Home

Gerechtshof Den Haag, 10-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2386, BK-15/00913 en 15/00914

Gerechtshof Den Haag, 10-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2386, BK-15/00913 en 15/00914

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
10 augustus 2016
Datum publicatie
16 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:2386
Formele relaties
Zaaknummer
BK-15/00913 en 15/00914

Inhoudsindicatie

In geschil is of de Inspecteur de onder 3.4 en 3.7 vermelde correcties terecht heeft aangebracht. Verder is in geschil of de Inspecteur belanghebbende in de bezwaarfase op de in de wet voorgeschreven wijze heeft gehoord en of de rechtbank de dag van de mondelinge behandeling van het beroep op verzoek van de Inspecteur mocht verzetten.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-15/00913 en BK-15/00914

Uitspraak d.d. 10 augustus 2016

in het geding tussen:

[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,

inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag van 9 juli 2015, nummers SGR 15/1385 en SGR 15/652, betreffende de hierna onder 1.1 en 1.2 vermelde aanslagen en beschikkingen.

Aanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

"3.2.1 OnderhandenwerkIn diverse met de heer [Y] gevoerde gesprekken is een verklaring gevraagd over het ontstaan van deze rekening. Volgens de heer [Y] zag deze rekening met name op werkzaamheden voor cliënten die op het moment van de werkzaamheden nog niet de beschikking hadden over gelden om deze werkzaamheden te betalen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld erfenissen. Op het moment dat er wel gelden ter beschikking komen zouden de werkzaamheden worden gefactureerd.

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

2007

2008

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing