Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-07-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6906, 20/00736

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-07-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6906, 20/00736

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 juli 2021
Datum publicatie
30 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:6906
Zaaknummer
20/00736

Inhoudsindicatie

LH. Ontvankelijkheid beroep. Termijnoverschrijding. Verschoonbaar?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00736

uitspraakdatum: 20 juli 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 juni 2020, nummer AWB 19/6968, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 maart 2017 een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd van € 8.667. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken de naheffingsaanslag en de belastingrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord: namens belanghebbende [naam1] en namens de Inspecteur mr. [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Op 27 februari 2014 is belanghebbende opgericht. Belanghebbende is gevestigd aan [adres1] 15 in [vestigingsplaats] . De heer [naam1] (hierna: [naam1] ) is enig aandeelhouder en bestuurder. [naam1] woont op het adres [adres2] 15 te [vestigingsplaats] . Belanghebbende is vanaf de oprichting in de bestanden van de Belastingdienst opgenomen als belastingplichtige voor de omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Belanghebbende is daarnaast ook opgenomen als inhoudingsplichtige voor de loonheffing.

2.2.

Belanghebbende heeft per maand aangifte gedaan voor de loonheffing. Dat geldt ook voor de tijdvakken januari 2017 tot en met maart 2017. In deze aangiften is opgave gedaan voor één werknemer, zijnde de bestuurder en aandeelhouder [naam1] .

2.3.

Op 23 mei 2017 is belanghebbende failliet verklaard.

2.4.

Op 29 juni 2018 is de slotuitdelingslijst definitief geworden.

2.5.

Op 3 juli 2018 is belanghebbende ontbonden.

2.6.

Op 11 maart 2019 heeft belanghebbende een correctiebericht loonheffing ingediend.

2.7.

De Inspecteur heeft conform het correctiebericht de naheffingsaanslag loonheffingen met dagtekening 3 april 2019 opgelegd.

2.8.

[naam1] heeft hiertegen op 9 april 2019 bezwaar gemaakt.

2.9.

Tussen [naam1] en de Belastingdienst heeft correspondentie plaatsgevonden. [naam1] heeft berichten gestuurd aan de Belastingdienst op in ieder geval 22 april 2019, 11 juni 2019 en 10 oktober 2019.

2.10.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar met dagtekening 17 oktober 2019 het bezwaar ongegrond verklaard.

2.11.

Namens belanghebbende heeft haar directeur en enig aandeelhouder de heer [naam1] op 5 december 2019 een beroepschrift ingediend bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank).

2.12.

Belanghebbende heeft in de beroepsfase een brief van de huisarts overgelegd van 25 juni 2019, welke brief betrekking heeft op [naam1] . Deze brief vermeldt het volgende:

“Geachte collega.

Graag uw beoordeling van bovenstaande patiënt in basis GGZ in verband met somberheidsklachten na ingrijpende gebeurtenissen privé leven, zowel relationeel als op werk.”

2.13.

De Rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

2.14.

[naam1] heeft namens belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

3 Geschil

In geschil is of het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing