Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4332, 20/01088

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4332, 20/01088

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
31 mei 2022
Datum publicatie
10 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:4332
Formele relaties
Zaaknummer
20/01088

Inhoudsindicatie

OB. Aanschaf HRe-ketel. Aftrek voorbelasting.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 20/01088

uitspraakdatum: 31 mei 2022

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) van 12 november 2020, nummer LEE 19/2219, ECLI:NL:RBNNE:2020:3883 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking teruggaaf omzetbelasting over 2011 van € 184.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en een aanvullende teruggaaf verleend van € 37. De totale teruggaaf is daarmee vastgesteld op € 221.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de beschikking teruggaaf omzetbelasting vastgesteld op € 414. De Rechtbank heeft daarbij bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht moet vergoeden.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft in 2011 zonnepanelen geplaatst.

2.2.

Belanghebbende heeft met dagtekening 14 september 2011 een factuur ontvangen in verband met het leveren en plaatsen van een nieuwe Remeha Evita HRe-ketel (hierna: de HReketel) van € 11.510,87 inclusief € 1.837,87 aan omzetbelasting.

2.3.

De HRe-ketel bestaat uit een HR-ketel met een ingebouwde, op aardgas gestookte motor. Door de combinatie van een hoog rendement cv-ketel met een stirlingmotor heeft de HRe-ketel ook een stroomopwekkingsfunctie. De stirlingmotor wekt elektriciteit op. Dit gebeurt door middel van een warmtekrachtkoppeling (micro-WKK). Het opwekken van elektriciteit gebeurt op momenten dat de ketel brandt voor verwarming of warm water. De opgewekte elektriciteit wordt deels gevoed aan het eigen elektriciteitsnetwerk (voor direct gebruik). Overtollige elektriciteit (daarvan is sprake als de productie van de motor de vraag voor direct gebruik overtreft) wordt geleverd aan het elektriciteitsnet.

2.4.

Ter zake van de levering van de overtollige elektriciteit aan het elektriciteitsnet kwalificeert belanghebbende als ondernemer voor de omzetbelasting.

2.5.

Bij brief van 18 mei 2018 heeft belanghebbende aan de Inspecteur aangegeven een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting over het derde kwartaal van 2011 te willen indienen in verband met de in rekening gebrachte omzetbelasting ter zake van de aanschaf van de HReketel en de daarmee verband houdende met omzetbelasting belaste leveringen van (overtollige) stroom aan het elektriciteitsnet.

2.6.

Met dagtekening 23 november 2018 is betreffende 2011 een teruggaaf van € 184 vastgesteld. De Inspecteur is daarbij uitgegaan van een recht op aftrek van voorbelasting van 10%.

2.7.

De Inspecteur heeft op 27 december 2018 een bezwaarschrift van belanghebbende tegen die beschikking ontvangen.

2.8.

Op 19 maart 2019 heeft er een hoorgesprek tussen belanghebbende en de Inspecteur plaatsgevonden.

2.9.

Met dagtekening 3 mei 2019 heeft de Inspecteur uitspraak op bezwaar gedaan. In deze uitspraak op bezwaar is een aanvullende teruggaaf van € 37 verleend, waarmee de totale teruggaaf uitkomt op € 221. Deze aanvullende teruggaaf is verleend omdat rekening is gehouden met een groter aandeel netlevering in de totale elektriciteitsopwekking. Het recht op teruggaaf van voorbelasting is daarbij vastgesteld op 12%.

2.10.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de beschikking teruggaaf omzetbelasting vastgesteld op € 414. De Rechtbank is daarbij uitgegaan van een recht op aftrek van voorbelasting van 22,5%.

3 Geschil

In geschil is voor welk bedrag belanghebbende met betrekking tot het jaar 2011 recht heeft op aftrek van voorbelasting ten aanzien van de in 2011 aangeschafte HRe-ketel. Hierbij is niet in geschil dat belanghebbende voor de omzetbelasting ondernemer is en recht heeft op vooraftrek, dat de HRe-ketel een onroerende zaak is in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB), dat de geleverde warmte volledig privégebruik betreft en de geleverde elektriciteit gemengd gebruik en dat het recht op aftrek gebaseerd moet zijn op de evenredigheid van het werkelijk gebruik van de HRe-ketel voor bedrijfsactiviteiten en voor privé. Het geschil betreft de wijze waarop de evenredigheid van het werkelijk gebruik van de HRe-ketel moet worden bepaald of benaderd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing