Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3035, 21/00603

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3035, 21/00603

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 april 2023
Datum publicatie
21 april 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:3035
Formele relaties
Zaaknummer
21/00603
Relevante informatie
Art. 3.120 Wet IB 2001, Art. 3.124 Wet IB 2001, Art. 6.2a Wet IB 2001, Art. 6.17 Wet IB 2001, Art. 6.27 Wet IB 2001, Art. 6.32 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Opname in Fraude Signalering Voorziening (FSV). Rechtmatigheid controle aangifte.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 21/00603

uitspraakdatum: 11 april 2023

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 april 2021, nummer AWB 20/379, ECLI:NL:RBGEL:2021:2129, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV; de aanslag) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.150, alsmede een beschikking belastingrente van € 252.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 8 november 2019 heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.907.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord, belanghebbende en namens de Inspecteur [naam1] en [naam2] . Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en de Inspecteur opdracht gegeven inzicht te geven omtrent de vraag wat precies over belanghebbende in de Fraude Signalering Voorziening (hierna: FSV) was opgenomen.

1.6.

De Inspecteur heeft bij brief van 14 juni 2022 de gevraagde inlichtingen gegeven waarbij een geschoonde bijlage is meegezonden. Bij brief van 17 juni 2022 heeft de Inspecteur ter zake van de bijlage verzocht om een beperkte kennisneming als bedoeld in artikel 8:29 Awb. Dit verzoek is behandeld ter zitting van 19 oktober 2022. Bij tussenuitspraak van 25 oktober 2022 is het verzoek om beperkte kennisneming door dit Hof toegewezen. Belanghebbende heeft er niet in toegestemd dat het Hof uitspraak doet mede op de grondslag van de ongeschoonde bijlage.

1.7.

Een nadere zitting heeft plaatsgevonden op 8 maart 2023, waarbij dezelfde personen aanwezig waren als tijdens de zitting van 18 mei 2022. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2016 aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.899.

2.2.

Bij brief van 19 september 2018 heeft de Inspecteur geschreven voornemens te zijn af te wijken van de aangifte met betrekking tot de volgende punten:

-

€ 1.401 minder aftrek hypotheekrente omdat de lening niet is aangegaan voor de aanschaf, onderhoud, of verbetering van de eigen woning, maar sprake is van een flexibel krediet voor consumptieve doeleinden;

-

€ 2.489 minder aftrek wegens betaalde premies voor een lijfrente, omdat geen informatie is gegeven over de betalingen of over de verzekering waarvoor de premies zouden zijn betaald;

-

€ 1.300 minder aftrek wegens studiekosten omdat de kosten zien op kinderen van belanghebbende dan wel omdat de studie niet is gevolgd met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning;

-

€ 96 minder aftrek wegens giften, omdat de giften niet zijn aangetoond;

-

€ 3.065 minder aftrek wegens specifieke zorgkosten, waaronder voor extra kleding en beddengoed, omdat een bedrag van € 4.250 minus de drempel van € 1.185 niet kan worden aangetoond;

-

€ 900 minder aftrek wegens een restant aan persoonsgebonden aftrek, omdat geen restant persoonsgebonden aftrek bestaat.

2.3.

De aanslag is vervolgens opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.150. In de bezwaarprocedure heeft belanghebbende aanvullende informatie verstrekt. Op basis daarvan is bij uitspraak op bezwaar het belastbaar inkomen uit werk en woning verlaagd naar € 40.907. In bezwaar is alsnog, na toepassing van de toepasselijke drempels, een bedrag van € 920 aan specifieke zorgkosten en een bedrag van € 323 aan scholingsuitgaven in aftrek toegelaten.

2.4.

Belanghebbende is in het bezit van de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit. Belanghebbende was opgenomen in de FSV. Het Hof heeft de exacte gegevens met betrekking tot de opname van belanghebbende in de FSV opgevraagd. Met betrekking tot belanghebbende zijn de volgende in de FSV opgenomen gegevens van belang:

Soort fraude IH – fraude

Middel IH

Belastingjaar 2013

Bron Query DA 2013

Datum event 01/04/2014 00:00:00

Datum opname 18-4-2014

Datum afdoening 15-6-2015

Correctiebedrag 0.00

Fiscaal nadeel 0.00

Belastingbedrag 0.00

Boete Nee

Strafrechtelijke beschikking Nee

Aangemeld bij Fiod Nee

Fraude Ja

ID-Fraude Nee

Projectcode Landelijk 1043

Aantekening

Massaal dichtboeken 18-11-2014 (…). (Mogelijk) FRAUDE (Verdachte aftrek spec zorg)

Soort fraude IH – fraude

Middel IH

Belastingjaar 2014

Bron AKI uitworp

Datum opname 21-7-2015

Datum afdoening 5-8-2015

Correctiebedrag 0.00

Fiscaal nadeel 0.00

Belastingbedrag 0.00

Boete Nee

Strafrechtelijke beschikking Nee

Aangemeld bij Fiod Nee

Fraude Nee

ID-Fraude Nee

Projectcode Landelijk 1043

Aantekening

Reeds eerder in AKI geregistreerd i.v.m. FRAUDE

3 Geschil

Tussen partijen is niet langer in geschil dat belanghebbende niet aannemelijk kan maken dat hij recht heeft op een hogere aftrek dan de aftrek die bij uitspraak op bezwaar is toegekend. In geschil is of het besluit van de Inspecteur om de aangifte te controleren rechtmatig was. Belanghebbende heeft gesteld dat de controle voortvloeide uit de opname van hem in de FSV en dat in de FSV gegevens over zijn afkomst of nationaliteit waren opgenomen. De Inspecteur stelt dat de controle (het behandelvoornemen) niet is ingegeven door de opname in de FSV en dat in de FSV met betrekking tot belanghebbende geen gegevens over zijn afkomst of nationaliteit waren opgenomen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing