Gerechtshof Den Haag, 07-07-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1978, 22-005306-14
Gerechtshof Den Haag, 07-07-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1978, 22-005306-14
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 juli 2016
- Datum publicatie
- 7 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:1978
- Zaaknummer
- 22-005306-14
Inhoudsindicatie
Artikelen 83, 83a, 96 lid 2, 132, 134a, 288a, 289 en 289a Sr. Veroordeling ter zake van: met het oogmerk om moord en doodslag met een terroristisch oogmerk voor te bereiden zich gelegenheid, middelen en inlichtingen verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf
en
opzettelijk zich vaardigheden verwerven tot het plegen van een terroristisch misdrijf.
en
een geschrift en afbeelding waarin tot een terroristisch misdrijf wordt opgeruid, verspreiden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarin zodanige opruiing voorkomt, meermalen gepleegd;
tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarvan 2 jaren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met bijzondere voorwaarden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen van moord en doodslag met een terroristisch oogmerk, het zich trainen daartoe en het verspreiden van bestanden die tot terroristische misdrijven opruien.
Uitspraak
Rolnummer: 22-005306-14
Parketnummer: 09-767116-14
Datum uitspraak: 7 juli 2016
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
zitting houdende in de extra beveiligde zittingszaal van de
rechtbank Noord-Holland te Badhoevedorp.
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van
1 december 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
1 Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 21 juli en 13 oktober 2015, 6 januari, 30 maart, 1, 2, 9, 20, 23 juni en 7 juli 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
2 Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken ter zake van het onder 1 primair eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde, ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het onder 1 primair derde cumulatief/alternatief bewezenverklaarde en veroordeeld ter zake van het onder 1 primair tweede cumulatief/alternatief en het onder 2 ten laste gelegde.
Door de verdachte en de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
3 Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet in alle opzichten verenigt.