Gerechtshof Den Haag, 23-01-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:215, 2200143217
Gerechtshof Den Haag, 23-01-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:215, 2200143217
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 januari 2018
- Datum publicatie
- 12 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:215
- Zaaknummer
- 2200143217
Inhoudsindicatie
Mishandeling. Het beroep van de verdachte op noodweerexces slaagt; ontslag van alle rechtsvervolging.
Uitspraak
Rolnummer: 22-001432-17
Parketnummer: 10-082923-16
Datum uitspraak: 23 januari 2018
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 16 maart 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [dag] 1943,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 23 januari 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis. Voorts is in eerste aanleg een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, zoals nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 19 april 2016 te Rotterdam [slachtoffer] heeft mishandeld door tegen die [slachtoffer] aan te rennen/springen/lopen waardoor die ten val kwam en /of door die [slachtoffer] in/tegen het gezicht te slaan en/of te krabben.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat haar een gerechtvaardigd beroep op noodweerexces toekomt.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op of omstreeks 19 april 2016 te Rotterdam [slachtoffer] heeft mishandeld door tegen die [slachtoffer] aan te rennen/springen/lopen waardoor die ten val kwam en /of door die [slachtoffer] in/tegen het gezicht te slaan en/of te krabben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op: