Home

Gerechtshof Den Haag, 07-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2025, BK-18/00502

Gerechtshof Den Haag, 07-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2025, BK-18/00502

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
7 augustus 2018
Datum publicatie
14 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:2025
Formele relaties
Zaaknummer
BK-18/00502

Inhoudsindicatie

Een door de Belastingdienst - naar aanleiding van een wetswijziging op het punt van de fictieve vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijk belang in het jaar van overlijden – ingesteld onderzoek, levert geen nieuw feit op als bedoeld in artikel 16, eerste lid Awr. De Inspecteur heeft bij het opleggen van de primitieve aanslag een ambtelijk verzuim begaan door de overlijdensaangifte en de tegelijkertijd ingediende aangifte van de echtgenote niet in samenhang te beoordelen. Derhalve dient de opgelegde navorderingsaanslag inzake een niet in de aangifte opgenomen fictief vervreemdingsvoordeel (artikel 4.16 wet inkomstenbelasting 2001), te worden vernietigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-18/00502

Uitspraak van 7 augustus 2018

in het geding tussen:

de erven [X] , belanghebbenden,

(gemachtigde: R.P. Verver en J. Hofman)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

(vertegenwoordigers: A.J. Quak en C. Vrijland)

op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 7 maart 2018, nummer SGR 17/7040, betreffende de na te vermelden aanslag en beschikking.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing