Home

Gerechtshof Den Haag, 21-03-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:484, BK-17/00887

Gerechtshof Den Haag, 21-03-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:484, BK-17/00887

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
21 maart 2018
Datum publicatie
4 april 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:484
Zaaknummer
BK-17/00887

Inhoudsindicatie

Geen van beide partijen is erin geslaagd het van haar geleverde bewijs te leveren. Het Hof bepaalt de waarde van de woning schattenderwijs. De bij de herleiding van de waarde van de woning uit de verkoopcijfers van de vergelijkingsobjecten gebruikte rekenprijzen per m3 voor de bijzondere onderdelen (dakkapel(len), berging en aanbouw) zijn niet met marktgegevens of andere voor het Hof toetsbare, objectieve gegevens onderbouwd. Hetzelfde geldt voor de rekenprijzen per m2 grond en de bij de herleiding van de rekenprijs per m3 van de woning uit de berekende rekenprijzen per m3 inhoud van de vergelijkingsobjecten gebruikte correctiefactoren voor ligging, onderhoud en kwaliteit/luxe (de ‘VLOK’s’).

Belanghebbende heeft zijn stellingen dat het up to date maken van de woning € 85.000 á € 100.000 kost en dat de waarde van de woning kan worden berekend door dit bedrag één op één op de vastgestelde waarde in mindering te brengen, niet aannemelijk gemaakt. Nu geen van de partijen erin is geslaagd het van haar verlangde bewijs te leveren, bepaalt het Hof de waarde van de woning op waardepeildatum schattenderwijs.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

enkelvoudige kamer

nummer BK-17/00887

uitspraak van 21 maart 2018

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: J. Pars)

en

de heffingsambtenaar van de belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR), de heffingsambtenaar,

(vertegenwoordigers: D.P. Brouwer en C. de Baar)

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 oktober 2017, nummer SGR 17/3863 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.

Beschikking, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2016 (de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [A] te [Z] (de woning), voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 233.000 (de beschikking). Met de beschikking zijn – voor zover van belang - in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2017 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen eigenaren van de gemeente [Z] (de aanslag).

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de Rechtbank

Geschil, standpunten en conclusies

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing