Home

Gerechtshof Den Haag, 15-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2076, BK-18/00352

Gerechtshof Den Haag, 15-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2076, BK-18/00352

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
15 augustus 2018
Datum publicatie
23 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:2076
Formele relaties
Zaaknummer
BK-18/00352

Inhoudsindicatie

Geen sprake van op de zaak betrekking hebbende stukken omdat belanghebbende onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de bedoelde stukken van enig belang kunnen zijn (geweest) voor de besluitvorming in of voor de beoordeling van de onderhavige zaak en het Hof ook overigens daarvoor geen enkel aanknopingspunt ziet. Wat betreft de stukken die zien op de overwegingen om een derdenonderzoek af te breken, heeft de Inspecteur onder meer geloofwaardig verklaard dat aan de beslissing om het derdenonderzoek niet door te zetten geen notities ten grondslag liggen.

Omkering en verzwaring van de bewijslast omdat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Belanghebbende heeft niet voldaan aan het urencriterium. De eerst in de bezwaarfase overgelegde weekstaten zijn te algemeen van aard en onvoldoende verifieerbaar. Bovendien zijn slechts 637 uren direct aan de omzet te relateren. Beroep op het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 8 maart 2010, nr. DGB2010/1710M, BNB 2010/162 faalt. Tussen partijen is in hoger beroep voorts in geschil of een bedrag van € 4.203,60 aftrekbaar is als scholingsuitgaven en/of opleidingskosten. Belanghebbende heeft geen orde in de door hem gecreëerde chaos weten te scheppen; gelet op de geclaimde dubbele aftrekken, de onduidelijkheden en een dubieuze factuur heeft hij niet voldaan aan de verzwaarde bewijslast. Vergrijpboete. Grove schuld. Geen schending van het bepaalde in artikel 5:53, lid 3, Awb. Reactietermijn van drie dagen is in de gegeven omstandigheden voldoende.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-18/00352

Uitspraak van 15 augustus 2018

in het geding tussen:

[X] te [Z] belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

(vertegenwoordigers: P.M. den Boer en W.C. van der Wel)

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 22 december 2017, nummer SGR 16/9905, betreffende de onder 1.1 vermelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.

Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

"2.3. Administratie

Oordeel van de Rechtbank

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing