Gerechtshof Den Haag, 24-06-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2128, 2200533012
Gerechtshof Den Haag, 24-06-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2128, 2200533012
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 juni 2014
- Datum publicatie
- 24 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:2128
- Zaaknummer
- 2200533012
Inhoudsindicatie
De verdachte heeft in een periode van twee maanden drie overvallen gepleegd op een tankstation en twee horecabedrijven, waarbij hij de betrokkenen onder bedreiging van een mes tot afgifte van geldbedragen heeft bewogen. Daarnaast heeft de verdachte zich in dezelfde periode schuldig gemaakt aan vijf (gekwalificeerde) diefstallen en een vernieling; bovendien is hij wederrechtelijk in een woning binnengedrongen.
Straf: GS 6 jr na eis van GS 6 jr met TBS en dwangverpleging
> uitgebreide motivering waarom geen TBS is opgelegd
Uitgebreide bewijsoverwegingen:
Verwerping verweren mbt camerabeelden Opsporing Verzocht, bewijsuitsluiting herkenning VD fotoconfrontatie, betrouwbaarheid en ondeugdelijk onderzoek SelectaDNA (SDNA), alternatieve lezing VD tav aanwezigheid SDNA.
Bewijs op grond van herkenning VD door getuigen naar aanleiding van camerabeelden Opsporing Verzocht, prints camerabeelden (stills) en vergelijkbare modus operandi tav dagvaarding 10-700130-11 feiten 1, 2 en 3.
Uitspraak
PROMIS
Rolnummer: 22-005330-12
Parketnummers: 10-700130-11 en 10-702355-11
Datum uitspraak: 24 juni 2014
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 15 november 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
thans gedetineerd in de P.I. Zuid West - De Dordtse Poorten te Dordrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 april 2013, 25 februari 2014 en 10 juni 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het bij dagvaarding met parketnummer 10-700130-11 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde en het bij dagvaarding met parketnummer 10-702355-11 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel verpleging van overheidswege opgelegd. Tevens zijn beslissingen gegeven ten aanzien van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen, met oplegging van schadevergoedingsmaatregelen, een en ander als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 10-700130-11:
hij op of omstreeks 19 februari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] en/of benzinestation [naam A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - trekken van een (groot) mes en/of - tonen/laten zien van dat (grote) mes aan die [aangever 1] en/of - over de balie gaan hangen waarachter die [aangever 1] zich bevond en/of - aan die [aangever 1] toevoegen van de woorden: "Dit is een overval, geen verdachte bewegingen, geen grappen, als je iets doet, steek ik je. Doe alles in een plastic zakje";
hij op of omstreeks 12 februari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 3] en/of [aangeefster 4] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 460 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - op die [aangever 3] aflopen en/of - tonen en/of voorhouden van een (groot) mes aan die [aangever 3] en/of [aangeefster 4] en/of - dreigend zwaaien met dat (grote) mes en/of - (daarbij) die [aangever 3] en/of die [aangeefster 4] de woorden toevoegen: "overval" en/of "geld, geld";
hij op of omstreeks 28 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 5] heeft gedwongen tot de afgifte van 1650 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [horecabedrijf B] (vestiging C), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - door een raam van de [horecabedrijf B] binnen dringen/klimmen bij voornoemde vestiging van [horecabedrijf B] en/of - tonen en/of voorhouden van een (groot) mes aan die [aangever 5] en/of één of meer (andere) daar in die [horecabedrijf B] aanwezige personen/collega's van die [aangever 5] en/of - richten van een/dat (grote) mes op die [aangever 5] en/of - aan die [aangever 5] en/of aan één of meer (andere) aanwezige personen/collega's van die [aangever 5], toevoegen van de woorden: "geef alles" en/of "geef al het geld" en/of "ik wil alles hebben" en/of "geen geintjes, lopen" en/of "dit is niet alles, ik geloof je niet, maak geen grapjes" en/of "geen geintjes, bel geen politie, doe geen domme dingen, ik heb nog twee mensen buiten staan, die kunnen zo binnenkomen en jullie snijden", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 10-702355-11:
hij op of omstreeks 23 januari 2011 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk twee, althans één ruit(en) van een (woon)pand gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door (een) ste(e)n(en) op/tegen die ruit(en) van dat (woon)pand te gooien en/of (aldus) die ruit(en) van dat (woon)pand kapot te maken;
hij op of omstreeks 23 januari 2011 te Rotterdam wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]) en in gebruik bij [aangeefster 6], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, immers heeft/is hij, verdachte - van dat (woon)pand (een) ruit(en) ingegooid, althans kapot gemaakt en/of - door die (aldus) ontstane opening(en) dat (woon)pand binnengeklommen, althans binnengegaan;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 31 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (op of aan de [straatnaam D] geparkeerd staande) (personen)auto (merk Renault, kenteken [kentekennummer F]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door het contactslot van die (personen)auto in werking te stellen met gebruikmaking van een - niet voor dat gebruik door hem, verdachte, bestemde en aldus, in elk geval - valse sleutel;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 31 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (woon)pand gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]) heeft weggenomen (een) bankpas(sen)/creditcard(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 01 februari 2011 te Rotterdam en/of Valkenburg, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld (een bedrag ter grootte van ongeveer Euro 250,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door een creditcard/bankpas toebehorende aan [aangeefster 6], althans aan een ander dan verdachte, in een geldautomaat/betaalautomaat te steken en de bij die creditcard/bankpas behorende PIN-code in te toetsen, tot het gebruik van welke creditcard/bankpas hij, verdachte, niet gerechtigd was;
hij op of omstreeks 22 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een eetcafé, gevestigd aan de [straatnaam G] ([nummers H-L]), heeft weggenomen een grote hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of door middel van valse sleutel(s), te weten door met een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was, in elk geval een valse sleutel, een (toegangs)deur van dat café te openen en/of (vervolgens) met een schroevendraaier, in elk geval een breekvoorwerp, een deur van een kantoor in dat café te forceren en/of (vervolgens) met een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was, in elk geval een valse sleutel, een kluis, staande in voornoemd kantoor van dat café, te openen;
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 24 januari 2011 te Rotterdam in of uit een woning aan de [straatnaam G] ([nummer M]) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee, althans een of meer (gouden) ketting(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Completering van het dossier
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd de zaak af te doen en subsidiair verzocht de zaak aan te houden, teneinde het dossier te kunnen completeren, als door het hof verzocht bij tussenarrest van 25 februari 2014.
Het hof acht het, mede gelet op het standpunt van de raadsman strekkende tot afdoening van de onderhavige zaken, alsmede op de ouderdom van de zaak niet noodzakelijk de zaak aan te houden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte van het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, een en ander als vermeld in de door hem ter terechtzitting in hoger beroep van 25 februari 2014 overgelegde pleitnotitie.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer
10-700130-11 onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman zich aan het oordeel van het hof gerefereerd.
Ter terechtzitting van 10 juni 2014 heeft de raadsman gepersisteerd bij zijn ter terechtzitting van 25 februari 2014 gevoerde verweren.
Het hof overweegt ten aanzien van de door de raadsman gevoerde verweren het volgende.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde
De raadsman heeft aangevoerd dat de camerabeelden getoond in de uitzending van “Opsporing Verzocht” zich niet in het dossier bevinden, waardoor de verklaringen afgelegd door de vier getuigen die de verdachte op deze camerabeelden hebben herkend, niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
Naar het oordeel van het hof behoeft dit verweer geen bespreking meer, nu na de zitting van 25 februari 2014 een DVD met daarop de in de uitzending van “Opsporing Verzocht” getoonde camerabeelden in het dossier is gevoegd en de beelden op deze DVD ter terechtzitting van 10 juni 2014 in aanwezigheid van de raadsman en de advocaat-generaal zijn getoond.
Voorts heeft de raadsman bepleit dat de herkenningen van de verdachte door de getuigen van het bewijs dienen te worden uitgesloten, nu de fotoconfrontaties onverenigbaar zijn met een eerlijke procesvoering.
Het hof overweegt dat sprake is van spontane herkenningen van de verdachte door vier getuigen, zijnde bekenden van de verdachte (zijn zus, ex-vriendin, ex-schoonmoeder en een ex-medegetineerde) op genoemde in “Opsporing Verzocht” getoonde camerabeelden. Ook is naar aanleiding van deze camerabeelden door meerdere van elkaar onafhankelijke getuigen verdachtes naam gemeld bij de politie. Dat de getuigen eerst over de verdachte zijn gehoord alvorens hen foto’s zijn getoond, doet in casu ook geen afbreuk aan de herkenningen, nu uit de verklaringen blijkt dat alle getuigen de beelden bij “Opsporing Verzocht” hadden gezien en daarop de verdachte hadden herkend. De omstandigheid dat door de opsporingsambtenaren aan deze getuigen foto’s zijn getoond van uitsluitend de verdachte, doet, gezien het voorgaande, naar ’s hofs oordeel niet af aan deze herkenningen, en maakt evenmin dat het gebruik van deze ten overstaan van de politie afgelegde getuigenverklaringen in strijd zou moeten worden geacht met een goede procesorde.
Het hof hecht bovendien meer waarde aan de verklaringen van de getuigen afgelegd bij de politie dan hun verklaringen afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris. Immers, toen deze getuigen door de politie werden gehoord, hadden deze getuigen kort daarvoor de camerabeelden gezien en daarop de verdachte herkend, zodat deze beelden hen nog vers op het netvlies stonden.
Het hof overweegt daarbij tevens dat deze getuigen bij de rechter-commissaris alleen de kwalitatief mindere prints van de camerabeelden (“stills”) hebben gezien. De oorspronkelijke in “Opsporing Verzocht” uitgezonden camerabeelden zijn – naar het hof zelf heeft waargenomen - echter beter van kwaliteit, en bieden vanwege het doorlopende karakter van de beelden, meer aanknopingspunten voor herkenning. Het hof is dan ook van oordeel dat aan de spontane herkenning door de getuigen van verdachte op de beelden van “Opsporing Verzocht” meer bewijswaarde dient te worden toegekend dan aan hun latere twijfel na confrontatie met de stills bij de rechter-commissaris. Het verweer wordt mitsdien verworpen.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1 ten laste (overval op tankstation De Haan)
De raadsman heeft voorts primair de bewijsuitsluiting van de bevindingen in verband met het SelectaDNA (hierna: SDNA) bepleit, nu de betrouwbaarheid daarvan onvoldoende is gebleken. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat het SDNA-onderzoek ondeugdelijk is en buiten beschouwing dient te worden gelaten.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Naar de huidige stand van de wetenschap kan de precieze bewijswaarde van SDNA (nog) niet wetenschappelijk worden vastgesteld, maar mag naar aanleiding van hetgeen daarover door de deskundigen B.Y. Reichert en D.J.H. van der Laan ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 november 2012 is verklaard, worden aangenomen dat deze vanwege de uniciteit en specificiteit van het betreffende SDNA (zeer) hoog is.
Anders dan de raadsman is het hof op basis van hetgeen door voormelde deskundigen Reichert en Van der Laan is verklaard, voorts van oordeel dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de bemonstering respectievelijk het verdere (vergelijkende) onderzoek naar het SDNA op zodanige wijze is uitgevoerd, dat de resultaten daarvan als onbetrouwbaar zouden moeten worden aangemerkt. Hetzelfde heeft te gelden ten aanzien van de wijze waarop het SDNA in het onderhavige geval is gefabriceerd, verpakt, gemonteerd en is toegepast in het kader van de beveiliging van het tankstation.
De mogelijkheid die de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep van 25 februari 2014 naar voren heeft gebracht, te weten dat het SDNA op een andere manier dan tijdens de overval op 19 februari 2011 op verdachtes kleding terecht is gekomen, is naar het oordeel van het hof slechts speculatief, niet nader door de raadsman onderbouwd en voorts niet aannemelijk geworden. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte zelf, noch ter terechtzitting in eerste aanleg, noch ter terechtzitting in hoger beroep, een verklaring heeft gegeven hoe redelijkerwijs en rekening houdend met het feit dat het SDNA-spraysysteem geactiveerd moet worden om z’n sproeiwerk te doen, het SDNA op een andere, niet delict gerelateerde, manier op zijn kleding terecht zou zijn gekomen. De verweren dienaangaande worden derhalve verworpen.
Gezien het hiervoor overwogene is het hof dan ook van oordeel dat aan de bevinding dat op de door verdachte gedragen kleding SDNA is aangetroffen dat overeenkomt met het in SDNA-spraysysteem van het tankstation voorkomende SDNA een hoge bewijswaarde kan worden toegekend.
Het hof merkt daarbij op dat het bewijs tegen verdachte in de onderhavige zaak niet alleen steunt op laatstgenoemde bevinding betreffende het op de door verdachte gedragen kleding aangetroffen SDNA. Daarnaast wijzen namelijk ook de volgende bewijsmiddelen op de betrokkenheid van verdachte bij dit feit:
- -
-
de herkenningen van de verdachte door getuigen op de in de uitzending van “Opsporing Verzocht” getoonde camerabeelden;
- -
-
de prints van deze camerabeelden, en
- -
-
de overeenkomsten qua modus operandi (alleen opererende dader, bedreiging met zeer groot mes, deels dezelfde kleding, geen gebruik van vervoermiddelen voor de vlucht in de directe nabijheid van het overvalsobject, plaats delict in de nabijheid van de woonplaats van verdachte) tussen deze beroving en de twee berovingen welke in de tenlastelegging met parketnummer 10-700130-11 onder feit 2. en/of 3. zijn opgenomen. Deze feiten waren kort voor het onderhavige feit gepleegd en verdachte is daarvoor bij arrest van heden ook veroordeeld.
In onderling verband en samenhang bezien is het hof van oordeel dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen van het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1 ten laste.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 2 ten laste (overval op snackbar De Groene Zoom)
Het hof overweegt dat de verdachte bij de overval op snackbar De Groene Zoom op 12 februari 2011 dezelfde modus operandi heeft gebruikt, als bij de overvallen op tankstation De Haan op 19 februari 2011 en op de Mc Donalds op 28 januari 2011. Ook bij de overval op snackbar De Groene Zoom is de verdachte door getuigen herkend van de beelden van “Opsporing Verzocht”, waarbij ook zijn stem werd herkend. Tevens neemt het hof in aanmerking dat de verdachte ten tijde van de overval op snackbar De Groene Zoom naar het zich laat aanzien dezelfde jas droeg als ten tijde van de overval op tankstation De Haan, zoals het hof uit eigen waarneming is gebleken uit de ter terechtzitting getoonde camerabeelden van deze overvallen.
Het hof acht op grond van het vorenstaande eveneens wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 2 ten laste heeft begaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 10-702355-11 onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 10-700130-11:
hij op of omstreeks 19 februari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] en/of benzinestation [naam A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - trekken van een (groot) mes en/of- tonen/laten zien van dat (grote) mes aan die [aangever 1] en/of- over de balie gaan hangen waarachter die [aangever 1] zich bevond en/of- aan die [aangever 1] toevoegen van de woorden: "Dit is een overval, geen verdachte bewegingen, geen grappen, als je iets doet, steek ik je. Doe alles in een plastic zakje";
hij op of omstreeks 12 februari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 3] en/of [aangeefster 4] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 460 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - op die [aangever 3] aflopen en/of- tonen en/of voorhouden van een (groot) mes aan die [aangever 3] en/of [aangeefster 4] en/of- dreigend zwaaien met dat (grote) mes en/of- (daarbij) die [aangever 3] en/of die [aangeefster 4] de woorden toevoegen: "overval" en/of "geld, geld";
hij op of omstreeks 28 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 5] heeft gedwongen tot de afgifte van 1650 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [horecabedrijf B] (vestiging [C]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het - door een raam van de [horecabedrijf B] binnen dringen/klimmen bij voornoemde vestiging van [horecabedrijf B] en/of- tonen en/of voorhouden van een (groot) mes aan die [aangever 5] en/of één of meer (andere) daar in die [horecabedrijf B] aanwezige personen/collega's van die [aangever 5] en/of- richten van een/dat (grote) mes op die [aangever 5] en/of- aan die [aangever 5] en/of aan één of meer (andere) aanwezige personen/collega's van die [aangever 5], toevoegen van de woorden: "geef alles" en/of "geef al het geld" en/of "ik wil alles hebben" en/of "geen geintjes, lopen" en/of "dit is niet alles, ik geloof je niet, maak geen grapjes" en/of "geen geintjes, bel geen politie, doe geen domme dingen, ik heb nog twee mensen buiten staan, die kunnen zo binnenkomen en jullie snijden", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Zaak met parketnummer 10-702355-11:
hij op of omstreeks 23 januari 2011 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk twee, althans één ruit(en) van een (woon)pand gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door (een) ste(e)n(en) op/tegen die ruit(en) van dat (woon)pand te gooien en/of (aldus) die ruit(en) van dat (woon)pand kapot te maken;
hij op of omstreeks 23 januari 2011 te Rotterdam wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]) en in gebruik bij [aangeefster 6], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, immers heeft/is hij, verdachte - van dat (woon)pand (een) ruit(en) ingegooid, althans kapot gemaakt en/of- is hij door die (aldus) ontstane opening(en) dat (woon)pand binnengeklommen, althans binnengegaan;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 31 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (op of aan de [straatnaam D] geparkeerd staande) (personen)auto (merk Renault, kenteken [kentekennnummer F]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door het contactslot van die (personen)auto in werking te stellen met gebruikmaking van een - niet voor dat gebruik door hem, verdachte, bestemde en aldus, in elk geval - valse sleutel;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 31 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (woon)pand gelegen op of aan de [straatnaam D] (nummer [E]) heeft weggenomen (een) bankpas(sen)/creditcard(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2011 tot en met 01 februari 2011 te Rotterdam en/of Valkenburg, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld (een bedrag ter grootte van ongeveer Euro 250,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door een creditcard/bankpas toebehorende aan [aangeefster 6], althans aan een ander dan verdachte, in een geldautomaat/betaalautomaat te steken en de bij die creditcard/bankpas behorende PIN-code in te toetsen, tot het gebruik van welke creditcard/bankpas hij, verdachte, niet gerechtigd was;
hij op of omstreeks 22 januari 2011 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een eetcafé, gevestigd aan de [straatnaam G]([nummers H-L), heeft weggenomen een grote hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of door middel van valse sleutel(s), te weten door met een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was, in elk geval een valse sleutel, een (toegangs)deur van dat café te openen en/of (vervolgens) met een schroevendraaier, in elk geval een breekvoorwerp, een deur van een kantoor in dat café te forceren en/of (vervolgens) met een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was, in elk geval een valse sleutel, een kluis, staande in voornoemd het kantoor van dat café, te openen;
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 24 januari 2011 te Rotterdam in of uit een woning aan de [straatnaam G] ([nummer M]) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee, althans een of meer (gouden) ketting(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het in de zaak met parketnummer 10-700130-11 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde levert op: