Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8436, 20/00929 en 20/00930

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8436, 20/00929 en 20/00930

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 september 2021
Datum publicatie
17 september 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:8436
Zaaknummer
20/00929 en 20/00930

Inhoudsindicatie

Leges. Procesbelang.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 20/00929 en 20/00930

uitspraakdatum: 7 september 2021

Uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende1] en [belanghebbende2] te [woonplaats] (hierna: belanghebbenden)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 augustus 2020, nummer AWB 19/1059 en 19/1061, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de provincie Gelderland (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende bij aanslag van 9 mei 2018, met aanslagnummers FF [nummer1] (hierna: [nummer1] ) en FF [nummer2] (hierna: [nummer2] ), leges in rekening gebracht ten bedrage van € 300 per aanslag in verband met aanvragen om tegemoetkoming in faunaschade.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 7 januari 2019 de bezwaren ongegrond verklaard, de aanslag [nummer1] gehandhaafd en toegezegd de aanslag [nummer2] uit coulance te zullen verminderen tot nihil.

1.3.

Belanghebbenden zijn tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de uitspraken op bezwaar.

1.4.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2021 via beeldbellen. Ter zitting zijn verschenen mr. drs. [naam1] als gemachtigde van belanghebbenden en namens de heffingsambtenaar [naam2] en mr. [naam3] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbenden hebben op 8 mei 2018 twee aanvragen voor een tegemoetkoming in de faunaschade ingediend voor de melkveebedrijven in [plaats1] en [woonplaats] .

2.2.

Belanghebbenden hebben twee aanvragen ingediend omdat ze verschillende machtigingen hebben voor jagers en het niet mogelijk was om de tegemoetkoming in één formulier aan te vragen.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbenden bij aanslag van 9 mei 2018, met aanslagnummers [nummer1] en [nummer2] , leges in rekening gebracht ten bedrage van € 300 per aanslag in verband met aanvragen om tegemoetkoming in faunaschade.

2.4.

De heffingsambenaar heeft de aanslag met aanslagnummer [nummer2] bij brief van 14 januari 2019 ingetrokken en verminderd tot nihil. Het bedrag van € 300 is aan belanghebbenden terugbetaald na de uitspraak op bezwaar.

2.5.

De heffingsambenaar heeft de aanslag met aanslagnummer [nummer1] vervolgens ook met 100% verminderd en het bedrag van € 300 terugbetaald na de uitspraak op bezwaar.

2.6.

De Rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd en bepaald dat de uitspraak van de Rechtbank in de plaats treedt van de uitspraken op bezwaar.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de zaak inhoudelijk behandeld dient te worden en of de heffingsambtenaar wettelijke rente verschuldigd is met betrekking tot de door de Rechtbank uitgesproken immateriële schadevergoeding.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing