Home

Gerechtshof Den Haag, 18-11-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3363, BK-15/00144 en BK-15/00174-176

Gerechtshof Den Haag, 18-11-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3363, BK-15/00144 en BK-15/00174-176

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
18 november 2015
Datum publicatie
9 december 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:3363
Formele relaties
Zaaknummer
BK-15/00144 en BK-15/00174-176

Inhoudsindicatie

In het hoger beroep van belanghebbende is in geschil of de waarden van de woningen [A] en [C] door de heffingsambtenaar alsmede of de waarde van de woning [B] door de rechtbank op te hoge bedragen zijn vastgesteld

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00144 en 15/00174 tot en met 15/00176

Uitspraak d.d. 18 november 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de heffingsambtenaar

op het hoger beroep van belanghebbende en het hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 december 2014, nummer ROT 14/208, betreffende na te vermelden beschikkingen en aanslagen.

Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarden van de hierna te noemen onroerende zaken (hierna: de woningen) voor het kalenderjaar 2013 naar de waardepeildatum op 1 januari 2012 vastgesteld op de hierna te noemen bedragen (hierna: de beschikkingen). Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [Z] (hierna: de aanslagen).

Adres

Vastgestelde waarde

[A]

€ 46.000

[B]

€ 86.000

[C]

€ 46.000

1.2.

Belanghebbende heeft tegen de beschikkingen en aanslagen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft bij (in een geschrift vervatte) uitspraken van 19 december 2013 de door belanghebbende tegen de beschikkingen en aanslagen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen die zien op de woningen ’ [A] en [C] ongegrond verklaard, het beroep dat ziet op de woning ’ [B] gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar dat ziet op de WOZ-waarde van deze woning alsmede de bijbehorende proceskostenbeslissing vernietigd, de waarde van de woning [B] nader vastgesteld op € 78.000, bepaald dat de aanslag betreffende de woning [B] overeenkomstig wordt verlaagd, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.460 en bepaald dat de heffingsambtenaar € 44 griffierecht aan belanghebbende dient te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

“14. TRANSACTIE VAN EEN OBJECT MET SLECHTE FUNDERING

Oordeel van de rechtbank

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het geschil

Proceskosten

Beslissing