Home

Gerechtshof Den Haag, 06-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3628, BK-16/00165 tot en met BK-16/00167

Gerechtshof Den Haag, 06-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3628, BK-16/00165 tot en met BK-16/00167

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
6 december 2016
Datum publicatie
13 december 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:3628
Formele relaties
Zaaknummer
BK-16/00165 tot en met BK-16/00167

Inhoudsindicatie

Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning over de jaren 2008, 2009 en 2010 te hoog heeft vastgesteld.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-16/00165 tot en met 16/00167

Uitspraak d.d. 6 december 2016

in het geding tussen:

mevrouw [X] te [Z] belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 18 februari 2016, nummers SGR 15/1447 tot en met 15/1449, betreffende de hierna vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.

Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 181.555. Bij afzonderlijke beschikkingen is aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd van € 40.873 en is een bedrag van € 16.455 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.1.2.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 289.183 en uit sparen en beleggen van € 2.474. Bij afzonderlijke beschikkingen is aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd van € 66.382 en is een bedrag van € 20.419 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.1.3.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 345.268 en uit sparen en beleggen van € 2.474. Bij afzonderlijke beschikkingen is aan belanghebbende een vergrijpboete opgelegd van € 71.289 en is een bedrag van € 16.493 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Bij in een geschrift gedane uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de navorderingsaanslagen en de boetebeschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. In verband daarmee is een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft in een geschrift de beroepen ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing