Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3451, 22/00508 t/m 22/00510

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3451, 22/00508 t/m 22/00510

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 april 2023
Datum publicatie
5 mei 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:3451
Formele relaties
Zaaknummer
22/00508 t/m 22/00510
Relevante informatie
Art. 6.1 Wet IB 2001, Art. 6.17 Wet IB 2001, Art. 6.33 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Opname in databank FSV. Specifieke zorgkosten. Giften.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers BK-ARN 22/00508 tot en met 22/00510

uitspraakdatum: 25 april 2023

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 februari 2022, nummers AWB 21/364 tot en met 21/366, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2014, 2015 en 2016 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van respectievelijk € 27.981, € 30.232 en € 30.710. Daarbij is voor het jaar 2014 belastingrente vergoed van € 114, en is voor de jaren 2015 en 2016 belastingrente in rekening gebracht van respectievelijk € 506 en € 169.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 16 december 2020 de aanslag IB/PVV 2014 verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 21.155, en de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank).

1.4.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 2 februari 2022 de beroepen inzake de aanslagen IB/PVV 2014 en 2016 ongegrond verklaard, het beroep inzake de aanslag IB/PVV 2015 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag IB/PVV 2015 vernietigd en de aanslag IB/PVV 2015 verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.690. Verder zijn aan belanghebbende vergoedingen voor de proceskosten en het betaalde griffierecht toegekend van respectievelijk € 2.056 en € 49.

1.5.

Belanghebbende heeft op 4 maart 2022 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Op 14 juli 2022 heeft belanghebbende het hoger beroep aangevuld.

1.6.

De Inspecteur heeft op 22 augustus 2022 een verweerschrift ingediend.

1.7.

Belanghebbende heeft op 29 maart 2023 een nader stuk ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2023. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door advocaat mr. R. Zilver. Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam1] en [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Belanghebbende heeft ter zitting kopieën van zijn aangiften en aanslagen IB/PVV 2019, 2020 en 2021 overgelegd.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende, geboren in 1960, is gehuwd met mevrouw [naam3] (geboren 1966). In de onderhavige jaren 2014 tot en met 2016 wonen zij samen met een zoon (geboren 1994) op het adres [adres1] te [woonplaats] . Daarnaast hebben zij een dochter (geboren 1983) en zoon (1985) elders wonen.

2.2.

Belanghebbende was werkzaam als beëdigd tolk en vertaler, en hij geniet vanaf 2009 een WAO-uitkering van het UWV. Zijn echtgenote geniet inkomsten uit dienstbetrekking.

2.3.

Belanghebbende is eigenaar van de woning [adres2] te [plaats1] . In de jaren 2011 tot en met 2016 heeft belanghebbende daar niet gewoond.

2.4.

Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2009 tot en met 2018 onder meer bedragen aan persoonsgebonden aftrek in aanmerking genomen. Deze aangiften zijn als volgt gecorrigeerd (stand van zaken op datum zitting):

Jaar

Aangegeven

Inkomen (€)

Correctie (€)

Correctie betreft

Vastgesteld

Inkomen (€)

Eindfase vaststelling

2009

81.515

15.610

loon/giften

97.125

bezwaar

2010

38.996

5.506

giften

44.502

bezwaar

2011

35.518

0

giften

35.518

bezwaar

2012

16.613

20.312

zorgkosten/giften

36.925

beroep

2013

16.427

14.418

scholingsuitgaven/

zorgkosten/giften

30.845

beroep

2014

14.383

6.772

eigen woning/

zorgkosten/giften

21.155

beroep

2015

18.210

7.480

eigen woning/

zorgkosten

25.690

beroep

2016

24.169

6.541

zorgkosten/giften

30.710

beroep

2017

25.763

3.768

zorgkosten/giften

29.531

bezwaar

2018

26.606

4.927

zorgkosten/giften

31.533

bezwaar

Totaal

85.334

2.5.

Wat betreft de aanslagen IB/PVV 2012 en 2013 heeft de Rechtbank Gelderland in haar uitspraak van 22 juni 2017, nrs. 16/4770 en 16/4771, ECLI:NL:RBGEL:2017:3172, de correcties van de Inspecteur – die betrekking hebben op zorgkosten, scholingsuitgaven en giften – nagenoeg volledig in stand gelaten.

2.6.

Wat betreft de onderhavige jaren 2014 tot en met 2016 zijn de aanslagen IB/PVV (na beroep) als volgt vastgesteld:

2014

2015

2016

Aangifte

Aanslag

Aangifte

Aanslag

Aangifte

Aanslag

Uitkering UWV

30.638

30.638

31.274

31.724

31.800

31.800

Rente woning [plaats1]

-4.567

0

-2.456

0

Specifieke zorgkosten

Hulpmiddelen

-185

0

-425

0

Geneeskundige hulp

-90

-82

-5.000

0

-2.225

0

Vervoerskosten

-1.250

0

-725

0

Dieetkosten

-1.950

-1.900

-1.900

-1.900

-2.000

-2.000

Extra gezinshulp

-5.250

-5.250

-5.000

-5.000

-3.750

0

Af: Drempel

405

0

434

458

933

0

Totaal

-8.320

-7.232

-11.466

-6.442

-8.192

-2.000

Af: Drempel

706

706

858

858

1.035

1.035

Aftrek

-7.614

-6.526

-10.608

-5.584

-7.157

-965

Giften

Turks-Ned. centrum

-2.900

-2.900

Verhoging 6.39a IB

-725

0

[naam4]

-72

-72

-72

-72

-72

[naam5]

-36

-36

-36

-36

[naam6]

-56

-54

-58

-58

[naam7]

-690

0

-345

0

Stichting [naam8]

-300

-300

-300

[naam9]

-129

-125

Totaal

-4.479

-3.362

-72

-940

-591

Af: Drempel

405

405

405

466

466

Aftrek

-4.074

-2.957

0

-474

-125

Belastbaar inkomen

14.383

21.155

18.210

25.690

24.169

30.710

2.7.

De Belastingdienst heeft in een brief van 2 juni 2021 aan belanghebbende meegedeeld dat zijn gegevens waren opgenomen in het databestand Fraude Signalering Voorziening (FSV). Verder is in deze brief vermeld dat wordt onderzocht of de registratie voor belanghebbende mogelijk onterechte gevolgen heeft gehad. Belanghebbende is tot de dag van de zitting van het Hof nog niet geïnformeerd over de uitkomst van dit onderzoek.

3 Geschil

3.1.

In hoger beroep betoogt belanghebbende dat de controle en correctie van zijn aangiften IB/PVV zijn voortgevloeid uit zijn registratie in de databank FSV, dat deze registratie onrechtmatig is, en dat dus ook de bij die controle aan het licht gekomen punten niet mogen leiden tot een correctie van de aangiften. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Verder is tussen partijen nog in geschil of de zorgkosten en giften in aftrek komen. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Inspecteur ontkennend. Belanghebbende heeft in dat verband dezelfde gronden aangevoerd als in bezwaar en beroep.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur, en tot vermindering van de aanslagen IB/PVV. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing