Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5889, 20/01024

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5889, 20/01024

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 juni 2021
Datum publicatie
25 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:5889
Zaaknummer
20/01024

Inhoudsindicatie

BPM. Vermindering (afschrijving).

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/01024

uitspraakdatum: 15 juni 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 13 oktober 2020, nummer AWB 19/6014, in het geding tussen

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende) en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag (met nummer [aanslagnummer] ) in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd van € 3.200.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 september 2019 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 13 oktober 2020 het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot € 3.089.

1.4.

De Inspecteur heeft op 19 november 2020 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Belanghebbende heeft op 26 maart 2021 een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021. Namens belanghebbende is verschenen mr. [A] . Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [B] en mr. [C] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

In verband met de registratie in het kentekenregister heeft belanghebbende op basis van een taxatierapport aangifte gedaan voor de BPM van een gebruikte personenauto van het merk BMW 4-serie Gran Coupé 435d High Executive (hierna: de auto). Bij het bepalen van de inkoopwaarde van de auto heeft de taxateur rekening gehouden met een aftrek wegens de aanwezigheid van meer dan normale gebruiksschade en tevens met een aftrek van € 1.200 vanwege de omstandigheid dat de auto een zogenoemde ‘ex-rental’betreft. De datum eerste toelating – in Duitsland – is 28 september 2017. De tellerstand ten tijde van het doen van aangifte was 27.389 kilometer. De door belanghebbende berekende BPM van € 3.927 is op aangifte voldaan.

2.2.

De Inspecteur heeft met dagtekening 18 december 2018 een naheffingsaanslag BPM van € 3.200 aan belanghebbende opgelegd. Daarbij is de Inspecteur uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van € 42.986 op basis van de koerslijst van X-RAY, zonder rekening te houden met meer dan normale gebruiksschade of het zijn van ‘ex-rental’.

2.3.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de Inspecteur van een juiste handelsinkoopwaarde uit de koerslijst is uitgegaan, dat geen sprake is van meer dan normale gebruiksschade, dat belanghebbende heeft bewezen dat sprake is van een ex-rentalvoertuig en dat daarom de handelsinkoopwaarde met 3% dient te worden verminderd tot € 41.696. Uitgaande van een cataloguswaarde van de auto van € 92.253 bedraagt de afschrijving dan 54,80%. Met inachtneming van de aldus bepaalde afschrijving heeft de Rechtbank de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 3.089.

3 Geschil

3.1.

In hoger beroep is uitsluitend in geschil of terecht een waardevermindering van 3% is toegepast vanwege de omstandigheid dat sprake is van een ex-rentalvoertuig.

3.2.

De Inspecteur heeft ter zitting uitdrukkelijk en ondubbelzinnig verklaard dat hij niet langer betwist dat sprake is van een ex-rentalvoertuig, maar dat uitsluitend de waardevermindering van 3% in geschil is. In dat verband heeft de Inspecteur gesteld dat belanghebbende niet in zijn bewijslast is geslaagd dat sprake is van een waardevermindering van de auto vanwege het zijn van ‘ex-rental’, laat staan dat die waardevermindering 3% bedraagt.

3.3.

De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing