Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1276, 19/01543 fen 19/01544

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1276, 19/01543 fen 19/01544

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 februari 2022
Datum publicatie
4 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:1276
Formele relaties
  • Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:4936, Bekrachtiging/bevestiging
Zaaknummer
19/01543 fen 19/01544

Inhoudsindicatie

BPM. Vermindering (afschrijving).

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer(s) 19/01543 en 19/01544

uitspraakdatum: 22 februari 2022

Uitspraak van de eenentwintigste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 november 2019, nummers AWB 18/2090 en 18/3863, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op aangifte een bedrag aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) voldaan voor twee verschillende auto’s.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de Staat van in de zaak 19/01543 veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade van € 500, een proceskostenvergoeding van € 640 en heeft bepaald dat de Staat het griffierecht van € 338 dient te vergoeden te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf vier weken na de datum van de uitspraak van de Rechtbank (4 november 2019).

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Bij tussenuitspraak van 4 juni 2020 heeft het Hof de gemachtigde van belanghebbende A.F.M.J. Verhoeven (en Netcar Juridische dienstverlening BV) in deze procedure geweigerd.

1.6.

Het Hof heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld een nieuwe gemachtigde aan te wijzen. Belanghebbende heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 24 augustus 2021. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbendes gemachtigde J. Cardol alsmede namens de Inspecteur [naam1] en [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 4 september 2017 voor een gebruikte personenauto, een Peugeot 308 CC 1.6 THP Sport Pack (hierna: auto 1) aangifte voor de bpm gedaan. Op 7 september 2017 heeft belanghebbende de volgens de aangifte verschuldigde bpm van € 2.170 voldaan. De datum van de eerste toelating is 15 juli 2013.

2.2.

Bij de aangifte heeft belanghebbende de vermindering van de bpm berekend met gebruikmaking van een taxatierapport van een op 4 september 2017 uitgevoerde taxatie en waardebepaling door ‘ [de taxateur] ’ (hierna: de taxateur). Daarin is de handelsinkoopwaarde van de auto in onbeschadigde staat vastgesteld op € 15.346. De taxateur heeft daarbij van de gemiddelde vraagprijs van drie referentievoertuigen, 80% genomen. Vervolgens heeft hij hierop een schadeaftrek toegepast van € 5.838. De schadeaftrek betreft 100% van de gecalculeerde herstelkosten. Hieruit volgt een handelsinkoopwaarde van € 9.508. In de aangifte heeft belanghebbende de verschuldigde bpm als volgt berekend:

historische nieuwprijs

46.915

Inkoopwaarde volgens taxatierapport

9.508

afschrijving

37.407

afschrijvingspercentage

79,73%

bruto bpm

10.710

afschrijving

79,73%

8.540

verschuldigde bpm

2.170

2.3.

Door belanghebbende is bij het hogerberoepschrift een document met opschrift: ‘Waardebepaling voertuig’ eveneens gedateerd op 4 september 2017 (zie 2.2.) beoordeeld door de taxateur - [de taxateur] – in het geding gebracht waaruit een inkoopwaarde volgt van € 14.736. De vergelijkende auto heeft volgens deze waardebepaling een basiswaarde van € 12.525 die is ontleend aan de koerslijst Eutotaxglass’s. Deze basiswaarde wordt vervolgens bijgesteld vanwege, maandaanpassing € 267, kilometerbijstelling € 582 en totaal opties van € 1.362. De bijstelling marktsituatie en dealersituatie staan in deze waardebepaling op € 0. In de ingebrachte ‘waardebepaling voertuig’ staat onder andere het volgende:

“(…) Beoordeeld door, Datum/Nr./Code Waardebepaling aangevraagd door Dhr. [naam3] , 04.09.2017/721/84880 (…)”

2.4.

Belanghebbende heeft op 18 januari 2018 voor een gebruikte personenauto, een Peugeot 2008 1.2 Pure Tech Allure (hierna: auto 2) met een tellerstand van 26 km aangifte voor de bpm gedaan. Op 26 januari 2018 heeft belanghebbende de volgens de aangifte verschuldigde bpm van € 2.268 voldaan. De datum van de eerste toelating is 9 januari 2018.

2.5.

Bij de aangifte voor auto 2 heeft belanghebbende de vermindering van de BPM berekend met gebruikmaking van een koerslijst van AutotelexPRO, waaruit een handelsinkoopwaarde volgt van € 18.230. In de aangifte heeft belanghebbende de verschuldigde bpm als volgt berekend:

historische nieuwprijs

30.090

handelsinkoopwaarde volgens AutotelexPRO

18.230

afschrijving

11.860

afschrijvingspercentage

39,42%

bruto bpm

3.745

afschrijving

39,42%

1.477

verschuldigde bpm

2.268

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen zijn verschillende punten in geschil die in onderdeel 4 nader zullen worden vermeld.

4 Beoordeling van het geschil

3 Beslissing

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing