Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:2150, 20/00999

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:2150, 20/00999

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 maart 2022
Datum publicatie
1 april 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:2150
Zaaknummer
20/00999

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00999

uitspraakdatum: 22 maart 2022

Uitspraak van de achttiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 28 september 2020, nummer AWB 19/5574, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hattem (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres1] 6 te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2018 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2019 vastgesteld op € 201.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) 2019 voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 9 maart 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. A. Bakker, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [de taxateur] , taxateur.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning. De woning is een huis in een rij met berging en blokhut. De gebruiksoppervlakte van de woning is 111 m2 en van de berging 13 m2. De oppervlakte van het perceel is 200 m2. Het bouwjaar van de woning is 1977. De woning is op een afstand van ongeveer 90 meter gelegen van een hoogspanningsmast.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2018.

3.2.

Belanghebbende bepleit een waarde van € 187.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de bij beschikking vastgestelde waarde en de aanslag OZB 2019.

3.3.

De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de waarde van € 201.000 niet te hoog is vastgesteld en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing