Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:463, 23/1203

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:463, 23/1203

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/00853)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 januari 2025
Datum publicatie
7 februari 2025
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2025:463
Formele relaties
Zaaknummer
23/1203
Relevante informatie
Art. 2 WA, Art. 51 WA, Art. 2:239 BW

Inhoudsindicatie

Accijns. Voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 23/1203

uitspraakdatum: 28 januari 2025

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 maart 2023, nummer AWB 22/3369, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 9 oktober 2020 een naheffingsaanslag accijns opgelegd tot een bedrag van € 2.696.630. Bij beschikking is € 43 belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspaak op bezwaar het bezwaar gericht tegen de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Bij uitspraak van 28 november 2023 is het hoger beroep van belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak verzet aangetekend.

1.6.

Bij uitspraak op verzet van 19 maart 2024 is het verzet gegrond verklaard.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord [de bestuurder] (hierna: [de bestuurder] ), bestuurder van belanghebbende, en mr. R. Zilver, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] , [naam2] en [naam3] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat bij deze uitspraak is gevoegd. Op de zitting is gelijktijdig behandeld de zaak met rolnummer 23/1199.

2 Vaststaande feiten

2.1.

[de bestuurder] is enig aandeelhouder van belanghebbende en is sinds 2007 bestuurder van de Holding, vanaf 2012 gezamenlijk met zijn echtgenote.

2.2.

Belanghebbende huurde in onderhavig tijdvak het pand [adres] te [plaats1] . De huurovereenkomst is ondertekend door [de bestuurder] namens belanghebbende.

2.3.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit op- en overslag en transport van goederen over de weg.

2.4.

Op 9 oktober 2020 heeft een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in het genoemde pand [adres] te [plaats1] . Daarbij zijn onder andere de volgende goederen aangetroffen:

- 24 pallets met daarop 30 dozen met daarin 48 sloffen a 200 sigaretten van het merk Toros 2005;

- 16 zwarte zakken van 50 sloffen a 200 sigaretten van het merk Toros 2005;

- 18 zakken met daarin 50 sloffen a 200 sigaretten van het merk President;

- 12 zakken met daarin 50 sloffen a 200 sigaretten van het merk President;

- 29 sloffen a 200 sigaretten van het merk Toros 2005;

- 88 sloffen a 200 sigaretten en 2 losse pakjes a 20 sigaretten van het merk President;

- 1 losse slof a 200 sigaretten van het merk President.

Daarnaast zijn ook sigaretten aangetroffen in een oplegger met het kenteken [kenteken1] . Het gaat om:

- 9 pallets met 28 dozen op een pallet a 50 sloffen a 200 sigaretten van het merk Toros 2005;

- 5 pallets met 28 dozen met daarin 50 sloffen a 200 sigaretten van het merk President (Gold).

De sigaretten waren niet voorzien van een geldig Nederlands accijnszegel.

2.5.

In een door de op 9 oktober 2020 aanwezige verbalisanten op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 november 2020, is het volgende opgenomen:

“Op of omstreek 13:20 uur heb ik verbalisant, [verbalisant1] , verbalisanten [verbalisant2] en [verbalisant3] de opdracht gegeven om het slot van de trailer met kenteken [kenteken1] , die voor de grote roldeur geparkeerd stond, te forceren. Dit naar aanleiding van het signaal dat de gecertificeerde Rijksspeurhond [de hond] , getraind in het herkennen van tabaksgeur eerder had afgegeven bij de deuren van deze trailer. Hierop heb ik, verbalisant, [verbalisant2] , met behulp van de aan mij, door rijksoverheid, verstrekte hulpmiddelen het slot van de trailer met kenteken [kenteken1] geforceerd. Na het openen van de trailerdeuren roken wij verbalisanten, [verbalisant2] en [verbalisant3] , direct een sterke geur die wij herkende als tabak, en zagen wij dat de trailer voor de helft was geladen met pallets met daarop in zwart folie gesealde pakketten. Na deze constatering hebben wij de trailerdeuren direct gesloten.”

2.6.

Op 29 oktober 2020 is proces-verbaal opgemaakt van het verhoor van [de bestuurder] (in het proces-verbaal aangeduid als verdachte) door de Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst (FIOD). In dit proces-verbaal is het volgende opgenomen:

“Waar van belang hebben wij de tijdens het verhoor gestelde vragen, gegeven antwoorden en gemaakte opmerkingen woordelijk weergegeven in de verklaring. Degene die de vraag stelde, het antwoord gaf of de opmerking maakte is aangeduid met de letter:

V: Vraag verbalisanten

A: Antwoord verdachte

O: Opmerking verbalisanten

(…)

O: Op vrijdag 9 oktober 2020 heeft in een loods aan de [adres] te [plaats1] een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden. Daarbij zijn sigaretten aangetroffen waarbij het vermoeden bestaat, dat de wettelijke accijnzen daarvan niet zijn betaald. Door het aantreffen van deze illegale sigaretten wordt u verdacht van het overtreden van de accijnswetgeving, meer specifiek artikel 5 juncto artikel 97 van de Wet op de accijns.

V: Wat is uw reactie op de verdenking tegen u voor het overtreden van de accijnswetgeving?

A: Ik was mij van geen kwaad bewust. Tussen een week of 8 à 10 geleden kwam iemand bij mij met de vraag of ik op- en overslag deed. Twee weken later komt er een Roemeen achterom met vier pallets met lege dozen en drie europallets in het zwarte folie. Ik heb dat aangepakt want ik heb meerdere klanten staan. Dat gebeurt vaker want ik sla ook matrassen en banken op. Gaan een week of twee overheen en op donderdag of vrijdag komt die man bij mij en toen zegt hij ik heb die pallets gebracht en je krijgt een container, die moet je leeghalen en dan kom ik dat woensdag ophalen. Ik heb met een medewerker van mijn bedrijf de container gelost en de zwarte pakken op europallets geplaatst. Eigenlijk zouden ze het woensdags weghalen maar op woensdag kwam diezelfde man en heeft hij mij gevraagd de pakken over te pakken in de dozen, die daarvoor waren geleverd. Hij maakte op die woensdag zo'n zwart pakket open en toen zag ik dat dit sigaretten waren. De man vertelde mij toen dat hij de partij had opgekocht en dat deze voor de Nederlandse markt bestemd waren. Ik heb toen afgesproken dat hij de maandag daarna de dozen met daarin de sigaretten zou komen ophalen, maar dat ik op vrijdag de gegevens wilde hebben in verband met de factuur. Hij zei dan kom ik toch kijken of alles goed is ingepakt en dan neem ik alle gegevens mee.

V: Weet u wie de man is?

A: Nee, dat weet ik niet. Ik denk dat het een Nederlandse man is want hij heeft een beetje een Rotterdams accent. Ik had hem nog niet eerder gezien. Ik was een trailer aan het afkoppelen en toen kwam hij bij mij het terrein op. Hij stelde zich voor als [naam4] . Hij vroeg aan mij of ik op- en overslag doe. Ik heb hem nog gevraagd of ik het transport moest doen maar dat hoefde niet, hij zou het zelf komen ophalen.

V: Als u hem ' [naam4] ' zou moeten omschrijven?

A: Kleine man, kop kleiner als ik ben en een beetje dik. Ik zelf ben 1.80m. Hij was kaal. En ik denk dat hij zo'n jaar of 45/46 jaar is.

V: Wie is de eigenaar/verhuurder en huurder van de loods aan de [adres] te [plaats1] ?

A: Ik ben de huurder en de verhuurder is [naam5] . Het is van een Engels bedrijf maar [naam5] verhuurt het en daar heb ik contact mee. Ik denk dat ik het pand nu vier jaar huur. Het eerste jaar had ik er niet zo heel veel aan. Maar nu ben ik wel erg bekend in de buurt van het transport. Ik zit mijn hele leven al in het transport.

V: Wie is de bestuurder en aandeelhouder van [belanghebbende] B.V.?

A: Ik, alles zit daar in. Voor de kringloopwinkel is een aparte BV en dat doe ik samen met [naam6]

V: Wat zijn de activiteiten van [belanghebbende] B.V.?

A: Op- en overslag en transport. Ik doe transport en ben begonnen met op- en overslag omdat ik vanwege gezondheidsklachten wat angstig ben geworden om auto te rijden.

O: In de loods aan de [adres] te [plaats1] zijn aangetroffen:

• 24 pallets met daarop 30 dozen met daarin 48 sloffen á 200 sigaretten van het merk Toros 2005

• 16 zwarte zakken van 50 sloffen á 200 sigaretten van het merk Toros 2005

• 18 zakken met daarin 50 sloffen á 200 sigaretten van het merk President

• 12 zakken met daarin 50 sloffen á 200 sigaretten van het merk President

• 29 sloffen á200 sigaretten van het merk Toros 2005

• 88 sloffen á 200 sigaretten en 2 losse pakjes à 20 sigaretten van het merk President

• 1 losse slof á 200 sigaretten van het merk President

V: Wat kunt u verklaren over de aangetroffen sigaretten in de loods die u huurt?

A Ik heb die container gelost en op 42 pallets gezet. Ik beur € 2, per week per pallet dat die bij mij in de loods staat. Voor het lossen van een container vraag ik € 450.

V: Heeft u al vaker sigaretten gelost en overgepakt?

A: Nee en ik moet zeggen het was een nieuwe klant en werk is werk.

V: Wist u vooraf dat het om sigaretten zou gaan?

A: Nee, tot woensdag wist ik niet dat sigaretten in de lading zaten.

O: Daarnaast zijn ook sigaretten aangetroffen in de oplegger met het kenteken [kenteken1] . Het gaat om:

• 9 pallets met 28 dozen op een pallet á 50 sloffen à 200 sigaretten van het merk Toros 2005

• 5 pallets met 28 dozen met daarin 50 sloffen á 200 sigaretten van het merk President (Gold)

V: Wat kunt u verklaren over de aangetroffen sigaretten in de oplegger [kenteken1] ?

A: Ik dacht dat het 10 pallets waren. Ik heb ze in de oplegger gezet als opslag want binnen was het helemaal vol. Met de vrachtwagen van die man die bij mij z'n vrachtwagen stalt heb ik de trailer vooruit gereden omdat ze van een andere klant bedden kwamen laden en toen die klaar waren heb ik met diezelfde vrachtwagen de trailer teruggezet.

V: Wie is de eigenaar van de oplegger met het kenteken [kenteken1] ?

A: Die is van mij.

V: Heeft u die al lang?

A: Ik denk een jaar of vijf maar misschien wel zeven. Ik weet het niet precies meer.

V: Wie heeft u opdracht gegeven voor het lossen en ompakken van de (illegale) sigaretten?

A: Die man, die ik ken als [naam4] .”

2.6.

Naar aanleiding van voornoemde bevindingen heeft de Inspecteur aan belanghebbende een naheffingsaanslag accijns opgelegd van € 2.696.930, waarbij tevens € 43 aan belastingrente in rekening is gebracht.

2.7.

De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente in stand gelaten. Redengevend daarvoor is dat belanghebbende betrokken is geweest bij het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten. Dat belanghebbende aanvankelijk niet ervan op de hoogte was dat zij onveraccijnsde sigaretten opsloeg, maakt dit niet anders, aldus de Rechtbank.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente terecht heeft opgelegd. Niet in geschil daarbij is dat voor de aangetroffen sigaretten geen accijns is afgedragen. Ook is niet in geschil, indien komt vast te staan dat belanghebbende de schuldenaar is voor de accijns, (de berekening van) het bedrag aan accijns dat in de naheffingsaanslag is opgenomen.

3.2.

Belanghebbende betwist dat de illegale sigaretten bij haar voorhanden waren en stelt dat zij op basis van vertrouwen goederen voor klanten opslaat in het pand en daarbij niet controleert of nagaat om wat voor goederen het gaat. Belanghebbende stelt dat haar geen verwijt kan worden gemaakt, dat zij niet wist dat de klant (onveraccijnsde) sigaretten had opgeslagen en dat die wetenschap een vereiste is om te kunnen naheffen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing