Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7707, 20/01000

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7707, 20/01000

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 augustus 2021
Datum publicatie
27 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:7707
Zaaknummer
20/01000

Inhoudsindicatie

Erfbelasting. Vermelding van een onjuiste overlijdensdatum en overschrijden van de uiterste beslistermijn van de uitspraak op bezwaar leiden niet tot vernietiging van de aanslag.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 20/01000

uitspraakdatum: 10 augustus 2021

Uitspraak van de zeventiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 oktober 2020, nummer LEE 19/2521, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 27 december 2018 een aanslag in de erfbelasting opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd.

1.5.

Belanghebbende heeft voor de zitting nadere stukken ingestuurd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2021.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Op 23 februari 2018 is overleden [naam1] , belanghebbendes moeder.

2.2.

Aan belanghebbende is met dagtekening 27 december 2018 een aanslag in de erfbelasting ten bedrage van € 4.369 opgelegd. Op het aanslagbiljet is als overlijdensdatum, overeenkomstig de toenmalige vermelding in de Basis Registratie Persoonsgegevens, 26 februari 2018 vermeld.

2.3.

Belanghebbende heeft bij brief van 14 januari 2019, ontvangen door de Inspecteur op 16 januari 2019, bezwaar gemaakt tegen de aanslag. De Inspecteur heeft bij brief van 11 februari 2019 de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar verdaagd tot en met 2 mei 2019. De Inspecteur heeft het bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 11 juni 2019 afgewezen.

3 Geschil

In geschil is of de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de erfbelasting dient te worden vernietigd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Inspecteur ontkennend. Tevens heeft belanghebbende een verzoek om schadevergoeding gedaan.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing