing