Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7708, 20/01053

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7708, 20/01053

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 augustus 2021
Datum publicatie
27 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:7708
Formele relaties
Zaaknummer
20/01053

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Aftrek kosten eigen woning niet toegestaan in een ander jaar dan waarin zij zijn gemaakt.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 20/01053

uitspraakdatum: 10 augustus 2021

Uitspraak van de zeventiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 oktober 2020, nummer LEE 19/2897, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.329, verstaan dat de Inspecteur de belastingrente dienovereenkomstig vermindert en de Inspecteur opgedragen aan belanghebbende het griffierecht te vergoeden.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2021.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV voor het jaar 2016 onder de noemer “Restant persoonsgebonden aftrek” een bedrag opgevoerd van € 9.211.

2.2.

De Inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2016 de opgevoerde aftrek niet gehonoreerd.

2.3.

Belanghebbende heeft op 28 december 2018 bezwaar gemaakt tegen de onderhavige aanslag en daarin gesteld dat de gevraagde aftrek ziet op in 2009/2010 betaalde hypotheekrente. De Inspecteur heeft het bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 8 juli 2019 afgewezen.

3 Geschil

3.1

In geschil is of bij het vaststellen van de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2016 de aftrek van € 9.211 terecht is geweigerd, welke vraag belanghebbende ontkennend en de Inspecteur bevestigend beantwoordt.

3.2

Belanghebbende voert aan dat de aftrek van betaalde hypotheekrente en kosten ten onrechte is geweigerd. Zij stelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden en doet daarbij een beroep op toepassing van de hardheidsclausule.

3.3

De Inspecteur heeft het standpunt van belanghebbende gemotiveerd betwist.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing