Home

Gerechtshof Den Haag, 28-05-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1841, BK-13-01287

Gerechtshof Den Haag, 28-05-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1841, BK-13-01287

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 mei 2014
Datum publicatie
4 juli 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:1841
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13-01287

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. In geschil is of de “correctie 10d-rente” terecht en tot het juiste bedrag in aanmerking is genomen. Meer in het bijzonder is in geschil of de opbrengst van de beursgang tot het beginvermogen dient te worden gerekend.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-13/01287

Uitspraak d.d. 28 mei 2014

in het geding tussen:

[X] N.V., gevestigd te [Z], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor [P], de Inspecteur,

op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 juli 2013, nummer SGR 12/10773, betreffende na te vermelden aanslag en beschikkingen.

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 6.000.000 en daarbij - impliciet – een verliesvaststellingsbeschikking gegeven van nihil. Tevens is bij beschikking een bedrag van € 129.072 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 5.934.777 met dienovereenkomstige vermindering van de beschikking heffingsrente, en de verliesvaststellingsbeschikking gehandhaafd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot nihil, de beschikking heffingsrente vernietigd, het verlies voor het jaar 2007 vastgesteld op € 2.030.961, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 944 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 310 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing