Home

Gerechtshof Den Haag, 13-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3123, BK-18/00369

Gerechtshof Den Haag, 13-11-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3123, BK-18/00369

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
13 november 2018
Datum publicatie
22 november 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:3123
Zaaknummer
BK-18/00369

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft met zijn zoon in 2011 een maatschap opgericht die zich richt op het houden van runderen voor de slacht. In 2016 heeft de eerste slacht en hebben de eerste verkopen van vleespakketten plaatsgevonden. In de jaren 2011 tot en met 2017 waren de activiteiten van de maatschap verliesgevend. Het hof komt tot het oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat in 2012 sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Ook de stelling van de Inspecteur dat in 2012 geen sprake is van deelname aan het economische verkeer slaagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-18/00369

Uitspraak van 13 november 2018

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: A.J.J. van den Berge)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

(vertegenwoordiger: M.J.B. Guiljam),

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 11 januari 2018, nummer SGR 17/5191, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing