Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2843, 21/01024

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2843, 21/01024

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
4 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:2843
Formele relaties
Zaaknummer
21/01024
Relevante informatie
Art. 9 BPM, Art. 10 BPM, Art. 110 VWEU

Inhoudsindicatie

BPM. Vermindering (afschrijving).

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummer BK-ARN 21/01024

uitspraakdatum: 4 april 2023

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 juli 2021, nummer AWB 20/2274, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 1.751.

1.2

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3

De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het tegen deze uitspraak op bezwaar ingestelde beroep gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.740.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

De Inspecteur heeft op 3 maart 2023 een nader stuk ingediend.

1.6

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 9 maart 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. H. van Dam als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [naam1] , taxateur, alsmede, namens de Inspecteur, [naam2] en [naam3] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 4 april 2019 in Duitsland een auto gekocht van het merk en type Fiat Ducato Bürstner Travel Van T 620G (VIN: [nummer1] ; hierna: de kampeerauto) voor een bedrag van € 46.048, exclusief BTW en BPM.

2.2

De kampeerauto is in Duitsland op 1 april 2019 voor het eerst toegelaten op de openbare weg.

2.3

Belanghebbende heeft ter zake van de kampeerauto op 16 april 2019 aangifte voor de BPM gedaan. Dit met het oog op het doen registreren van de kampeerauto in het Nederlandse kentekenregister. In overeenstemming met deze aangifte heeft belanghebbende een bedrag van € 8.111 aan BPM voldaan.

2.4

Bij de aangifte is een op 12 april 2019 opgesteld taxatierapport overgelegd, opgemaakt door [naam4] van [naam5] BV. In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde van de kampeerauto vermeld van € 51.094, gebaseerd op een waarde in onbeschadigde staat van € 52.953, verminderd met een op basis van een schadecalculatie bepaalde schade van € 2.059 en (positief) gecorrigeerd met een bedrag van € 200 vanwege in de schade begrepen waardevermindering wegens normale gebruikssporen. Genoemde waarde van € 52.953 is niet gebaseerd op een koerslijst omdat deze niet beschikbaar is. Wel is gebruik gemaakt van de koerslijst AutoTelexPro, maar dan voor de Fiat Ducato bestelauto, waarbij de afschrijving met 5% is gecorrigeerd omdat een kampeerauto in de regel wat minder afschrijft dan een bestelauto. Ook zijn in het taxatierapport nog gegevens van drie referentievoertuigen overgelegd, te weten:

Bürstner Ixeo Time IT 590, 2016, 35.568 kilometer met een vraagprijs van € 51.900;

Bürstner Travel Van IC, 2017, 33.940 kilometer met een vraagprijs van € 51.950;

Bürstner Nexxo 690 G Summer, 2016, 16.474 kilometer met een vraagprijs van € 56.499.

De gecalculeerde schade van € 2.059 is berekend met inachtneming van een uurloon van € 84 en (€ 336 arbeidsloon en € 650 bijkomende kosten =) € 986 als schadepost ‘aflevering klaar maken huurauto’. In het taxatierapport is ook vermeld dat het om een intensief gebruikte voormalige huurauto gaat. De kampeerauto had ten tijde van de taxatie een kilometerstand van 1.207. Voorts is uitgegaan van een bruto BPM bedrag van € 12.363 en een historische nieuwprijs van € 77.872.

2.5

De Inspecteur heeft belanghebbende opgeroepen om de kampeerauto te tonen bij de dienst Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ). Belanghebbende is daar op 23 april 2019 met de kampeerauto verschenen. DRZ heeft ter zake van de schouw een rapport Onderzoek waardebepaling opgemaakt, gedagtekend 1 mei 2019. In het rapport is onder meer vermeld:

“Het aangegeven voertuig is ten tijde van de keuring bij de RDW 12 dagen oud na eerste registratie. Dit betreft een nieuw voertuig welke geen (huur) verleden heeft door de extreem lage kilometerstand van 1.238 kilometer.

Wij hebben de handelsinkoopwaarde vastgesteld op € 65.000,- op basis van nieuwprijs minus handelsmarge.

Wij hebben de nieuwprijsberekening in de aangifte gecontroleerd a.d.h.v. de beschikbare prijslijst. Deze komt overeen met het aangegeven voertuig. Wij hebben de nieuwprijs overgenomen uit de aangifte.

De opgegeven schade komt overeen met het beeld zoals het voertuig is getoond. Wij hebben de schade omgerekend naar een waardevermindering. De opgegeven post “klaarmaken ex huurauto” hebben wij niet meegenomen. Er zijn geen werkzaamheden aangetroffen aan het voertuig die deze kosten rechtvaardigen. Daarnaast is het voertuig slechts 12 dagen geregistreerd vanaf datum eerste toelating, en heeft slechts 1.238 kilometer gereden.”

Genoemde waarde van € 65.000 is gebaseerd op drie referentievoertuigen:

Bürstner Travel Ixeo T 690 G, 2019, 1 kilometer met een vraagprijs van € 86.623;

Bürstner Nexxo T 690 G, 2017, 23.200 kilometer met een vraagprijs van € 69.950;

Bürstner Nexxo T 690 G Summer, 2016, 18.965 kilometer met een vraagprijs van € 61.950.

Op grond van deze referentievoertuigen is uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van € 75.000, waarop in mindering is gebracht een verwachte korting op de nieuwprijs (€ 2.500) en een handelsmarge (€ 7.500), resulterend in een handelsinkoopwaarde van € 65.000. Hierbij is opgemerkt dat de kampeerauto slechts 12 dagen oud is en er sprake is van een volledige fabrieksgarantie.

De bruto schadecalculatie door DRZ bedraagt € 781. Daarvan is door DRZ 82%, zijnde € 643, als waardevermindering in aanmerking genomen. DRZ heeft de handelsinkoopwaarde berekend op (€ 65.000 -/- € 643 =) € 64.357.

2.6

De kampeerauto is op 9 mei 2019 op naam gesteld.

2.7

Naar aanleiding van de controle door DRZ heeft de Inspecteur, met dagtekening 22 augustus 2019, € 1.751 van belanghebbende nageheven. De Inspecteur is daarbij uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 77.872, een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 65.000, en een waardevermindering wegens schade van € 781 (100% meegenomen).

2.8

Het tegen de naheffingsaanslag gerichte bezwaar van belanghebbende is door de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

2.9

De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.740. Deze naheffingsaanslag is als volgt berekend:

Consumentenprijs (= historische nieuwprijs)

€ 77.872

Handelsinkoopwaarde (onbeschadigd)

€ 65.000

Schade (100% van € 856)

-/- 856

= Handelsinkoopwaarde (beschadigd)

64.144

Afschrijving

17,63%

Historische BPM

€ 12.363

Afschrijving (17,63%)

-/- 2.180

= Verschuldigde BPM voor leeftijdskorting

10.183

Extra leeftijdskorting

-/- 332

= Verschuldigde BPM na leeftijdskorting

9.851

Door belanghebbende is betaald op aangifte

-/- 8.111

Naheffingsaanslag

€ 1.740

Daarbij is de handelsinkoopwaarde als volgt berekend:

Handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat 65.000

Schade €

6,8 arbeidsuren x € 84 571

Spuitmateriaal 120

Milieutoeslag 16

In totaal 707

BTW 149

Totale schade -/- 856

Handelsinkoopwaarde 64.144

3 Het geschil en conclusies

3.1

In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag, zoals verminderd door de Rechtbank, tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend. Meer in het bijzonder is tussen partijen in geschil:

(i) de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat;

(ii) of sprake is van een extra waardevermindering omdat de kampeerauto een ‘ex-rental’ is.

3.2

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraak op bezwaar en tot (verdere) vermindering van de naheffingsaanslag.

3.3

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing