Gerechtshof Den Haag, 22-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4079, BK-12/00483
Gerechtshof Den Haag, 22-04-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4079, BK-12/00483
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 april 2013
- Datum publicatie
- 25 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:4079
- Zaaknummer
- BK-12/00483
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. Waarde vrijstaande woning te hoog vastgesteld. De inspecteur heeft bij de vaststelling van de WOZ-beschikking een inhoud van 615 m3 gehanteerd. In eerste aanleg en ook in hoger beroep heeft de inspecteur erkend dat de inhoud van de woning 470 m3 is. Niettemin heeft hij de beschikte waarde gehandhaafd. Gelet op het significante verschil in inhoud, zijn de door de inspecteur overgelegde bewijsmiddelen onderling niet consistent. De inspecteur heeft geen toereikende verklaring gegeven voor het desondanks handhaven van de vastgestelde waarde en ook anderszins niet aannemelijk gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00483
Uitspraak van 22 april 2013
in het geding tussen:
de erven van [X], laatstelijk wonende te [Z], belanghebbenden,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Albrandswaard, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 24 april 2012, nummer AWB 11/220, betreffende de hierna vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Bij beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken is de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat 1] te [Z] (hierna: de woning), vastgesteld op € 429.000 per 1 januari 2009 (hierna: de waardepeildatum). De beschikking geldt voor het kalenderjaar 2010.
1.2. Aan belanghebbenden is voor het jaar 2010, wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning, een aanslag in de onroerendezaakbelasting van de gemeente Albrandswaard naar een heffingsmaatstaf van € 429.000 opgelegd.
1.3. Het biljet waaruit van de beschikking en de aanslag blijkt, is gedagtekend 28 februari 2010.
1.4. Bij in één geschrift, gedagtekend 17 januari 2011, vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren van belanghebbenden tegen de beschikking en de aanslag afgewezen.
1.5. Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. In verband hiermee is een griffierecht geheven van € 41. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven, bepaald dat de Inspecteur aan belanghebbenden het griffierecht vergoedt en de Inspecteur veroordeeld in de aan belanghebbenden te betalen proceskosten ten bedrage van € 1.311 ter zake van beroepsmatig verleende rechtsbijstand.